'Moeizame' zoektocht naar meer vrouwen in nieuwe Europese Commissie
Guus Boeren
redacteur Brussel
Guus Boeren
redacteur Brussel
"De boysclub van Ursula von der Leyen." Zo wordt er in de Brusselse wandelgangen al weken gesproken over de nieuwe Europese Commissie, die op dit moment gevormd wordt. "Het is een moeizame tocht, daar bestaat geen twijfel over", zei Commissievoorzitter Von der Leyen gisteren in een persconferentie. "De nieuwe Europese Commissie moet een afspiegeling zijn van de Europese bevolking en de helft is vrouw."
Bij haar herverkiezing in het Europees Parlement in juli zei Von der Leyen zich sterk te willen maken voor gendergelijkheid. Het doel was om evenveel mannen als vrouwen in haar nieuwe Commissie te hebben. Daarom vroeg ze alle lidstaten om twee kandidaat-Eurocommissarissen voor te dragen: een man en een vrouw.
Dat verzoek werd door bijna alle landen aan de kant geschoven. Enkel Bulgarije kwam met twee kandidaten. Op dit moment zijn tien van de voorgedragen Eurocommissarissen vrouw tegenover achttien mannen. In de huidige Commissie zitten dertien vrouwen en veertien mannen.
Een gebrek aan vrouwen in de top van de Europese Commissie is niet zonder gevolgen, zegt universitair hoofddocent politicologie Liza Mügge van de Universiteit van Amsterdam. "Diverse teams komen met meer afgewogen beleidsvoorstellen", legt ze uit. "Verschillende ervaringen maken een wezenlijk inhoudelijk verschil. Von der Leyen zelf is daar een goed voorbeeld van. Als eerste vrouwelijke voorzitter van de Europese Commissie maakt ze zich hard voor gendergelijkheid."
Ook zouden minder vrouwen in de Commissie de geloofwaardigheid van de Europese Unie in de wereld verzwakken. "Europa heeft van oudsher een voorbeeldfunctie op het gebied van gendergelijkheid", zegt Mügge. Het zou volgens haar een blamage zijn voor de uitstraling van Europa als er vooral mannen in de Commissie zitten. "Andere landen kunnen dan zeggen: 'Jullie komen ons wat vertellen over regelgeving en gendergelijkheid, maar krijgen het zelf niet eens gedaan.'"
Druk op lidstaten
Von der Leyen probeert daarom nog te redden wat er te redden valt. Op dit moment zet ze kleinere lidstaten onder druk om hun voorgedragen mannelijke kandidaat in te ruilen. Daarbij probeert ze landen te verleiden alsnog voor een vrouw te kiezen door ze een belangrijkere portefeuille voor te spiegelen in haar nieuwe Commissie.
Deze inspanningen lijken de eerste vruchten af te werpen. Roemenië droeg begin deze week Europarlementariër Roxana Mînzatu voor in plaats van de eerder genoemde Victor Negrescu. Ook België kwam op de valreep met een vrouwelijke kandidaat: minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib.
Volgens D66-Europarlementariër Raquel García Hermida-van der Walle is het belangrijk dat de Commissievoorzitter voet bij stuk houdt. "Vijf jaar geleden hadden de Europese landen geen moeite met het sturen van twee kandidaten. Dat ze dat nu wel hebben, toont aan dat de lidstaten de Europese Commissie minder serieus nemen. Als we hier geen streep zetten, krijgen de lidstaten altijd hun zin."
Overigens houdt Nederland zich met de voordracht van Wopke Hoekstra als een van de weinige landen wel aan het verzoek van Von der Leyen, want landen die een zittende Eurocommissaris nomineren, hoeven niet met twee kandidaten te komen.
Hoorzittingen
Als het Von der Leyen niet lukt om met een Commissie te komen waarin het aantal mannen en vrouwen evenredig is verdeeld, kan haar dat in het Europees Parlement problemen opleveren bij de goedkeuring van haar kandidaten. De voorgestelde Eurocommissarissen moeten tijdens hoorzittingen in het Europees Parlement vragen beantwoorden. Als de Europarlementariërs niet overtuigd zijn van de geschiktheid van een kandidaat, kunnen ze die afkeuren en moet de lidstaat met een nieuwe naam komen.
Vijf jaar geleden, bij het samenstellen van de vorige Europese Commissie, kregen drie kandidaat-Eurocommissarissen geen goedkeuring van de Europarlementariërs. De verwachting is dat het er dit najaar mogelijk meer worden.
García Hermida-van der Walle vindt dat het Europees Parlement tijdens de hoorzitting zijn tanden moet laten zien. "Genderbalans is een element in de afweging die we per kandidaat zullen maken, ook prestaties en ervaring nemen we mee." Voor de PVV ligt de focus niet op gender. "Geslacht gaat geen invloed hebben op stemgedrag", laat PVV-Europarlementariër Sebastiaan Stöteler weten.
Minder serieus genomen
Op 11 september gaat Von der Leyen langs bij het Europees Parlement. Verwacht wordt dat dan de voordrachten definitief worden. Tot die tijd is het dus aan Von der Leyen om de lidstaten te overtuigen om meer vrouwelijke kandidaten voor te dragen.
Als haar dat niet lukt, tast dat ook haar eigen positie aan. "In het verleden zagen we dat vrouwen die zich inzetten voor gendergelijkheid en daar niet in slagen minder serieus worden genomen", zegt universitair hoofddocent politicologie Mügge. "Ze worden dan beticht van identiteitspolitiek."