Het is nog maar drie jaar geleden dat het Italiaanse voetbal dood en begraven leek. Het voetbalgekke land ontbrak voor het eerst in zestig jaar op een WK. "Een mokerslag die onberekenbare schade aanricht aan een land dat voetbal ademt", schreef La Gazzetta dello Sport over het falen van het vastgeroeste elftal van bondscoach Giampiero Ventura.
Maar hoe anders is de situatie nu? Met Roberto Mancini als bondscoach heeft zich een renaissance voltrokken in Italië.
De Azzurri plaatsten zich voor het EK door al hun kwalificatiewedstrijden te winnen en ook de finaleronde van de Nations League werd zonder nederlaag bereikt. En dat met - niet geheel volgens Italiaans gebruik - aantrekkelijk voetbal, veel doelpunten en jonge talenten.
Kans om te winnen
Vanavond opent Italië het EK met een wedstrijd in Rome tegen Turkije. Al 27 wedstrijden op rij is de ploeg ongeslagen, de langste reeks sinds de jaren dertig van de vorige eeuw. Het zorgt voor optimisme in het land, ook bij de 56-jarige Mancini.
"Mijn oorspronkelijke doel was succes op het WK van 2022. Maar ons werk werpt vruchten af. Op het EK willen we goed voetbal laten zien en we hebben kans om te winnen", aldus de bondscoach.
Aanvankelijk werd de aanstelling van de flamboyante Mancini nog met enig argwaan bekeken. Hij was weliswaar een gelouterde succescoach van clubs als Internazionale (drie landstitels) en Manchester City (de eerste titel in 44 jaar), maar stond ook bekend als een tamelijk behoudende trainer.
"De eerste wedstrijden waren zeker nog niet goed. Maar na een paar wedstrijden heeft hij de filosofie aangepast en de spelers hebben dat geaccepteerd", zegt Fabio Licari, voetbalverslaggever van La Gazzetta dello Sport. "Sindsdien gaat het spectaculair goed."
Vorm boven reputatie
Het draait bij de pragmatische tacticus Mancini vooral om vorm, en niet om reputatie. "Hij heeft een fris, nieuw team samengesteld waar een idee achter zit. Met veel jonge spelers, een offensieve tactiek en een ijzersterk middenveld", aldus Licari.
Sinds het aantreden van Mancini hebben al meer dan dertig spelers hun debuut gemaakt. "Het zijn niet de allerbeste spelers van Europa, het zijn geen Ronaldo's, maar samen vormen ze inmiddels een hecht team. Jullie hebben het zelf kunnen zien: Italië heeft in de Nations League twee keer tegen Nederland gespeeld, en twee keer waren we veel beter."
Wat is de magie van Mancini? De coach zelf beschouwt het nuchter: "Italië is van oudsher een land dat verdedigt en op de counter speelt. Zo speelden we tijdens de WK-kwalificatie, maar het leverde ons niets op. Dan is het tijd om te veranderen."
De ervaren Juventus-verdediger Leonardo Bonucci is vol lof over Mancini: "Hij heeft ons veel zelfvertrouwen gegeven en het enthousiasme dat we waren kwijtgeraakt na het mislopen van het WK."
"Mancini legt ons niet te veel druk op en laat ons als spelers in onze waarde. En hij hanteert een spelwijze waarin onze individuele kwaliteiten goed uitkomen", aldus de ploeggenoot van Matthijs de Ligt.
Televisiespektakel
Tijdens de 4-0 oefenzege op Tsjechië van vorige week vertolkten aanvallers Ciro Immobile (31, Lazio) en Lorenzo Insigne (29, Napoli) een hoofdrol, maar sinds het aantreden van Mancini hebben in totaal al bijna dertig spelers een doelpunt gemaakt.
Tijdens de presentatie van de EK-selectie, begin deze maand tijdens een urenlang durende liveshow op Rai Uno met veel zang en dans, toverde Mancini ook nog debutant Giacomo Raspadori, de 21-jarige spits van Sassuolo, uit de hoge hoed.
