Schouten draagt historische bronzen plak op aan veelbesproken coach Faber: 'Stik er maar in'
Tes Schouten heeft op de 200 meter schoolslag een bronzen medaille in de wacht gesleept. De 23-jarige zwemster tikte in de La Défense Arena aan in een tijd van 2.21,05. Het goud ging naar de Amerikaanse Kate Douglass (2.19,24), het zilver was voor de Zuid-Afrikaanse titelverdediger Tatjana Smith: 2.19,60.
De Bodegraafse is de derde Nederlandse die ooit een olympische medaille in de wacht sleept op de vier banen schoolslag. Tijdens de Olympische Spelen van 1948 in Londen veroverde Nel van Vliet goud. Twintig jaar eerder, toen Amsterdam gastheer was van de Olympische Spelen, won Marie Baron zilver.
Schouten is teamgenote van Caspar Corbeau, die een dag eerder brons greep op hetzelfde nummer. Ze was de elfde Nederlandse zwemster die ooit aantrad in de olympische finale op de 200 meter schoolslag. Sinds de Spelen van 1992 in Barcelona schreef Nederland geen zwemsters meer in op het nummer.
Schouten is op de 200 school de regerend wereldkampioene. Tijdens de WK in Doha tikte ze in februari van dit jaar aan in een Nederlands record van 2.19,81.
Bekijk hier de reactie van Tes Schouten.
Schouten was na afloop niet in staat haar race te analyseren. Een gevecht met Smith om het zilver? "Daar heb ik niets van meegekregen."
'Bijna vakantie'
Het enorme gat tussen haar en de vijf zwemsters die achter haar lagen? "Ik heb niets gezien, want ik wilde vooral niet naar de banen naast me kijken."
Haar geheim? Eigen race zwemmen en verstand op nul. "Eigenlijk dacht ik in die laatste 50 meter maar één ding: kom op, je hebt bijna vakantie."
Haar bronzen medaille droeg ze op aan Mark Faber, de coach met wie ze al zeven jaar werkt. "Een mooie afsluiting van een rotperiode", noemde ze haar race.
Daarmee doelde ze op het onderzoek dat dit jaar werd ingesteld naar haar trainer. Die werd beschuldigd van vermeend grensoverschrijdend gedrag, maar recentelijk vrijgesproken van die beschuldigingen.
'Supergoede coach'
"Een klotejaar", noemde Schouten de laatste twaalf maanden zelfs. Ze nam het zonder omhaal op voor de man in wie ze altijd een rotsvast vertrouwen heeft gehad. "Wat sommige mensen ook zeggen, hij is een supergoede coach."
Brons was het hoogst haalbare. De halve finales van woensdag bevestigden wat Schouten eigenlijk al langer wist. Afgaande op de 2.19,74 van Douglas en de 2.19,94 van Smith wist de Nederlandse dat ze met de 2.22,74 die ze daar tegenover zette voor de titel hooguit een outsider was.
Haar reputatie van regerend wereldkampioene was in Parijs weinig waard.
Ook het zwemmen van deze olympische finale was voor Schouten eerder een kwestie van mogen dan van moeten. Met die instelling is ze nu eenmaal op haar best, weet ze sinds de Spelen van Tokio waar ze als 25ste eindigde op de 100 meter schoolslag.
'Gék' werd ze drie jaar geleden nog van de druk die ze zichzelf meende te moeten opleggen om op de top van haar kunnen te presteren.
"Ik had altijd iets van: als ik er nooit in slaag een olympische medaille te halen, is mijn carrière verpest. Ik werd gewoon echt oprecht gestoord van die gedachte. Het was zelfs zo erg dat ik daardoor met mezelf in de knoop raakte. Als ik op het startblok stond, dacht ik maar één ding: gadverdamme, wat is dit vreselijk."
Schouten werkte samen met haar trainer Faber aan zichzelf.
Zoet der overwinning
Moeten zwemmen werd willen zwemmen. "Ik denk dat ik het kan, hield ik mezelf voor. Of eigenlijk: ik denk in ieder geval niet dat ik het niet kan. Als het niet lukt, is dat niet het einde van de wereld."
Willen zwemmen werd medailles winnen. Begin dit jaar smaakte ze het zoet der overwinning tijdens de WK in Doha. Het was misschien niet het sterkst bezette toernooi, maar de tijd waarmee ze won - een Nederlands record van 2.19,81 - en het feit dat ze Douglas achter zich hield zei alles. Zo moet het dus.
Schouten bleef stoïcijns onder het behalen van de wereldtitel. Maar de wereld om haar heen veranderde zicht- en hoorbaar. Fietste ze door haar geboortedorp Bodegraven, dan werd haar ineens door wildvreemden nageroepen dat ze in Parijs wel even goud zou gaan halen. "Dat trok ik dus echt niet."
Steun
Kreeg ze weer eens zo'n opmerking naar zich toe geslingerd, dan zocht ze steun bij Faber. De conclusie aan het einde van zo'n sessie: "Ik moet niks, ik wil alleen iets."
Veel, zo niet alles heeft ze aan Faber te danken, wilde ze er maar mee zeggen. En dus stak ze uitgebreid de loftrompet over de man die haar leerde innig te houden van het zwemmen van finales. "Wat andere mensen misschien van hem vinden, deze medaille is ook voor hem. Stik er verder maar in."