Corona zet streep door promotie en fusie en dus wordt RBC geen raketijsje
Hoe zou het toch zijn met RBC? De ooit zo trotse bekerfinalist uit Roosendaal? De club die van 1984 tot 2011 betaald voetbal speelde? De club van Henk Vos, Pierre van Hooijdonk, Rob Penders en Pius Ikedia?
RBC leeft nog, al scheelde het een haartje. Deze week ketste een voorgenomen fusie van hoofdklasser RKSV Halsteren met de 'stadionclub' RBC af.
"Door de coronacrisis is het niet mogelijk om elkaar recht in de ogen te kijken", verklaarde voorzitter Ger Deleij. "En bij zo'n ingrijpend besluit is dat wel nodig."
Tot opluchting van al wie het oranje-wit-blauw van RBC liefheeft.
"Als je nu door de volkswijk Kalsdonk rijdt, zie je nog overal vlaggen en vaantjes van RBC. Op vrijdagavond gaan de mensen gewoon anderhalf uur de kroeg in, zoals ze dat vroeger deden bij RBC."
Aan het woord is Floyd Aanen, journalist van beroep en van jongs af aan RBC-supporter. Samen met Eric Konings begon hij dit jaar de podcast 'De Luiten', vernoemd naar het oude RBC-stadion in Kalsdonk.
Bedoeld als een podcast over clubliefde, nostalgie en schitterende verhalen, zoals die over de door de makers getraceerde Congolese doelman Mukweyanzo 'Eugene' Bulayima. Maar de laatste weken gevuld met nieuws over het naderende einde van de Roosendaalse trots.
Raketijsje
In januari kondigde het bestuur van de derdeklasser namelijk aan de mogelijkheden van een fusie met hoofdklasser Halsteren te willen onderzoeken. Op 4 april leek die fusie in kannen en kruiken. Via een e-mail aan de leden werd zelfs het nieuwe tenue voorgesteld: een oranje-geel shirt, zwarte broek en zwarte kousen.
Een raketijsje, zo werd het genoemd.
En toen kwam voorzitter Deleij opeens met de mededeling dat de fusie van de baan is. Sterker, van de ene op de andere dag zag hij de financiële toekomst van RBC rooskleurig in.
Opmerkelijk. Want RBC speelt nu al acht jaar in de krochten van het amateurvoetbal, maar gedraagt zich nog altijd als een profclub. Neem de trainers. Oud-profs als Martijn van Galen, Danny Matthijsen en Henk Vos beten hun tanden stuk op de grillige Roosendaalse club.
Onder oud-prof Koos Waslander leek RBC eindelijk de stap naar de tweede klasse te maken. De 'stadionclub' stond bovenaan, met een voorsprong van zes punten op nummer twee VV Gastel. Die ambities werden gesmoord door de coronacrisis.
Leven als een prof
Behalve de trainers drukt vooral de jeugdopleiding zwaar op de begroting. Kosten noch moeite worden in Roosendaal gespaard om de status van regionaal opleidingscentrum te behouden. Via oud-speler Damien Hertog kwam een samenwerking met Feyenoord tot stand en jaarlijks ziet RBC jeugdspelertjes vertrekken naar profclubs in Rotterdam of Den Haag.
Maar in het eerste van RBC spelen geen spelers uit eigen opleiding. "De bedoeling was ooit om spelers op te leiden voor het eerste elftal", weet Konings.
"De jongste jeugdelftallen van RBC spelen ook op een behoorlijk niveau, maar vanaf een jaar of zestien is dat niet meer zo. Die jongens zeggen dan: 'Bekijk het maar, ik ga wel met mijn vriendjes spelen'. Eigenlijk is RBC aan het opleiden voor de eigen concurrenten, ook in de derde klasse."
Bekerfinale
Wie tegenwoordig RBC ziet spelen, kan zich niet voorstellen dat deze club in 1986 nog in de finale van de KNVB-beker stond. In de halve eindstrijd knokte het zich in een veldslag langs FC Den Haag. "Met acht spelers uit Kalsdonk in de ploeg", weet Aanen.
De finale was in De Meer tegen het Ajax van trainer Johan Cruijff. Duizenden supporters reisden af naar Amsterdam en zorgden voor een heerlijk sfeertje. Zelfs de 3-0 nederlaag kon de pret niet drukken.
Podcastmakers Aanen en Konings gaan zelf sinds de vroege jaren negentig naar RBC. "Die sfeer op De Luiten, ik weet het nog precies", vertelt Konings vol vuur. "En later gingen we mee naar uitwedstrijden. RBC verloor alles en stond onderaan, maar man, wat een belevenis. Dat blijft."
