De EK-cijfers van Oranje: Depay meet zich met Olmo, Van Dijk beste kopper
Op ieder eindtoernooi dat Oranje speelt, hebben de bijna 18 miljoen bondscoaches hun oordeel klaar. Ook tijdens het EK in Duitsland liepen de meningen in Nederland weer uiteen.
Maar wat zeggen de cijfers? Nu de EK-finale is gespeeld, met Spanje als winnaar, is het tijd om nog een keer terug te blikken op het Nederlands elftal. In samenwerking met databureau Opta zetten we de opvallendste feiten op een rij.
Depay meet zich met Olmo en De Bruyne
Memphis Depay deed de laatste weken nogal wat stof opwaaien. Ging het niet over zijn haarband, dan ging het wel om zijn prestaties als eerste spits van Oranje. De roep om een basisplaats voor Wout Weghorst werd gedurende het EK steeds luider.
Uit de statistieken blijkt nu dat Depay bij de creatiefste spelers van het toernooi behoorde. Per wedstrijd kwam hij gemiddeld tot meer dan drie schoten en meer dan twee gecreëerde kansen voor teamgenoten. Bij elkaar opgeteld was hij dus betrokken bij 5,5 doelpogingen per duel en daarmee staat hij in een mooi rijtje.
Alleen andere creatievelingen als Christian Eriksen (7,2), Lamine Yamal (6,9), Dani Olmo (6,3) en Kevin De Bruyne (5,8) noteren op dat vlak betere cijfers.
Betrokken bij doelpogingen op het EK 2024
Speler | Land | Schoten en gecreëerde kansen per 90 minuten |
Christian Eriksen | Denemarken | 7,2 |
Lamine Yamal | Spanje | 6,6 |
Dani Olmo | Spanje | 5,9 |
Kevin De Bruyne | België | 5,8 |
Memphis Depay | Nederland | 5,5 |
De vraag die rijst: heeft Depay pech gehad dat hij uiteindelijk slechts één goal noteerde? Het Expected Goals-model van Opta, dat aangeeft wat de kwaliteit van de kansen is en hoeveel doelpunten die zouden moeten opleveren, biedt antwoord.
Uit dat model blijkt dat van Depay twee doelpunten hadden mogen worden verwacht met de kwaliteit van zijn kansen. Daartegenover staat Weghorst die in totaal slechts drie keer schoot, daarmee 0,65 Expected Goals noteerde, en net als Depay één treffer maakte.
Verder verdient Cody Gakpo een eervolle vermelding: met drie goals werd hij gedeeld topscorer van het EK, terwijl hij tot net één Expected Goal kwam.
Van Dijk de baas in de lucht
Op de 33-jarige Virgil van Dijk zit qua kopkracht nog altijd geen sleet, zo blijkt uit de cijfers. De aanvoerder van Oranje was in de lucht schier onverslaanbaar.
Van Dijk won 19 van zijn 23 kopduels op het EK 2024 en daarmee was hij volgens de cijfers de beste kopper op het toernooi. Van alle spelers die minstens vijftien luchtduels uitvochten, deed niemand dit procentueel zo goed als Van Dijk (82,6 procent).
Overigens deed zijn partner in de defensie, Stefan de Vrij, het op dit vlak ook erg goed. De Vrij won 15 van zijn 20 kopduels (75 procent), waarmee hij ook hoog staat in het rijtje met kopspecialisten.
Een andere uitblinker volgens velen was doelman Bart Verbruggen. Hij is pas 21, maar maakte indruk door Oranje een aantal keer op de been te houden met goede reddingen. Hem wordt een grote toekomst toegedicht. Door het Spaanse Marca werd hij in het team van 'revelaties van het toernooi' opgenomen.
De cijfers wijzen echter uit dat hij voornamelijk aan de verwachtingen heeft voldaan. Uit het Expected Goals-model van Opta blijkt dat Verbruggen afgerond zeven tegengoals had mogen verwachten.
Het aantal tegengoals dat hij kreeg? Juist, zeven. Dus precies wat de modellen van hem verwachtten. Daartegenover staat bijvoorbeeld de Georgische keeper Giorgi Mamardashvili, die op basis van hetzelfde model bijna vijf doelpunten minder tegen kreeg dan van hem werd verwacht.
Assistkoning Simons
Ook Xavi Simons was niet bij iedereen onomstreden als basisspeler in Oranje. Bij de bondscoach bijvoorbeeld, want die hield Simons in het groepsduel met Oostenrijk op de bank.
Toch eindigt Simons het EK als speler met de op een na meeste assists, na Lamine Yamal. Simons bereidde drie doelpunten van teamgenoten voor, Yamal deed dat vier keer.
Bovendien bereikte Simons enkele andere fraaie mijlpalen. Zo werd hij de op een na jongste doelpuntenmaker ooit voor Oranje op een eindtoernooi (21 jaar en 80 dagen), na Patrick Kluivert, en de op een na jongste Nederlander ooit in de halve finales van zo'n toernooi, na Arjen Robben.
Verder gaf Micky van de Ven zijn visitekaartje af bij Oranje. De verdediger werd nooit in de basis opgesteld, maar mocht vier keer als invaller zijn opwachting maken.
Daarbij viel vooral op hoe snel Van de Ven is, een kwaliteit die hij al eerder demonstreerde als speler van VfL Wolfsburg en later Tottenham Hotspur. Ook op het EK haalde hij hoge snelheden, zo maakte de UEFA bekend. Hij is de enige Nederlander in de top tien van snelste spelers in dit toernooi.
Alle goede (en minder goede) statistieken ten spijt slaagde Oranje er niet in om het EK te winnen. De halve finales vormden het eindstation voor het Nederlands elftal, dat zelden echt kon overtuigen in Duitsland.
Een statistiek die dat onderstreept: van alle halvefinalisten produceerde Oranje de minste schoten en schoten op doel, terwijl het ook het minste balbezit had van de vier overgebleven ploegen op dat moment. In de halve finale tegen Engeland kwam Nederland tot slechts elf balcontacten in het vijandelijke strafschopgebied. Dat was het laagste voor Oranje in een EK-duel sinds 2008.
NOS-analyticus Marco van Basten verwoordde het na vier EK-weken stevig: "Ik heb me niet vermaakt."