Met enige jaloezie kijken Nederlandse topsporters naar Duitsland, waar de trainingscentra wel open zijn en de topsporters wel gewoon kunnen trainen. In Nederland zijn de trainingscentra in verband met de coronacrisis sinds halverwege maart gesloten.
Ruim een maand na het uitbreken van de coronacrisis vragen verschillende sportbonden zich inmiddels hardop af of sportkoepel NOC*NSF niet al te abrupt de deuren van de nationale trainingscentra heeft gesloten. Tal van topsporters hebben laten weten dat ze staan te trappelen om weer te beginnen en ook technisch directeur Maurits Hendriks van sportkoepel NOC*NSF heeft gemeld dat hij graag de deuren weer op een kier zou zetten.
Hendriks heeft bij het kabinet gepleit voor verruiming van de trainingsmogelijkheden voor topsporters. "We denken dat de topsport er klaar voor is", zegt hij zondagavond in de uitzending van Studio Sport. "We hebben protocollen ontwikkeld, in samenspraak met het RIVM. Topsporters zijn in staat in een beschermde omgeving in kleine groepjes te trainen, met inachtneming van de regels uiteraard."
"Als het kabinet de ruimte geeft, kunnen we daar op een goede manier mee omgaan", vervolgt Hendriks. "We kunnen ook de ervaring opdoen die wellicht later kan helpen om de rest van Nederland weer aan het sporten en bewegen te krijgen."
Onder aanvoering van Hessel Evertse, technisch directeur van roeibond KNRB, uitten afgelopen week meerdere bonden kritiek op het besluit om alle sportfaciliteiten te sluiten. "Een leeg zwembad is doodzonde", zei Evertse. "Daar kan best een sporter zwemmen."
"Dat is te kort door de bocht", zegt Hendriks. "Er is goed over nagedacht. Het was belangrijk dat we snel een besluit namen en solidair zijn aan de samenleving. Dat neemt niet weg dat we kijken hoe we als topsport er klaar voor zijn als we weer wat meer mogen."
Vergelijking net Duitsland
In Duitsland kunnen de topsporters wel op de nationale trainingscentra terecht, zij het onder strikte voorwaarden. Harry Bähr, chef van het olympische steunpunt voor Duitse topsporters in Berlijn, stelt in een reportage met NOS-correspondent Wouter Zwart dat de situatie in Duitsland niet helemaal te vergelijken is met die in Nederland.
"We kunnen ons voorstellen dat andere landen andere keuzes maken", zegt Bähr. "De situatie bij ons is nog vrij ontspannen in de zin van dat ons gezondheidssysteem nog een buffer heeft. We hebben de grens van onze zorgcapaciteit nog niet bereikt en hebben nog speelruimte."
Ook Hendriks vindt dat een wezenlijk verschil tussen beide landen. "Als de ziekenhuizen onder druk staan, heb je te maken met een andere realiteit", zegt Hendriks. "Dat was de realiteit van Nederland."
De situatie is in Nederland de voorbije weken enigszins ten goede gekeerd, weet ook Hendriks. "De regering heeft een beleid uitgestippeld en dat heeft effect. Maar we wachten rustig af, net als de andere sectoren. We begrijpen dat het heel kritisch wordt bekeken omdat we geen risico kunnen nemen."
Wiegman heeft geduld
Voor de Nederlandse voetbalvrouwen is het ook een kwestie van geduld hebben. Nog geen Olympische Spelen dit jaar voor bondscoach Sarina Wiegman. "Veel spelers zijn in Nederland", zegt zij. "Ik heb contact met ze."
Kijk hieronder wat Sarina Wiegman denkt over de impact van de coronacrisis op het vrouwenvoetbal.
International Dominique Bloodworth is bij het Duitse VfL Wolfsburg al in training. "We zijn begonnen met groepsjes van vier, vijf en daar komen komende week twee bij", zegt Bloodworth vanuit Duitsland. "Geweldig. De groep wordt steeds groter. We zijn allemaal negatief getest (op corona, red.). Superfijn."
Net over de grens met België verblijft Manchester United-speelster Jackie Groenen bij haar ouders. Aan haar trainingsfaciliteiten in de tuin ligt het niet, zo laat ze zien via de videoverbinding, met op de achtergrond een heus voetbaldoel.
"Ik train vier tot vijf uur per dag", zegt Groenen. "We hebben van de club een trainingsschema gekregen en trainen conditie, snelheid, kracht en een beetje techniektraining."
Sjoerd Marijne, coach van de Indiase hockeyvrouwen, mag nog niet het veld op. Trainen met zijn team is er niet bij. Hij heeft in India te maken met een strenge lockdown, al zes weken, en mag het trainingscomplex in Bangalore niet verlaten.
"We zitten in een veilige omgeving, maar we mogen niks", zegt Marijne. "De meiden kunnen wel individueel trainen, maar we mogen niet het veld op. De overheid staat niet toe dat we gaan trainen."
Marijne maakt inmiddels van de nood een deugd. "Ik hou mezelf wel bezig. Een van de dingen die ik doe, is het schrijven van een boek over mijn ervaringen in India en mijn tijd bij het Nederlands elftal. Ook voer ik individuele gesprekken met de meiden, lees ik veel en kijk ik Netflix."
Marijne hoopt maandag te horen dat de maatregelen in India versoepeld worden, zoals de Nederlandse topsporters ook deze week goed nieuws hopen te krijgen.