Ciro Immobile, Lorenzo Insigne en keeper Gianluigi Donnarumma fungeerden tijdens het tv-spektakel als achtergrondkoortje van de Italiaanse rapper Clementino.
Op het middenveld heeft Mancini de keuze uit een grote collectie talentvolle twintigers: Nicolò Barella (24, Internazionale), Jorginho (29, Chelsea), Manuel Locatelli (23, Sassuolo), Lorenzo Pellegrini (24, AS Roma), Matteo Pessina (24, Atalanta) en - net terug van een blessure - Marco Verratti (28, Paris Saint-Germain).
Over de verdediging hoeven Italianen zich traditioneel al helemaal geen zorgen te maken. De vaandeldragers zijn de doorgewinterde defensiemastodonten Giorgio Chiellini (36 jaar) en Leonardo Bonucci (34 jaar), de enige spelers met meer dan honderd interlands achter hun naam.
Van de andere Italianen staat niemand op meer dan vijftig caps.
Dat uitgerekend de temperamentvolle Mancini de Italianen weer aan de praat heeft gekregen, is best opvallend. Als speler was hij namelijk het tegenovergestelde van een modelprof.
Geregeld bonje
Mancini debuteerde als 16-jarige al voor Bologna in de Serie A en maakte begin jaren tachtig furore bij Sampdoria. Maar de stijlvolle nummer 10 kwam maar tot 36 interlands voor Italië omdat zijn interesses vaak buiten het veld lagen en hij geregeld bonje had met trainers, ploeggenoten en journalisten.
Toen de 19-jarige Mancini in 1984 voor het eerst werd opgeroepen voor twee oefenwedstrijden van Italië in de VS, werd hij te veel afgeleid door het nachtleven van New York. Toenmalig bondscoach Enzo Bearzot wachtte hem 's ochtends op voor zijn hotelkamer waarna Mancini onder diens bewind niet meer terug hoefde te keren.
Tien jaar later eindigde de interlandloopbaan van Mancini na een ruzie met bondscoach Arrigo Sacchi.
"Mancini was geen makkelijke speler, hij was vol van zichzelf, een beetje arty en soms arrogant", vertelt Gazzetta-journalist Licari. "Hij had een grote mond en accepteerde de discipline en de orders van de coach niet."
Een ander mens
Als clubtrainer lag Mancini ook nog regelmatig in de clinch met spelers en collega's, maar als bondscoach ("mijn droombaan") lijkt hij een ander mens.
"Hij heeft zijn fouten van toen toegegeven en heeft nu een hele andere mentaliteit", stelt Licari. "Hij is geen strenge autoritaire coach, zoals Antonio Conte, maar ook niet beste vriend van de spelers, zoals Cesare Prandelli. Hij zit ertussenin. Hij is relaxed en brengt zijn ideeën goed over."
Van het roemruchte catenaccio is onder Mancini geen sprake meer. "Van de eerste tot de laatste minuut wil Italië scoren, scoren, scoren. In de EK-kwalificatie werd het 9-1 tegen Armenië, in het oefenduel met San Marino werd het 7-0. Zulke uitslagen zijn we niet gewend in Italië."
Ook de 4-0 tegen mede-EK-ganger Tsjechië van vorige week mag er zijn. Het was de achtste zege op rij, en allemaal zonder tegendoelpunt. Het heeft veel Italianen bij voorbaat lyrisch gemaakt over de kansen op het EK. Zit er na de triomf van Måneskin op het Eurovisie Songfestival nog meer Europees succes in het vat?
"Landen als België, Frankrijk, Portugal en Spanje zijn op dit moment nog wel beter", zegt Licari. "Er heerst hier na dit vreemde jaar ook nog geen Azzurri-koorts. Maar als Italië vanavond ook van Turkije wint, zal die ongetwijfeld gaan oplopen."