Prehistorische wolf van 44.000 jaar oud gevonden in Rusland
Russische wetenschappers hebben in de noordoostelijke republiek Jakoetië de overblijfselen van een prehistorische wolf gevonden. Het gaat om een wolf die zo'n 44.000 jaar in bevroren grond heeft gelegen, en daardoor uitzonderlijk goed bewaard is gebleven. Zo zit de vacht nog op het karkas.
De wolf werd in 2021 per toeval ontdekt door de lokale bevolking. "Dit is 's werelds eerste ontdekking van een roofdier uit het Laat-Pleistoceen", zegt Albert Protopopov, hoofdonderzoeker aan de universiteit van Jakoetsk, tegen persbureau Reuters.
Het Laat-Pleistoceen is een tussenijstijd, die 12.000 jaar geleden eindigde. Volgens de Europese Universiteit van Sint-Petersburg bieden de overblijfselen van de wolf een bijzondere inkijk in het Jakoetië van 44.000 jaar geleden. Ook geeft de vondst inzicht hoe andere dieren in het gebied leefden.
De vacht van het dier was nog te zien:
Jakoetië is een dunbevolkt gebied met uitgestrekte moerassen en bossen. Het ligt ingeklemd tussen de Noordelijke IJszee en het verre oosten van het Russische noordpoolgebied. De regio is ongeveer net zo groot als India en telt nog geen miljoen inwoners.
De autonome regio staat bekend om de extreme weersomstandigheden. In de winter kan het er tot 64 graden onder nul worden. Door die lage temperaturen is de grond permanent bevroren.
De onderzoekers vinden vaker overblijfselen van prehistorische dieren in de bevroren grond, maar dat neemt niet weg dat de vondst van de wolf bijzonder is. "Dit is de eerste keer dat een vleeseter is gevonden", zegt Protopopov. "Het was een zeer actief roofdier. Een van de grotere, maar wel kleiner dan de uitgestorven holenleeuw of een beer."