NOS Wielrennen

Pogacar doet 'Pogacartje' in Ronde van Lombardije: vierde zege op rij in herfstmonument

Tadej Pogacar heeft weer een 'Pogacartje' gedaan, dit keer in wielermonument de Ronde van Lombardije. De aanval waarvan je wist dat-ie ging komen, kwam op 48 kilometer van de finish. De Sloveense wereldkampioen kwam solo aan bij de finish aan het Comomeer.

Achtervolger Remco Evenepoel, de beste van de rest, kwam ruim drie minuten na Pogacar over de streep. Bijna vijf minuten na Pogacar kwam de Italiaan Giulio Ciccone als derde aan.

Pogacars vierde

Na zeges in 2021, 2022 en 2023 lukte het Pogacar in 2024 voor de vierde keer op rij om te winnen in Lombardije, zoals iedereen stiekem wel had verwacht, in een ongekend sterk jaar op de fiets. Nooit eerder won een renner de Giro, de Tour, de wereldtitel op de weg en de Ronde van Lombardije in één jaar. Pogacar is de eerste.

Zijn grootste uitdager Evenepoel, met gouden helm en gouden schoenzolen, fietste voor de eerste keer mee in Lombardije sinds zijn vreselijke valpartij in de editie van 2020, waar hij onder meer zijn heup brak.

De Belg reed met twee olympische titels - vandaar de gouden accessoires - een ongekend jaar, maar was in directe strijd met Pogacar telkens de mindere. Pogacar deed niet mee op de Olympische Spelen van Parijs. Ook op het parcours van Bergamo naar Como, dat de wereldkampioen zo goed ligt, kon Evenepoel niet mee op het moment dat het moest.

Pogacar is gedemarreerd uit een groepje met Evenepoel

Het peloton moest in ruim 250 kilometer bijna 4.800 hoogtemeters trotseren, waar op vijftig kilometer van de finish met de Colma di Sormano (12,8 kilometer à 6,7%) de langste klim van de dag begon. Een uitgelezen plek voor Pogacar om aan te vallen. En dat gebeurde ook.

Dat leek, zoals wel vaker bij Pogacar, veel vanzelfsprekender dan het eigenlijk was. Vanaf de eerste meters was het gaspedaal namelijk constant ingedrukt. Gemiddelde snelheid was ondanks zeven beklimmingen zo'n 42 kilometer per uur.

Drie Nederlanders

Bovendien was een enorm sterke groep renners er al vroeg op de dag vandoor gegaan. Tussen de 22 renners vooraan fietsten sterke klimmers als Daniel Felipe Martinez, Antonio Tiberi, Damiano Caruso, Einer Rubio, Mauri Vansevenant, Eddie Dunbar, Anders Johannessen en de drie Nederlanders Thymen Arensman, Wilco Kelderman en Martijn Tusveld.

Wilco Kelderman in de aanval in de 118de Ronde van Lombardije.

Als Pogacar meerijdt moet je wat proberen als tegenstander. Dan maar vroeg al je sterkste mannen vooruit sturen. Pogacars ploeg reageerde daadkrachtig. UAE nam de kop van het peloton ter controle en hield het gat met de koplopers lange tijd rond de twee, drie minuten.

Aan de voet van de Colma di Sormano was het gat al minder dan een minuut. Halverwege die klim was de laatste vluchter opgeslokt en vond Pogacar het tijd om te gaan. Enric Mas, Evenepoel en Lennert Van Eetvelt waren de enige die toen nog enigszins in de buurt konden blijven.

Direct na het 'Pogacartje', een monsterlijke solo, was wel duidelijk: de rest zou de wereldkampioen pas weer na de finish terug zien.

Mollema twaalfde op speciale dag

Ver daarachter streden andere renners hun eigen strijd. De beste Nederlander was Bauke Mollema, op de twaalfde plek, voor Arensman (15de) en Kelderman (21ste).

Bauke Mollema in de Ronde van Lombardije

Voor Mollema was het een speciale dag in Noord-Italië. De 37-jarige Nederlander reed zijn zestiende Ronde van Lombardije en werd zo recordhouder samen met de overleden Davide Rebellin en de 41-jarige Domenico Pozzovivo.

Maar daarmee neemt Mollema nog geen genoegen. Hij wil in zijn eentje recordhouder worden en dus voor de zeventiende keer opgaan. "Het is wel de bedoeling om hier nog terug te komen", vertelde hij in de bus op de weg terug naar het hotel.

De Nederlandse routinier kreeg tijdens de koers weinig reacties van andere renners. "Ja, Wout Poels zei nog wat onderweg. Hij had dat natuurlijk ook ergens gelezen, wel leuk."

'Dit was de bedoeling'

Pogacar reageerde nuchter na zijn indrukwekkende zege. "Elke overwinning is speciaal." Terwijl zijn solo van 48 kilometer de op een na langste was in de Ronde van Lombardije. Alleen Tony Rominger maakte het ooit bonter: in 1989 vertrok de Zwitser op 113 kilometer van de streep.

Pogacar wint 'Il Lombardia' voor de vierde keer op rij

"Dit was de bedoeling. Deze koers is zo zwaar. Ik wist dat het in de laatste 40 kilometer sowieso man tegen man ging worden. Na de afdaling van de Sormano kwam Evenepoel ietsje dichterbij. Toen heb ik zo hard mogelijk gereden om hem mentaal een tik te geven. En daarna heb ik alleen nog maar genoten van het publiek en gedacht aan vakantie."

Dit seizoen van de Sloveen was misschien wel het beste in geschiedenis van het wielrennen. Pogacar heeft niet veel met vergelijkingen met grootheden uit het verleden. Ook niet aan het Comomeer: "Laten we het pas na mijn carrière over de geschiedenis hebben."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl