Formule 1: teams in de achterhoede
Het Formule 1-seizoen begint vrijdag in Melbourne. Aan de start: tien teams, twintig coureurs. Onder hen Max Verstappen, die bij Red Bull aan zijn derde jaar in de koningsklasse van de autosport begint.
NOS-specialist Louis Dekker analyseert aan de vooravond van het nieuwe seizoen de teams en de coureurs. Vandaag het eerste deel in een serie van drie: de teams die waarschijnlijk dit jaar de achterhoede zullen vormen in het racegeweld.
Het tobteam: McLaren-Honda
Het zelfvertrouwen bij McLaren was groot. En toen kwam de wintertest in Barcelona. Die liep uit op een drama. De coureurs kwamen door een eindeloze reeks technische problemen amper aan rijden toe.
Persconferenties werden gecanceld en de verantwoordelijke Japanse Honda-managers bleken opeens de Engelse taal niet meer machtig. Een slimme manier om moeilijke vragen van journalisten te pareren. Het topteam van weleer start weer als 'tobteam'.
Fernando Alonso stapte in 2015 over van Ferrari naar McLaren. De Spanjaard was gevallen voor de magie van de McLaren-Honda: de gouden combinatie die in 1988 met Ayrton Senna en Alain Prost bijna onverslaanbaar was.
Alonso wil een derde wereldtitel aan zijn palmares toevoegen, maar eigenlijk weet hij sinds de wintertest al dat dat een 'mission impossible' is. De nieuwe auto is kwetsbaar, heeft amper kilometers gemaakt en bovendien laat de topsnelheid te wensen over.
Het is zeer de vraag of Alonso zich na twee frustrerende jaren nog kan oppeppen. Het zou kenners niet verbazen als hij er na een paar races de brui aan geeft. Opvallend is wel dat hij al bij diverse teams heeft laten doorschemeren dat hij na 2017 nog een jaar wil doorgaan. Dat is in zekere zin te hopen. De tweevoudig kampioen verdient een mooier afscheid dan nóg een jaar anoniem meerijden in een McLaren-Honda.
De Vlaming Stoffel Vandoorne wachtte de afgelopen jaren geduldig op zijn kans. Die krijgt hij nu doordat Jenson Button met pensioen is gegaan. De promotie van Vandoorne is logisch. Hij is in alle rust klaargestoomd door McLaren en zijn erelijst in de lagere autosportklassen is indrukwekkend.
Vandoorne verheugt zich vooral op de race op Spa-Francorchamps, waar hij voor eigen publiek zijn kunsten mag vertonen. Het is dezelfde grand prix die ook door Max Verstappen als thuiswedstrijd is aangemerkt. Er zullen die dag dus veel Belgen en Nederlanders naar Spa trekken. Verwarrend detail: de McLaren is dit jaar oranje.
Met de Franse slag: Renault
Vorig jaar was de Renault-bolide eigenlijk een overgespoten Lotus: zwart werd geel. De overname van het team vrat zo veel tijd dat de prestaties eronder leden. De basis van de auto was niet goed genoeg. Dit seizoen moet Renault zich bewijzen als fabrieksteam. Dat betekent: afscheid nemen van de achterhoede en solide presteren in de middenmoot. 2017 is dus een opbouwjaar.
De komst van Nico Hülkenberg is een plus voor Renault. De Duitser is snel, ervaren en een garantie op veel puntenfinishes. Toch kleeft het aan hem dat hij nog geen race heeft gewonnen. Sterker: hij heeft nog nooit op het F1-podium gestaan. De klok tikt voor het eeuwige talent.
Hülkenberg miste bovendien de kans op een droomtransfer. Toen wereldkampioen Nico Rosberg besloot te stoppen had 'de Hulk' net getekend bij Renault. Hij zou een logische kandidaat zijn geweest om het stoeltje van Rosberg over te nemen, maar hij verzoent zich vooralsnog met de gedachte dat Renault in 2018 een winnend team kan zijn.
