Na de problematisch verlopen voorverkiezingen in Iowa willen de Democratische kandidaten Bernie Sanders en Pete Buttigieg een gedeeltelijke hertelling. Dat heeft de Democratische Partij in de staat bekendgemaakt.
Buttigieg won net iets meer gedelegeerden voor de Nationale Conventie (13 tegen 12), terwijl Sanders iets meer stemmen kreeg.
Vorige week nog zei Sanders dat een hertelling van hem niet hoefde. Nu is hij van gedachten veranderd. Hij verwacht niet dat een hertelling tot een andere uitslag zal leiden. "Maar het is noodzakelijk om de inwoners van Iowa ervan te verzekeren dat ze de definitieve uitslag kunnen vertrouwen", zei Jeff Weaver, de adviseur van Sanders.
Volgende stop New Hampshire
Eerder vroeg de nationale voorzitter van de Democratische Partij ook al een hertelling. Na dagen van problemen met het tellen van de stemmen kreeg Buttigieg in Iowa 26,2 procent van de gedelegeerden achter zich en Sanders 26,1 procent.
Morgen zijn voorverkiezingen in New Hampshire. In de peilingen gaat Sanders daar aan kop, gevolgd door Buttigieg. Midden juli is de Democratische Nationale Conventie. Daar wordt de Democratische kandidaat voor de presidentsverkiezingen van november aangewezen. Het staat vrijwel vast dat die het zal opnemen tegen Trump, die in zijn eigen Republikeinse Partij nauwelijks tegenstand ondervindt.
Joe Biden, vicepresident onder Trumps voorganger Obama, stelde teleur in Iowa. Hij eindigde als vierde, ook nog achter Elizabeth Warren. Biden kan moed putten uit het feit dat de samenstelling van de bevolking in Iowa niet heel representatief is voor de rest van de Verenigde Staten; er zijn relatief weinig zwarte kiezers. Maar ook onder die groep lijkt Biden steun te verliezen.