Wat eet een atleet? Topwetenschapper helpt TeamNL aan voorsprong richting Parijs
Baansprinter Harrie Lavreysen wil in de laatste weken voor Parijs nog iets afvallen. Atlete Lieke Klaver? Ze laat meer dan ooit de chocola links liggen, "ook al wil ik het zóóó graag." En kogelstootster Jessica Schilder eet bijna non-stop kwark. Uit alles blijkt: het grote aftellen naar de Olympische Spelen is begonnen voor de sporters van TeamNL.
Er wordt veel van ze verwacht in Parijs. Een vierde plaats op de medaillespiegel? Het kan. Al zet NOC*NSF in op een 'voorzichtige' plek bij de beste tien landen.
Onrealistisch lijkt het allemaal niet, na een zevende plaats in Tokio met een recordaantal van 36 medailles. Maar waar zijn de ambities op gebaseerd? En wat doet Nederland de laatste jaren nou zoveel beter dan de andere pakweg 200 landen in de wereld?
Functionele voeding
"We hebben het gevoel dat we in de kopgroep zitten van landen die met sportvoeding bezig zijn", legt NOC*NSF-directeur André Cats uit. Hij benadrukt daarbij dat voeding niet de enige oorzaak voor het succes is, "maar voeding is wel een ongelooflijk belangrijk thema binnen de sport."
We nemen een kijkje in de keuken van sportcentrum Papendal, letterlijk en figuurlijk, en komen terecht in een wereld waarin alles draait om 'functionele voeding'. Met een voor velen onbekende professor aan het roer.
Met voeding heb je elke dag zes kansen om het perfect te doen.
Het draait om koolhydraten, eiwitten, krachttrainingen, weegschalen, supplementen. En alles wordt nauwkeurig bijgehouden door middel van speciaal ontwikkelde programma's, apps en excelsheets.
Sporters krijgen advies op maat en weten daardoor precies wat ze wanneer na welke training tot zich moeten nemen. Vaak tot op de gram nauwkeurig.
Het systeem is opgebouwd door Asker Jeukendrup (54), een Nederlandse voedingswetenschapper, die op Papendal niet minder dan dertig diëtisten en voedingsdeskundigen aanstuurt, waarvan er tien alleen bezig zijn met de sporters die medailles worden toegedicht in Parijs.
Toch kent Klaver zijn naam niet eens. Cats legt uit: "Asker is niet iemand die zich per se op de voorgrond wil bewegen. Maar als je ziet wat hij hier gedaan heeft, alleen al met het topsportrestaurant en zijn visie op voedingsupplementen, dan heeft hij een groot track record."
Jeukendrup werkte, nadat hij in 1997 promoveerde aan de universiteit in Maastricht, vooral in het buitenland. Hij deed baanbrekend onderzoek naar metabolisme (stofwisseling) en de inname van koolhydraten tijdens inspanning, werd op zijn 35ste professor aan de universiteit van Birmingham en kwam via zijn werk voor het Amerikaanse PepsiCo in contact met veel internationale topatleten.
'Bij Barcelona ging het er vrij amateuristisch aan toe'
Hij werd in 2014 door toenmalig chef de mission Maurits Hendriks naar Papendal gehaald en drie jaar later verbond hij zich ook aan Jumbo-Visma, waar hij onder meer een succesvolle voedingsapp ontwikkelde. En dan stond hij ook nog sporters als Usain Bolt, Haile Gebrselassie en Serena Williams bij door ze adviezen te geven om, in het geval van Bolt, sneller te kunnen herstellen na inspanningen.
Bij PSV liet hij recent nog de kantine transformeren tot een sportrestaurant en bij FC Barcelona bracht hij in 2014 het eerste elftal van onder anderen Lionel Messi, Luis Suarez en Neymar het besef bij dat ze meer moesten drinken voor wedstrijden, want "het ging er tot die tijd vrij amateuristisch aan toe".
Diezelfde Jeukendrup bekijkt sport op de volgende manier: "Elke dag heb je een kans om met je training een bepaald effect te bereiken. Soms betekent het dat die training een lage intensiteit moet hebben en soms een hoge, en soms moeten het intervallen zijn - elke training heeft z'n eigen doel. En met voeding is het net zo."
"Je moet de doelen van die trainingen met voeding ondersteunen. Met voeding heb je per dag zes kansen - als je de snacks tussendoor meetelt - om het echt perfect te doen. Of je doet maar wat. Dan is het ook niet fout, maar dan is het ook niet optimaal."
