Dopingonderzoek naar Sloveens wielrennen zit ook Giro-renners dwars
De Giro d'Italia is twaalf dagen oud en er prijken twee Sloveense vlaggetjes bovenaan het klassement. Jan Polanc veroverde donderdag de roze trui, terwijl zijn landgenoot Primoz Roglic van alle favorieten voor de eindzege er het beste voor staat.
Maar die prestaties worden argwanend aanschouwd door de wielerwereld nu de internationale wielerunie UCI woensdag aan Cyclingnews heeft laten weten een onderzoek te doen naar banden tussen de Sloveense wielersport en de grootschalige bloeddopingzaak Operation Aderlass.
Het onderzoek richt zich voornamelijk op de Sloveense oud-renner Milan Erzen.
Manager Bahrain-Merida
De 48-jarige Erzen is medeoprichter van wielerformatie Bahrain-Merida, waarvoor onder anderen Giro-favoriet Vincenzo Nibali uitkomt, en heeft als manager nog altijd een rol bij de ploeg. Hij ontkent dat hij iets met bloeddoping te maken heeft. "Alle implicaties voor mijn betrokkenheid bij Operation Aderlass zijn absoluut onjuist en ongegrond."
Operation Aderlass behelst meerdere sporten, waaronder het wielrennen. Zo zijn in die zaak dit jaar de namen opgedoken van Alessandro Petacchi, Danilo Hondo, Stefan Denifl, Georg Preidler, Kristijan Durasek en de Slovenen Kristijan Koren en Borut Bozic.
De laatste twee stonden tot voor kort onder contract bij Bahrain. Zowel Koren als Bozic was namens die ploeg actief in de Giro van dit jaar, de één als renner, de ander als ploegleider. Beiden zijn uit de ronde genomen.
Ook vragen voor Roglic
Als Sloveen wordt Roglic, kopman van de Nederlandse Jumbo-Visma-ploeg, logischerwijs aan vragen onderworpen. Hij wordt er bijvoorbeeld aan herinnerd dat hij bij een eerder team van Erzen, Adria Mobil, in 2013 zijn eerste profcontract tekende.
"We hebben nu net goede coureurs in ons land", reageerde Roglic eerder in de week tegen de Telegraaf. "Het is triest voor het Sloveense wielrennen en voor het wielrennen in het algemeen."
Bij die woorden sloot ook de nieuwe rozetruidrager zich aan. "Het is een redelijk trieste situatie voor Slovenië", zei Polanc na afloop van rit twaalf. "Ik ben nooit in contact gekomen met de andere ploegen of Sloveense renners die nu worden genoemd in dit onderzoek. Ik ben trots om een Sloveen te zijn."
Hij weet wie Milan Erzen is. "Maar ik heb nooit met hem samengewerkt. Ik heb altijd gewerkt met mijn vader."
UCI-voorzitter David Lappartient liet ondertussen weten dat bij het onderzoek verder geen renners betrokken zijn die nu nog in de Giro fietsen.
"Wij voelen ons niet aangesproken", zei Jumbo-Visma-ploegleider Addy Engels dan ook voor de start van de twaalfde etappe. "We weten hoe Primoz in elkaar zit, we weten hoe we met hem werken en kennen al zijn waarden. Het is een feit dat het Sloveense wielrennen nu in een kwaad daglicht staat. Dat raakt Primoz ook. Het is een manier om je uit je evenwicht te halen."
Roglic, die tot 2013 skispringer was, steekt in de Giro met kop en schouders boven iedereen uit. De 29-jarige Sloveen staat er uitstekend voor. Hij heeft, dankzij twee tijdritzeges, een voorsprong van bijna twee minuten op zijn eerste concurrent voor de eindzege.
Nog geen reactie Nibali
Die rivaal, de Italiaan Vincenzo Nibali, houdt ongetwijfeld het lopende onderzoek nauwlettend in de gaten, aangezien hij de kopman is van Bahrain-Merida, de ploeg waarvan eerdergenoemde Erzen oprichter en directeur is.
Hij heeft zich echter nog niet openlijk uitgelaten over de zaak. Ook het team blijft vooralsnog stil als het gaat om uitlatingen over Erzen.
Eerder deze week liet oud-renner en NOS-analist Stef Clement zich uit over de opmars van Roglic. "Hij transformeert in vijf jaar van skispringer tot groterondewinnaar. Als hij bij UAE-Emirates, Katusha of Astana had gereden, hadden we er een heel ander idee bij gehad."
