Bondscoach Stöpler wil ploegenachtervolging nieuw leven inblazen: 'Olympisch goud te halen'
Op de WK baanwielrennen deed de Nederlandse ploeg op vrijwel elk onderdeel waaraan het deelnam mee om de medailles, al ligt juist daar een pijnpunt. Nederland deed namelijk niet aan alles mee en stuurde niet één renster naar de achtervolgingsonderdelen, terwijl dat wel het plan was.
Bondscoach Nick Stöpler wil in aanloop naar de Olympische Spelen van 2028 namelijk dolgraag een achtervolgingsploeg oprichten bij de vrouwen en de discipline weer op de kaart zetten in Nederland.
Oorspronkelijk zou Mischa Bredewold, voormalig Europees kampioen op de weg, namens Nederland meedoen aan de individuele achtervolging. Dat is geen olympisch onderdeel, maar wel een goede graadmeter voor de ploegenachtervolging. "Ik had er in de laatste maanden naartoe gewerkt en had het einde van mijn seizoen erop afgestemd. Als het aan mij lag, had ik gereden."
Balende Bredewold
Maar de Nederlandse bond had zich misrekend en mocht toch geen achtervolgers afvaardigen naar de WK in het Deense Ballerup.
"Daar baalde ik goed van", vertelt Bredewold vanuit Kopenhagen - ze had haar off-season vakantie afgestemd op de WK. "Dit was voor mij een perfect instapmoment, waar ik kon zien of de achterstand met de top overbrugbaar was richting de toekomst. Die momenten zijn schaars."
De EK baan in februari liggen namelijk in voorbereiding op het wegseizoen, en de volgende WK zijn in het Zuid-Amerikaanse Chili, waar je minder makkelijk naartoe gaat voor een experiment. En dan komen de Olympische Spelen ineens weer dichtbij.
Geen olympische deelname sinds 2012
Toch laat Stöpler zich nog niet uit het veld slaan. "In Los Angeles is de gouden medaille te halen op de ploegenachtervolging. Daar ben ik van overtuigd", vertelt hij met een fonkeling in zijn ogen. "Het is mijn grootste wens om daaraan deel te nemen. Kwalitatief hebben we er zeker de rensters voor."
De laatste jaren geldt de ploegenachtervolging als het ondergeschoven kindje op de baan. De laatste keer dat de Nederlandse vrouwen meededen op de ploegenachtervolging op de Olympische Spelen was in 2012.
Aan de kwaliteit van de rensters twijfelt Bredewold ook niet, maar wel aan de kwantiteit. "Het probleem is dat er weinig meiden op olympisch niveau op de baan rijden. Je moet dan een ploeg oprichten die valt en staat bij de wegrensters die eraan meedoen."
Italië doet dat ook al jaren, afgelopen WK zelfs nog. Wegrensters als Vittoria Guazzini en Chiara Consonni maakten deel uit van de ploeg die in Denemarken zilver won.
Toch is dat anders, vertelt Bredewold. "Zij hebben al jarenlang een stabiele groep rensters, waardoor er minder druk ligt op de individuen. Zij hoeven niet nu al te bepalen of ze in 2028 mee willen doen of niet, want de ploeg valt en staat niet bij een van hen."
"Dat is ook een van de redenen dat ik niet nu al kan zeggen of ik wel of niet de ploegenachtervolging wil rijden op de Olympische Spelen. Het is een gigantisch project, waar je minstens acht rensters voor nodig hebt in de voorbereiding. Als je vanaf nul begint, is dat gewoon lastig om op te richten."
"Ik kan me niet nu al voor de volle honderd procent richten op de ploegenachtervolging, om er dan in 2027 achter te komen dat we toch een renster te weinig hebben. Dat krijg je er ook bij de commerciële ploegen niet door."
Enthousiasme
Stöpler staat dan ook voor een gigantische opgave: hij moet in vier jaar tijd van niets naar medaillecompetitief gaan. "Ik ben ermee bezig. Er ligt al een plan, we proberen een heel duidelijk traject uit te stippelen om rensters en ploegen warm te krijgen. Ik moet het balletje, dat al voorzichtig snelheid maakt, echt laten rollen. Het begint alleen bij het enthousiast maken van de rensters."
Bredewold is benieuwd hoe ver de bondscoach daarin gaat komen. "Waar ik vooral op hoop, is dat er een trainingsgroep komt waar je zonder verplichting elke week bij kunt aansluiten als je interesse hebt, zodat we op een relatief vrijblijvende manier een mooie groep opzetten en kunnen kijken of er genoeg animo voor is. Over een paar jaar, na veel samen trainen, kunnen we dan kijken of we hier vol voor moeten gaan.
"Dat zou een model zijn waar ik brood in zie. Het zou een supermooi project zijn en het klopt dat we op papier absoluut een goede ploeg op kunnen stellen. En aan het enthousiasme van Stöpler zal het zeker niet liggen."