In het bijna 108-jarige bestaan speelde RBC vijf seizoenen in de eredivisie. In 2000 promoveerde de club onder trainer Robert Maaskant tegen alle verwachtingen in via de nacompetitie. De eredivisie bleek echter te hoog gegrepen en de club degradeerde meteen weer.
Maar in 2002 was het weer prijs. En nu wisten de Roosendalers met doelman Maikel Aerts, Tininho, Edwin de Graaf, Nordin Wooter, Geert den Ouden en local legends Eric Hellemons en Henk Vos het twee seizoenen vol te houden.
Weg uit de rimboe, zo snel mogelijk
Maar financieel bleef het aanmodderen en in 2011 trok de gemeente de stekker uit de club. RBC kon de huur van het stadion niet meer ophoesten en moest letterlijk, na het faillissement speelde de club thuiswedstrijden op het veld van vv Rimboe in Wouwse Plantage, vanuit de rimboe van de vijfde klasse de weg omhoog zoeken.
"In het begin stonden er gerust 1.500 man langs het veld, met bengaals vuur en alles", weet Aanen. "Maar na een paar jaar in de vijfde of vierde klasse was dat ook voorbij."
Juist daarom was een fusie met RKSV Halsteren aantrekkelijk. Als fusieclub kon RBC meteen drie klassen overslaan. En voor Halsteren was de status en het stadion van RBC aantrekkelijk.
"Er zijn nieuwe investeerders die graag topvoetbal willen terugbrengen. Dat hoeft niet per se profvoetbal te zijn, maar wel divisievoetbal bij de amateurs. In hun ogen gaat RBC veel te traag."
Feit is dat er al die jaren te veel is uitgegeven. Maar hoe nijpend de situatie is, is de vraag. De schuld (om en nabij de 140.000 euro) bestaat vooral uit achtergestelde leningen aan oud-voorzitter Jos Hermsen en zijn broer Paul. "Oud-notaris Jos Hermsen heeft een echt RBC-hart, die zal zijn lening niet snel opeisen", denkt Aanen.
Gaspijpen en voetbalmuseum
Maar geldt dat ook voor broer Paul? De Zeeuw Paul Hermsen, die een fortuin vergaarde met het verhandelen van buizen voor gastransport aan Rusland en de Oekraïne, was in de jaren negentig al betrokken bij het kortstondige profavontuur van VC Vlissingen.
In 2013 kocht hij voor een appel en een ei het stadion van RBC van de gemeente Roosendaal en legde er een kunstgrasveld aan. De club kon zo terugkeren op het oude nest, tegen een schappelijk huurbedrag.
Een mooi gebaar, maar Hermsen is ook een zuinige zakenman. "Het eerste wat hij deed was slagbomen neerzetten bij de parkeerplaats van het stadion. Wie een wedstrijd van RBC wilde bezoeken, moest voortaan 1 euro 20 per uur betalen. In de vijfde klasse, hè."
Toen het Nationaal Voetbalmuseum, het geesteskind van de Zeeuwse journalist Matty Verkamman, de deuren moest sluiten in Middelburg haalde Paul Hermsen de collectie naar Roosendaal. Zo waren de schoenen van Johan Cruijff uit de WK-finale van 1974 opeens te zien in het RBC-stadion.
Na tien jaar sloot het museum de deuren. Sinds januari 2019 liggen de parels van het Nederlandse voetbal ergens in een depot.
RBC moet weer leuk worden
Nu de fusie van de baan is, richt het bestuur zich op plan-B. "De ware uitdaging is niet om te promoveren, maar om het weer leuk te maken om naar RBC te gaan. Enkele seizoenen terug zaten er nog bijna 800 man bij de derby tegen Alliance", illustreert Konings. "Een wedstrijd in de derde klasse op zaterdagavond, bij kunstlicht. Schitterend."
De dromen over een grootse toekomst mogen weer even de ijskast in, maar wegdromen bij het verleden staat vrij. Zo verwachten de makers van podcast De Luiten honderden liefhebbers in de nieuwe bioscoop van Roosendaal voor de kampioenswedstrijd van RBC tegen Excelsior.
"Ons moeder heeft die wedstrijd destijds opgenomen op VHS, ik zat toen in het uitvak", vertelt Aanen. "We nodigen de hele selectie van toen uit om die 2-4 terug te kijken. Nou ja, 20 juni zal 'm wel niet worden vanwege de coronacrisis. Maar het gaat gebeuren."