Oekraïense worstelaar ook parlementslid: 'Niet fijn trainen met raketten boven je hoofd'
Hij is het eerste Oekraïense parlementslid van kleur, maar alsof dat nog niet bijzonder genoeg is, komt Zjan Belenjoek ook als worstelaar uit op de Olympische Spelen. Het verhaal van de Oekraïense worsteltopper is niet alledaags.
De 33-jarige Belenjoek is titelverdediger in de klasse tot 87 kilogram van het Grieks-Romeins worstelen. Hij was drie jaar geleden in Tokio de enige olympisch kampioen uit Oekraïne. Tijdens de Spelen van 2016 won Belenjoek al eens zilver. Hij veroverde daarnaast twee wereldtitels en werd ook drie keer Europees kampioen. Een grote meneer dus.
Eerste politicus van kleur
Maar Belenjoek is niet alleen sporter, hij is in het dagelijks leven politicus. De worstelaar behoort tot dezelfde politieke partij als president Volodymyr Zelensky. Belenjoek heeft een Rwandese achtergrond; zijn inmiddels overleden vader is in het Afrikaanse land geboren, zijn moeder komt uit Oekraïne. Belenjoek was drie jaar oud toen zijn vader werd vermoord in de genocide tegen de Tutsi's in 1994 in Rwanda.
"Ik denk dat ik het beste voorbeeld ben van hoe Oekraïners tegen mensen van kleur aankijken", vertelde Belenjoek in 2022 in een interview met Al-Jazeera over zijn Afrikaanse achtergrond. "Mijn doel is om te laten zien dat Oekraïne een tolerant land is."
Zelensky benaderde Belenjoek in 2019 met de vraag of de atleet iets zag in een loopbaan bij zijn net opgerichte politieke partij. Belenjoek vond de vraag van Zelensky een eer en werd later dat jaar gekozen in het parlement. Een duobaan was geboren.
De worstelaar vindt het lastig om zijn sportieve en politieke loopbaan te combineren. De oorlog, die zich sinds de inval van Rusland in februari 2022 al ruim twee jaar voortsleept, trekt bovendien een zware wissel op Oekraïne.
Het trainingsschema van Belenjoek veranderde ook resoluut. "De oorlog zorgt ervoor dat je continu aan de veiligheid van je naasten denkt", zei hij vlak voor de start van de Spelen. "Het is bovendien niet fijn trainen als de raketten over je hoofd vliegen. Maar het is onze realiteit."
Belenjoek trainde voor de Spelen vooral in eigen land, maar verbleef vanwege de oorlog ook vaker in het buitenland dan normaal. Zo belegde hij trainingskampen in Polen en Kroatië.
Hij aast in Parijs nu op een derde olympische medaille. Belenjoek wil zijn zwaar getroffen land trots maken en Oekraïne wat afleiding geven. "Onze atleten moeten laten zien dat er nog volop leven in Oekraïne zit. We verdedigen nog steeds ons land, we doen nog steeds ons werk."
Belenjoek verdedigt woensdag in de Arena Champ-de-Mars, de locatie nabij de Eiffeltoren waar tot vorige week het judotoernooi werd afgewerkt, met hand en tand de eer van zijn land. Maar een nieuwe olympische finale, na Rio de Janeiro en Tokio, zit er dit keer niet in. Belenjoek strijdt donderdagavond om brons.
Grondgevechten
De Oekraïner is in zijn eerste twee wedstrijden sterk in de grondgevechten, waarmee hij letterlijk veel punten binnentrekt. De kunst van het Grieks-Romeins worstelen - de variant waarbij atleten alleen de armen mogen gebruiken en alleen het bovenlichaam mag worden aangevallen - beheerst Belenjoek uitstekend.
Maar later op de dag gaat het in de halve finales toch mis voor de Oekraïner. Alireza Mohmadi uit Iran wint na een spannend gevecht. De twee staan na het verstrijken van de tijd gelijk in punten, maar omdat Mohmadi als laatste een score maakte, is hij de winnaar.
Belenjoek krijgt donderdagavond nog een kans op het brons. Over zijn missie en ambities wil hij op woensdag nog niet te veel praten. "Na het toernooi", zegt hij al wandelend door de mixed zone, de plek waar sporters en journalisten elkaar doorgaans treffen, als hem wordt gevraagd om een interview.
Na zijn verloren halve finale neemt hij alsnog even de tijd voor de aanwezige journalisten. "Ik heb het moeilijk met mijn nederlaag, maar het hoort bij sport", zegt Belenjoek, die ook even stilstaat bij de oorlog in zijn land. "Terwijl wij hier de Olympische Spelen aan het vieren zijn, gaan er in Oekraïne mensen dood. Dus ik vraag de wereld om ons te helpen."