De laatste voorbereidingen worden getroffen in het Olympiastadion in Berlijn.
NOS Nieuws

EK voetbal in Duitsland moet 'duurzaamste ooit' worden, maar kan dat wel?

  • Chiem Balduk

    correspondent Duitsland

  • Chiem Balduk

    correspondent Duitsland

Bij het EK voetbal dat vrijdagavond in Duitsland begint hoopt de Duitse organisatie uiteraard op Duitse winst. Maar het land streeft ook een andere titel na: die van meest duurzame EK allertijden. Maar kan zo'n groot evenement ooit echt 'groen' worden?

De tien EK-stadions hebben in opdracht van de UEFA duurzaamheidsmaatregelen moeten treffen. In het Olympiastadion in Berlijn, waar Nederland de derde groepswedstrijd speelt, waren ze ruim op tijd klaar met alle groene aanpassingen. "Wij hadden als eerste stadion ter wereld een Green Globe-certificaat", vertelt directeur Timo Rohwedder trots.

Al wandelend onder de zuilen van het bombastische gebouw wijst Rohwedder op alle verbeteringen. Er wordt alleen nog ledverlichting gebruikt, die de helft van de energie verbruikt ten opzichte van de vorige lampen. "En ze kunnen van kleur veranderen!" Er zijn waterbesparende toiletten geïnstalleerd, regenwater wordt opgevangen en twee bijenkolonies wonen tegenwoordig naast het stadion.

Het pronkstuk ligt op het dak: zonnepanelen, goed voor ruim 600.000 kilowattuur per jaar. "Dat gebruiken we allemaal zelf. Het is goed voor ongeveer 13 procent van ons verbruik", zegt Rohwedder. Lang niet genoeg voor de enorme energiebehoefte van een stadion, maar het hoogst haalbare voor nu.

Het Olympiastadion van boven, met zonnepanelen langs de rand van het dak.

Het imposante Olympiastadion, door de nazi's gebouwd voor de Olympische Spelen van 1936, kan als monument namelijk niet zomaar worden vertimmerd. "Het is niet eenvoudig om aanpassingen te doen aan dit gebouw. Dat moet je echt goed voorbereiden." De verduurzamingsoperatie is dan ook nog niet klaar, zegt Rohwedder.

Sponsorcontracten

Er kan inderdaad nog veel meer gebeuren, erkent Anton Klischewski. Hij is duurzaamheidscoördinator bij de eerste amateurvoetbalclub met een groen keurmerk: FC Internationale Berlin 1980. Vanwege zijn verdienste daar werd hij door de Berlijnse EK-organisatie ingeschakeld als adviseur. "Er is veel gedaan om ervoor te zorgen dat het duurzaam wordt, maar je kunt niet alles beïnvloeden."

Voetbalbond UEFA zit bijvoorbeeld vast aan contracten met sponsors; niet altijd de meest duurzame bedrijven. De officiële EK-bal van Adidas is bijvoorbeeld geen fair trade-bal. "Helaas heeft minder dan 1 procent van de voetballen zo'n certificaat", zegt Klischewski. "Zo'n bal is iets duurder, maar dan wordt iedereen in de hele productieketen wel eerlijk betaald. Als wij deze ballen kunnen hebben, waarom dan niet iedere club?"

Stadiondirecteur Rohwedder zegt dat veel van de duurzaamheidskeuzes aan de UEFA zijn. "Ik ken de details van hun contracten niet, bijvoorbeeld over frisdrank. Wat wij kunnen doen, is zorgen voor herbruikbare bekers." Zijn verantwoordelijkheid eindigt bij het buitenhek van het Olympiastadion, zegt hij.

De club van Klischewski loopt op veel manieren voorop. Met een fair trade-bal dus, maar ook met deels gerecyclede voetbalshirts en leenfietsen. Hij weet dat veel groene verandering tijd kost. "Wij verkopen ook nog steeds vlees in de kantine, omdat onze leden dat graag willen. Je moet niet sneller willen gaan dan de samenleving aankan. Soms moet je een stapje terug doen om er later weer twee vooruit te zetten."

Meer treinen, minder vliegen

De grootste uitdaging is het vervoer van de teams, hun personeel en vooral de miljoenen fans uit heel Europa. Die bewegingen zijn goed voor zo'n 70 tot 80 procent van de uitstoot van het evenement, zegt Klischewski. Supporters worden daarom opgeroepen vooral met de trein te reizen. "We hebben dan wel goede, stipte treinen nodig. Helaas heeft Deutsche Bahn geen goed imago."

De UEFA stimuleert de verkoop van goedkope Interrail-treinpassen en Deutsche Bahn verkoopt treintickets tussen speelsteden voor 29 euro. In Berlijn is openbaar vervoer zelfs volledig gratis voor bezoekers van de EK-wedstrijden. Anders is dat bij de Olympische Spelen in Parijs, waar de ov-tickets tijdens het evenement juist duurder zijn gemaakt.

Veel speelsteden liggen honderden kilometers uit elkaar

De nadruk op duurzaam reizen staat in schril contrast met het vorige EK, dat in 2021 plaatsvond in elf verschillende landen, van Azerbeidzjan tot Spanje. Zulke (vlieg)afstanden hoeven nu niet meer te worden afgelegd, maar de groepswedstrijden worden wel in verschillende Duitse steden gespeeld, met alsnog veel reisbewegingen tot gevolg.

Een grote verantwoordelijkheid ligt bij de supporters, zegt stadiondirecteur Rohwedder. "Ieder individu zou moeten bedenken: wat kan ik bijdragen? Hoe kom ik naar het stadion? En welke producten en merchandise koop ik?"

Tot slot weet hij nog wel iets anders dat de Nederlandse fans kunnen bijdragen: "Een goede sfeer, maar daar staan ze al bekend om."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl