Saudische storm op de transfermarkt blijft uit: waar blijft het vuurwerk?
New signings to impact 2024-2025 RSL campaign. Het is een zin die tot begin deze week in koeienletters stond uitgelicht op de website van de Saudi Pro League (RSL), de Saudische voetbalcompetitie. Je zou denken: klik erop en je neemt een kijkje in de wondere wereld van nieuwe topspelers die deze zomer zijn ingelijfd voor vele miljoenen.
Maar nee, het valt mee. Het valt enorm mee zelfs. Slechts enkele nieuwe spelers, onder wie Nacho (gekomen van Real Madrid), Pierre-Emerick Aubameyang (van Marseille) en Moussa Diaby (van Aston Villa) staan afgebeeld. Het maakt nieuwsgierig: waar is de rest? Zeker na de transferexplosie van 2023 en het gegeven dat de Saudische competitie gisteravond al van start is gegaan.
Spoiler: de rest is er (nog) niet. Deze zomer staat de teller in de rijke golfstaat op iets meer dan dertig (veelal transfervrije) buitenlandse nieuwkomers. Tot dusver werd voor 188 miljoen euro uitgegeven aan spelers. Een flink contrast met vorig jaar: toen werd er 977 miljoen euro uitgegeven.
Wat is hier aan de hand?
Het was het verhaal van 2023: de ene na de andere topspeler die Europa achter zich liet voor een lucratief avontuur in Saudi-Arabië. Neymar ging van Paris Saint-Germain naar Al-Hilal, Karim Benzema verliet Real Madrid voor Al-Ittihad en Sadio Mané flankeerde superster Cristiano Ronaldo bij Al-Nassr.
Het leek op een zeker moment op een wedloop tussen Saudische clubs. Wie kon het meeste uitgeven aan een voetballer?
Dat bleek Al-Hilal te zijn. De club uit Riyad betaalde ruim 376 miljoen voor Brazilianen, Serviërs, een Portugees, een Senegalees en een Marokkaan. Al-Ahli werd tweede in het transferklassement met 184 miljoen euro, gevolgd door Al-Nassr (166 miljoen) en Al-Ittihad (124 miljoen).
Als een waterval
Dat deze vier clubs de big spenders bleken van de mercato was geen toeval. Het had alles te maken met de intrede van het Public Investment Fund (PIF) in het Saudische clubvoetbal. PIF, een van de grootste vermogensfondsen ter wereld, nam de controle over van de vier genoemde topclubs uit Saudi-Arabië. Als een waterval kletterden de transfers vervolgens neer in het koninkrijk.
Hoe anders is het nu.
Deze zomer kochten de PIF-clubs Al-Nassr en Al-Ahli gezamenlijk voor 31,4 miljoen aan spelers en hield landskampioen Al-Hilal de hand op de knip. Uitzondering is Al-Ittihad, dat vorig seizoen eindigde op een teleurstellende vijfde plaats: die club spendeerde de afgelopen weken 96,7 miljoen euro en renoveerde de selectie grondig om weer mee te kunnen dingen naar de titel.
In het spoor van Al-Ittihad kon alleen Al-Qadsiah volgen met 59 miljoen aan aankopen. De promovendus, eigendom van het Saudische olie- en gasbedrijf Aramco, is na de genoemde PIF-clubs zo ongeveer de enige club die zich heeft gewaagd aan transfersommen deze zomer. Bij veertien van de achttien clubs werd tot op heden nagenoeg niks uitgegeven.
Gratis geschuif
Dat is opvallend. Wie een blik werpt op de data achter de huidige transferzomer ziet dat er door alle Saudische clubs 188 miljoen is uitgegeven voor 194 spelers.
Kijken we dieper naar deze cijfers dan valt op dat de bulk van 194 aankopen nuance behoeft: dit betreft voor het leeuwendeel binnenlandse transfers, waarbij vooral talentvolle Saudische spelers transfervrij van club wisselden.
Slechts 36 buitenlandse spelers werden tot dusver aangetrokken. Van hen kwam ruim de helft zonder transfersom en keerde een handvol spelers, onder wie oud-PSV'er Adam Maher, terug na een huurperiode. Voor negen buitenlandse spelers werd een transfersom betaald.
Waarom blijft het zo rustig vanuit het Midden-Oosten?
"Er spelen een aantal dingen", zegt Fouad El Fdil, die in het verleden actief was als manager in het Saudische voetbal en nu aan het hoofd staat van de jeugdopleiding van NAC Breda.
"Vorig jaar werd ingezet op grote namen en meerjarige contracten. Dat was extreem, bedoeld om het voetbal daar op de kaart te zetten en als onderdeel van de strategie om het WK binnen te halen. Nu dat lijkt behaald, verschuift de aandacht steeds meer naar de infrastructurele plannen voor het WK. Daarbij eist de overheid steeds meer zelfstandigheid van clubs."
El Fdil: "Voorheen kregen clubs budgetten toegewezen via het ministerie van Sport. Dat maakte verwend, lui en ging in sommige gevallen ook niet goed. Nu worden clubs gedwongen om zelf hun broek op te houden. Dus: zelf spelers opleiden, zelf sponsors zoeken, zelf zorgen voor vollere stadions en commercie. Zaken die duurzaam zijn voor de lange termijn".
Kieskeurig
Ook speelt er volgens El Fdil nog een praktische reden: de reglementen. In het Saudische voetbal mogen clubs maximaal acht buitenlandse spelers hebben, plus twee jongere buitenlandse spelers. Het dwingt ploegen nu kieskeuriger te zijn. Wil je nieuwe spelers? Dan moet je eerst ruimte maken.
Dan de hamvraag: brandt de transfermarkt nog los in Saudi-Arabië?
"Oh, absoluut", stelt El Fdil. "Misschien wordt het minder extreem dan vorig jaar, maar dat zie je ook in Europa. Het komt echt nog wel los."
Diverse kenners laten de NOS weten nog wel wat te verwachten vanuit het Midden-Oosten. Een van hen is zaakwaarnemer Youssif Hamzaoui. Afgelopen jaren sloot hij diverse deals in het Saudische voetbal. Voor hem zit het venijn in de staart van de markt.
"Let maar op. De komende dagen (de Saudische markt is open tot 2 september, red.) gaan nog flinke transfers gebeuren. Diverse spelers zijn al in het vliegtuig gestapt en zitten hier nu in de wachtkamer. Zij worden binnenkort gepresenteerd."
Belletjes uit Nederland
Hamzaoui heeft wel een verklaring voor waarom het zo lang duurt. "Voorheen hadden clubs open chequebooks, maar nu zijn de budgetten kleiner. Wie een speler wil boven het budget, moet eerst toestemming krijgen van de SPL (de competitieleiding, red.). Dat kan even duren."
"En eh.. rustig?", besluit Hamzaoui met een lach. "Het is totaal niet rustig achter de schermen, hoor. Alleen al vanuit Nederland krijg ik zeker vijftien belletjes per dag van spelers of andere agenten. Steeds weer hetzelfde verzoek: of ik iets voor ze weet in Saudi-Arabië."