Teamgenoot Jolyon Palmer is geen geboren winnaar. Het is verrassend dat het contract met de Brit is verlengd. Zijn prestaties in 2016 waren verre van overtuigend. Palmer zal naar huis gereden worden door Hülkenberg. En Renault zal voor de sprong naar de top een betere coureur moeten strikken.
Betrouwbaarheid als struikelblok: Haas
De Amerikaanse equipe met de Italiaanse motor is klaar voor het tweede seizoen. Het team kwam met dank aan de Ferrari-motoren verrassend goed uit de startblokken, maar in de tweede seizoenshelft openbaarden zich alsnog de kinderziektes.
Vooral haperende remmen waren een terugkerend euvel. Talloze crashes en uitvalbeurten waren het gevolg. Het slechte nieuws is dat de coureurs ook tijdens de recente wintertests klaagden over remproblemen. De voortekenen stemmen dus nog allerminst hoopvol.
Romain Grosjean bleef de renstal trouw, Kevin Magnussen kwam. De Deen vervangt de Mexicaan Esteban Gutiérrez, die er in 2016 niets van bakte. Wat dat betreft maakt Haas een sprongetje voorwaarts, maar de vraag is of de coureurs in deze bolide de kans krijgen zich te bewijzen.
Een snelle auto is niets waard als diezelfde auto niet het vermogen heeft de finish te halen. Bovendien zei de teamleiding al na de wintertest dat het gat naar de topteams anderhalve seconde per ronde is. En, erger nog, de teamleiding sprak de vrees uit dat dat gat waarschijnlijk onoverbrugbaar zal zijn.
Grosjean heeft potentie, maar nog een jaar Haas kan voor hem verkeerd uitpakken. Anderzijds, de auto is een veredelde kopie van Ferrari, dus het is duidelijk waar hij op aast. Als Räikkönen na dit seizoen met pensioen gaat, staat Grosjean op poleposition in de stoelendans die zich rond Ferrari zal afspelen.
Magnussen moet aantonen dat hij Grosjean kan bijhouden. 2016 was een smetje op zijn blazoen. Magnussen had te vaak moeite met Renault-stalgenoot Palmer, die als een van de zwakkere broeders in de Formule 1 wordt beschouwd.
Survival of the weakest: Sauber
De ondergang van achterhoedeteam Manor is goed en slecht nieuws voor Sauber. Nu het Formule 1-veld is geslonken tot tien teams is de Zwitserse equipe gegarandeerd van prijzengeld. Dat scheelt al snel tien miljoen. Het nadeel is dat Sauber veroordeeld lijkt tot de rode lantaarn.
Het team scheerde vorig seizoen langs de afgrond, werd gered door een financiële injectie, maar zit qua budget nog altijd muurvast in het rechterrijtje. Punten sprokkelen is het devies, vooral in het eerste deel van het seizoen. Sauber maakt er een gewoonte van in de tweede seizoenshelft - als het geld bijna op is - in te zakken.
De coureurs zijn geen wonderkinderen. De Zweed Marcus Ericsson mocht blijven vanwege zijn trouwe geldschieters. Nieuwkomer Pascal Wehrlein is een talent, maar ook een afdanker. De Duitser had na een redelijk seizoen bij Manor op een beter zitje gehoopt, maar zag uitgerekend zijn teamgenoot Esteban Ocon naar middenmoter Force India promoveren.
Extra pijnlijk is dat beide coureurs protegés zijn van topteam Mercedes. Het heeft er dus alle schijn van dat Mercedes Ocon hoger inschaalt dan Wehrlein. En dat terwijl Wehrlein bij zijn debuut werd beschouwd als troonopvolger van drievoudig wereldkampioen Lewis Hamilton.
Wehrlein zal extreem moeten presteren om de pikorde te herstellen. Op papier een onmogelijke opgave: dat de Ferrari-motor uit 2016 stamt is weliswaar goed voor de betrouwbaarheid, maar slecht voor de snelheid. Sauber is door de ondergang van Manor het lelijke eendje van de Formule 1.
