Francien Yntema en Rinke van den Brink
redacteuren Wetenschap en Gezondheidszorg
Francien Yntema en Rinke van den Brink
redacteuren Wetenschap en Gezondheidszorg
Vast staat dat druppels die bij hoesten en niezen ontstaan een belangrijke rol spelen bij verspreiding van SARS-CoV-2. Onduidelijk is welke bijdrage kleinere vochtdruppeltjes leveren. Hieronder de stand van de wetenschap.
Wat zijn aerosolen?
Aerosolen bestaan volgens het RIVM uit een wolk grote en kleine druppels en uit druppelkernen. Grote druppels hebben een doorsnee van meer dan 5 tot 10 micrometer. Kleine druppels hebben een doorsnee van minder dan 5 micrometer. Druppelkernen bevatten geen vocht. Bij hoesten en niezen komen grote druppels vrij die snel op de grond vallen. Fijne vochtdruppels en druppelkernen blijven langer in de lucht hangen. In het gewone spraakgebruik worden met aerosolen vaak kleine vochtdruppels bedoeld.
Zitten er virusdeeltjes in fijne vochtdruppels?
Het genetisch materiaal van SARS-CoV-2 kan in de lucht blijven hangen. Onderzoekers van de Universiteit van Nebraska namen luchtmonsters in patiëntenkamers en afdelingsgangen. In meerdere monsters vonden ze viraal genetisch materiaal. De onderzoekers konden daar echter geen cellen mee infecteren.
Twee andere onderzoeksgroepen stellen dat zij wél cellen konden infecteren met virusdeeltjes uit fijne vochtdruppeltjes. Die druppeltjes kwamen echter niet van covid-19-patiënten, maar uit een verstuiver in een testopstelling. De ene groep stelt dat virusdeeltjes 3 uur besmettelijk blijven, de andere groep komt uit op zelfs 16 uur.
Vermindert ventilatie de hoeveelheid fijne druppeltjes in de lucht?
Amsterdamse onderzoekers toonden aan dat ventilatie het aantal fijne druppels in de lucht snel vermindert. In hun experiment halveerde het aantal in de best geventileerde kamer in dertig seconden. In minder geventileerde kamers duurde dit één tot vier minuten. Ook hoogleraar civiele technieken aan de TU Eindhoven Bart Blocken onderstreept het belang van ventilatie. Volgens hem zou slechte ventilatie mogelijk de vele besmettingen in verpleeghuizen en bij koren kunnen verklaren.
Zitten er besmettelijke hoeveelheden virus in fijne druppeltjes?
In heel specifieke omstandigheden, zoals bij het inbrengen van een beademingsbuis in de luchtpijp van een patiënt, ontstaan veel fijne vochtdruppeltjes met voldoende virusdeeltjes om besmettingen te veroorzaken. Het is onbekend of druppelkernen besmettelijke hoeveelheden SARS-CoV-2 kunnen bevatten.
Hoe ontstaan fijne vochtdruppeltjes?
Fijne vochtdruppeltjes ontstaan niet alleen bij specifieke medische handelingen, maar ook bijvoorbeeld bij spreken, schreeuwen, zingen en het bespelen van blaasinstrumenten. Hoe luider iemand spreekt, hoe meer fijne druppeltjes. Waarom er grote verschillen tussen personen zijn is nog onduidelijk.
Welke aanwijzingen zijn er dat aerosolen een rol spelen bij verspreiding van SARS-CoV-2?
Een Chinese studie reconstrueert hoe in een restaurant in Guangzhou tien van 21 gasten aan drie tafels SARS-CoV-2 opliepen. Van de 68 overige gasten en tientallen personeelsleden raakte niemand besmet. De drie tafels met besmettingen stonden in een hoek van het restaurant waar nauwelijks ventilatie was. De onderzoekers concluderen dat in een volle, slecht geventileerde ruimte fijne vochtdruppels mogelijk mensen besmetten met SARS-CoV-2.
Onderzoek bij proefdieren geeft ook aanwijzingen voor verspreiding van het virus. Viroloog Sander Herfst van het Erasmus MC liet zien dat fretten het virus kunnen oplopen als ze leven in een kooi met een geïnfecteerde fret of als ze zich op een afstand van minimaal 10 cm van de geïnfecteerde fret bevinden. Vanwege de kleine afstand tussen de fretten is onduidelijk of het virus is overgedragen via grote of kleine druppels of beide, schrijven Herfst en collega's in een voorpublicatie van hun onderzoek.
Lopen er nu onderzoeken die meer duidelijkheid kunnen geven?
In Rotterdam start binnenkort een vervolgexperiment met fretten om te zien of zij elkaar ook door de lucht kunnen besmetten als ze 1 meter uit elkaar zitten. Over ongeveer 3 weken hoopt viroloog Herfst dat te weten. Ook wil het Erasmus MC fijne vochtdruppeltjes opvangen uit de lucht rond besmette patiënten of dieren. Herfst wil onderzoeken of daar virusdeeltjes in zitten die in theorie andere mensen kunnen besmetten.
Waarom stelt het RIVM dat niet bewezen is dat aerosolen een rol spelen bij de verspreiding van SARS-CoV-2?
Verschillende studies hebben aangetoond dat fijne vochtdruppeltjes die mensen uitscheiden virusdeeltjes kunnen bevatten. Maar, zegt het RIVM, geen enkel onderzoek bewijst dat het voldoende virusdeeltjes zijn om mensen te besmetten. "Als iemand spreekt, schreeuwt, hoest of niest, dan krijg je wolken van lucht met druppeltjes erin", zei Jaap van Dissel zaterdag tegen de NOS.
"Die druppeltjes hebben verschillende groottes. Als je een druppeltje hebt van 10, 1 of 0,1 micrometer, dan verschillen die qua volume steeds een factor duizend. Dus je kunt je voorstellen dat grote druppels gemiddeld veel meer virus bevatten dan kleine druppels." Die grote druppels vallen eerder naar beneden dan de hele fijne. En dat gebeurt binnen anderhalve meter.
"En dan zie je bij covid-19 dat in alle landen waar men 1,5 meter aanhoudt het geleid heeft tot een afname van het aantal besmettingen." Ook het relatief lage besmettingsgetal van SARS-CoV-2 wijst erop dat infectie vooral via grote druppels gaat. Virussen die zich via fijne vochtdruppeltjes verspreiden hebben een vele malen hoger besmettingsgetal.