"Het ging verbazingwekkend goed gisteren tijdens Koningsdag. Ik heb niemand op de bon hoeven slingeren en dat had ik echt niet verwacht.
Het was prachtig weer en veel mensen hadden natuurlijk een vrije dag, omdat het een feestdag was. Maar meer dan 'gezellig druk' op de Brouwersdam of bij het Veerse Meer was het niet. De Zeeuwse stranden waren gewoon leeg.
De enige coronafeesten die ik gisteren heb gezien, waren feestjes in de buurt. Met een prima sfeer en iedereen op veilige afstand. Gelukkig maar, want ik vind het geen pretje om iemand op de bon te gooien. Het gaat tenslotte toch om 400 euro.
Natuurlijk merk ik dat gezinnen eropuit trekken. En jeugd doet dat ook. Het wordt echt drukker op straat. Maar als je mensen aanspreekt op hun gedrag, dan luisteren ze wel. Wat ze dan zeggen? Dat het lang duurt. En ze zeggen: 'Het is mooi weer, we willen naar buiten met vrienden. Maar we proberen echt rekening te houden met de maatregelen'.
In het begin wilde iedereen ervoor gaan. Maar nu merk je dat mensen de teugels laten vieren. Zeker nu de cijfers over ziekenhuisopnames dalen, merk je dat mensen meer het huis uitkomen.
Dit betekent trouwens niet dat mijn werk nu drukker is. We werken sowieso anders sinds het begin van de coronacrisis. Zo ging ik gisteren op pad met iemand van de politie. Dat noemen we de combi-dienst, die is aan het begin van de crisis ingevoerd om beter te kunnen handhaven op de maatregelen om verspreiding van corona tegen te gaan.
Dit bevalt goed, dus na de crisis willen we hiermee doorgaan. De collega van de politie loopt natuurlijk met een pistool en ik niet. We gaan niet af op geweldsmeldingen, maar vooral op coronameldingen.
Het werk van boa is sinds corona veranderd. Ik merk dat het vak in positieve zin meer bekendheid heeft gekregen. Als ik vrij ben, dan blijf ik zoveel mogelijk thuis. Als handhaver heb ik toch een voorbeeldfunctie. Dat gevoel heb ik altijd al, maar nu nog meer, omdat ik merk dat er heel erg naar me gekeken wordt."