Nieuwe wapens uit onder meer China en Rusland zijn brandstof voor strijd in Sudan
Elles van Gelder
correspondent Afrika
Elles van Gelder
correspondent Afrika
Wapens uit onder meer China, Rusland, Servië, Jemen en de Verenigde Arabische Emiraten houden de burgeroorlog in Sudan gaande. Dat schrijft mensenrechtenorganisatie Amnesty International in een nieuw onderzoek. Een deel van de wapens bereikt ook de regio Darfur, waar milities verdacht worden van het plegen van oorlogsmisdaden.
Een team van Amnesty International analyseerde zo'n tweeduizend foto's en video's die op sociale media zijn verspreid en keek welke wapens de soldaten en milities op die beelden letterlijk in handen hebben, van jachtgeweren tot handwapens. Ook doken onderzoekers in exportgegevens van verschillende landen.
Chinese mortieren
Zo vonden ze onder meer Chinese mortieren in Oost-Darfur en Turkse geweren in Zuid-Darfur. In de Sudanese regio Darfur is sinds 2004 een VN-wapenembargo van kracht, voor de rest van het land geldt dat niet.
"De wapens zijn dan ook niet per se illegaal geleverd aan het land," zegt Brian Castner, wapenonderzoeker van Amnesty International. "Het is legaal om wapens naar andere delen van Sudan te sturen, alleen zien we dat ze dus deels in Darfur terechtkomen en dat is wel een schending van het embargo."
De onderzoekers stuitten ook op een aantal opvallende verschepingen naar Sudan. "Zoals honderdduizenden losse patronen die de afgelopen jaren vanuit Turkije zijn geëxporteerd, en blanco pistolen. "Denk bijvoorbeeld aan startpistolen zoals je die bij de Olympische Spelen ziet. We vermoeden dat dit soort luchtdrukpistolen in Sudan zijn aangepast tot dodelijke wapens."
De mensenrechtenorganisatie pleit voor een VN-wapenembargo voor het hele land en voor de uitbreiding van het aantal wapens dat eronder valt. "Het huidige embargo is een schijnvertoning", zegt Castner. "De wapens komen nu dus in handen van strijders die beschuldigd worden van mensenrechtenschendingen."
Ook overtreden landen zoals China en Servië volgens Amnesty andere verdragen, zoals het wereldwijde wapenhandelsverdrag dat moet voorkomen dat geëxporteerde wapens bij genocide, misdaden tegen de menselijkheid of oorlogsmisdaden worden ingezet. "Landen en wapenbedrijven kunnen niet als excuus gebruiken dat ze het niet wisten", zegt Castner. "We weten wat er in Sudan gebeurt."
De onderzoekers hadden toegang tot exportdata van een beperkt aantal landen, maar het onderzoek komt bovenop al bestaand bewijs van internationale wapenleveringen aan de strijdende partijen in Sudan.
Begin dit jaar publiceerde VN-wapenexperts een rapport met sterk bewijs van wapenleveringen door de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) aan de milities van de RSF. De VAE ontkent de leveringen. Ook zouden er Iraanse bewapende drones gebruikt worden door het Sudanese leger.
De vraag is of een breder wapenembargo echt een verschil gaat maken. Embargo's worden regelmatig geschonden. Zo leverden Turkije en de VAE ook aan Libië, waarvoor een VN-wapenembargo geldt. Veel van de landen die leveren hebben hun eigen belangen in de regio. Zo zou Iran uit zijn op toegang tot de Rode Zee en is bekend dat de VAE profiteren van goud uit Sudan.
"Politieke wil is nodig en internationale druk, maar het is niet onmogelijk wapenstromen in te perken", meent wapenonderzoeker Castner. "Deze nieuwe leveringen maken een verschil en de burgers worden het slachtoffer, dat moeten we proberen te stoppen."