Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) ligt onder vuur nu twee Turkse boksers en hun coach positief zijn getest op het coronavirus. Zij hebben vorige week deelgenomen aan het olympisch kwalificatietoernooi in Londen, dat, ondanks alle maatregelen over de hele wereld om verspreiding van het virus tegen te gaan, doorging.
Bijna alle internationale sportevenementen werden afgelast vanwege het coronavirus, maar op het OKT in Londen bleven de boksers in actie komen. Dat kwam de organisatie (IOC Boxing Task Force) op veel kritiek te staan. Na drie dagen werd dan ook besloten om het toernooi alsnog stil te leggen.
Turkije dient officiële klacht in
"Terwijl de hele wereld extreme veiligheidsmaatregelen nam en alle sportwedstrijden werden afgelast, lieten het IOC en de Britse overheid het toernooi gewoon doorgaan", aldus Eyup Gozgec, de voorzitter van de Turkse boksbond. Hij is van mening dat er geen rekening is gehouden met de gezondheid van de 350 boksers die op het toernooi actief waren.
"Dit was onverantwoord en had rampzalige gevolgen kunnen hebben. Gelukkig maken onze besmette boksers en hun coach het relatief goed." Turkije zal een officiële klacht indienen bij het IOC.
'Bron niet duidelijk'
Het Internationaal Olympisch Comité zegt zich van geen kwaad bewust te zijn. "Het is niet mogelijk om de exacte besmettingsbron te achterhalen", aldus een verklaring. "Ten tijde van het OKT waren er meer sportevenementen in Engeland waarvoor geen regels golden met betrekking tot het aantal aanwezige mensen. Bovendien waren veel boksers in trainingskampen geweest in onder andere Italië."
"Op het moment dat de coronacrisis verergerde, is het evenement direct afgeblazen", laat het IOC ook nog weten.
Zes Nederlanders
Er waren zes Nederlandse boksers aanwezig in Londen. Enrico Lacruz, Max van der Pas, Artjom Kasparian, Delano James en Chelsey Heijnen waren al in actie gekomen. Nouchka Fontijn moest haar eerste partij nog boksen in Londen toen het toernooi werd stilgelegd.
Hennie van Bemmel, de bondscoach van de Nederlandse boksers, had begrip voor het besluit van de organisatie. "Ik denk dat het een verstandig besluit is. Ze hadden niet veel andere keuzes meer", zei hij na de afgelasting.