Zorgen om btw-verhoging: 'Sportdeelname is belangrijke voorspeller van zorgkosten'
Jonna ter Veer
redacteur NOS Sport
Jonna ter Veer
redacteur NOS Sport
De sportbezuinigingen van het kabinet zullen vooral de laagste inkomens raken en daardoor ook de zorg. Dat stelt econometrist Willem de Boer van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. "Sportdeelname is een belangrijke voorspeller van zorgkosten."
De Boer ontving in 2022 de Boymansprijs voor beste sportonderzoek. Daarin vergeleek hij buurten met elkaar die sociaaleconomisch (naar opleiding of inkomen) op elkaar leken. Wat bleek? Sportdeelname heeft, meer dan bewegen, invloed op gezondheidsverschillen.
Ook heeft de buurt waar meer mensen sporten lagere zorgkosten dan de andere. "In een wijk waar één procent meer mensen aan verenigingssport doet, zijn de zorgkosten 25 euro lager per persoon per jaar..."
Om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden, wat het kabinet wil, zou je volgens De Boer juist in sport moeten investeren. In plaats daarvan wil het kabinet op sport bezuinigen met een btw-verhoging van 9 naar 21 procent.
Snauw naar Wilders
D66-leider Rob Jetten haalde tijdens de Algemene Beschouwingen uit naar PVV-leider Geert Wilders: "Zwemlessen gaan van 1.400 euro per jaar naar 1.600 euro. Een jaar fitness van 495 naar 550 euro. Van 399 naar 455 euro voor een Formule 1-kaartje." En daarna: "U heeft ervoor gekozen om alles wat het leven leuk maakt duurder te maken."
'Leuk' vindt econometrist Willem de Boer een understatement. "Er zit ontzettend veel maatschappelijke waarde in sport: van gezondheid tot sociale verbinding."
Hij wijst daarbij naar Schoof, die premier van alle Nederlanders wil zijn. "Sport is mogelijk de belangrijkste verbinder in het huidige Nederland."
De verhoging van de btw op sport, cultuur, logies, media en boeken samen moet 2,3 miljard euro per jaar opbrengen. Maar wat gaat het kosten? Het kabinet heeft dat niet onderzocht en is dat voor zover bekend ook niet van plan.
De bezuiniging zou nogal plotseling tot stand zijn gekomen, bleek uit een politieke reconstructie van het Algemeen Dagblad. De coalitie moest volgens de krant de begroting rondkrijgen en zocht nog een paar miljard euro.
Praktische geschoolden de dupe
Op de korte termijn zullen vooral volwassenen met een praktijkopleiding worden geraakt door prijsverhogingen, zegt De Boer. Ook omdat zij relatief het meest gebruikmaken van commerciële aanbieders, zoals fitnessclubs die juist getroffen worden door btw-verhoging. Maar ook op de lange termijn zijn zij de dupe.
Hij verwijst naar onderzoek van sportkoepel NOC*NSF uit 2023. Die bekeek de sportdeelname van volwassenen per opleidingsniveau. Van de groep theoretisch opgeleiden (hbo, universiteit) sport een derde niet (32 procent). Maar van de mensen met een praktijkopleiding (geen/vmbo/mbo) sport zelfs meer dan de helft niet (56 procent).
Sportorganisaties KNVB, het NOC*NSF en POS (Platform Ondernemende Sportaanbieders) stellen dat zeven miljoen Nederlanders "die een btw-belaste sport beoefenen" geraakt zullen worden. En dat 12 procent van de Nederlanders verwacht minder te gaan sporten, wat neerkomt op 1,8 miljoen mensen.
Contributie omhoog?
Er is nog een zorg, zegt De Boer. Het lidmaatschapsgeld van niet-commerciële verenigingen, zoals voetbal- of hockeyclubs, is vrijgesteld van btw. Maar de kans dat de contributie toch omhooggaat, of dat sportverenigingen verdwijnen, is volgens hem groot.
Vanaf 2026 wordt het gemeentefonds - overheidsgeld waar gemeenten een deel van hun uitgaven uit betalen - gekort. Sport is geen wettelijke taak van gemeenten. De Boer is, net als veel sportambtenaren, bang dat gemeenten hun tekorten gaan aanvullen met geld dat speciaal bedoeld is voor sport.
"Gemeenten kunnen heel verschillende keuzes maken wat betreft sportbeleid. Met als mogelijk gevolg dat volleybal twee keer zo duur wordt in gemeente X dan gemeente Y."
Iedereen zal door deze kabinetsplannen geraakt worden, stelt econometrist De Boer. "Voor midden en hogere inkomens maak ik me niet zo'n zorgen, die zien sneller het belang van sporten, maar aan onderkant van de samenleving is het veel zorgwekkender. Die moeten dan moeilijke keuzes maken, zoals zichzelf of hun kinderen niet meer laten sporten."
Zijn oplossing? "Het kabinet zou kunnen kijken hoe je hogere inkomensgroepen meer kunt laten bijdragen aan sport. De lagere inkomens zouden ze moeten ontzien of - nog beter - tegemoetkomen om de sportdeelname juist te vergroten."