Lavreysen, een tweevoudig olympisch kampioen die zijn lichaam ondertussen wel kent, weet dat het nauw luistert. Hij weegt nog dagelijks zijn ontbijt van yoghurt, muesli, banaan en een schep eiwitpoeder af, want: "Ik heb een perfecte hoeveelheid die voor mij fijn is. Als ik 's ochtends op de wielerbaan train, dan wil ik genoeg energie hebben voor de dag. Maar ik wil ook niet te veel eten, anders boer ik het op tijdens de training."
Mijn diëtist en ik werken met een excelsheet. Ik kan elke ochtend mijn gewicht invullen en als ik ongesteld word, vul ik dat ook in
Klaver (25) is fulltime bezig met het binnenkrijgen wat ze nodig heeft, veel meer dan dat ze dat vijf jaar geleden was. "We werken met een plusjessysteem. Op een rustdag is mijn koolhydratenbehoefte één plusje. Na een training waarop ik het meest verbrand, is het drie plusjes. Daarop kan ik een beetje baseren hoeveel koolhydraten ik eet. Een extra plusje betekent bijvoorbeeld een extra portie volkoren pasta."
Koolhydraten geven energie, eiwitten bouwen de spieren op. "Na een uurtje krachttraining, wat helemaal niet veel is, eet ik bijna geen koolhydraten. Dan ligt de nadruk meer op eiwitten, want ik ben meer bezig met mijn spieren."
Alles wordt nauwkeurig bijgehouden. "Mijn diëtist en ik werken met een excelsheet. Ik kan elke ochtend mijn gewicht invullen en als ik ongesteld word, vul ik dat ook in. Want dan eet ik ook weer meer ongezonde dingen. Ik weet niet hoe, maar dat werkt gewoon zo. Dan heb ik zin in suiker en ben ik obsessief met eten bezig. Dat zie je dan weer terug in je gewicht."
Jeukendrup: "Als je dit dag na dag, maand na maand, jaar na jaar doet, dan ga je er op een gegeven moment de effecten van zien. Ik vergelijk het altijd, als ik bijvoorbeeld met wielrenners van Visma-Lease a Bike praat, met een huis. De renner wil een huis bouwen. En elke keer als je een maaltijd hebt, kun je een baksteen in dat huis leggen. Als je een keer iets slechts eet, dan gaat het huis er niet van omvallen, het is alleen een iets mindere baksteen die je neerlegt."
Kasteel bouwen
"Maar als de helft van de bakstenen slecht is, wordt het huis ook niet geweldig. Als je ervoor zorgt dat je elke keer de best mogelijke steen neerlegt, wordt het een ontzettend sterk huis. En dan is het met de meeste sporters ook nog eens zo dat ze geen huis willen, maar dat ze een kasteel willen bouwen."
In 2018 wilde Steven Kruijswijk een kasteel bouwen. Een jaar later werd hij derde in de Tour de France. Al zal Jeukendrup de laatste zijn om te zeggen dat zijn voedingsprogramma's zo'n directe link met succes hebben. "Met voeding kun je van een ezel nog geen renpaard maken. Er komt wel talent bij kijken. Maar mijn ervaring is: als ze voeding serieus aanpakken, dan pakken ze al het andere ook goed aan. En dan kan je iets bereiken."
Voor Lavreysen zijn er, net als Klaver, geen vraagtekens meer met betrekking tot voeding of training. De omstandigheden bepalen in hoeverre hij, zoals hij het zelf verwoordt, "suppleert", oftewel in hoeverre hij voedingssupplementen tot zich neemt náást zijn standaardvoeding.
Supplementen
Een van de veelbesproken supplementen van de laatste jaren is natriumbicarbonaat, vergelijkbaar met het natuurlijke zout dat als bakpoeder bijna in elke keuken te vinden is. Lavreysen legt uit: "Het zou het lactaat iets kunnen uitstellen. Waardoor je iets later zou verzuren." Kortom: bakpoeder kan ervoor zorgen dat je de maximale inspanning iets langer kan doortrekken.
Maar er kleeft een nadeel aan. "Je neemt heel veel zout tot je, dus het kan best wel een reactie geven op je maag en darmen. In Tokio wilde ik het proberen, maar had ik last van mijn maag, dus heb ik het niet kunnen gebruiken." En in Tokio, zoals bekend, pakte Lavreysen tweemaal goud en eenmaal brons.
"Je praat over zo'n kleine marginal gain, het is ook niet iets waarvan ik denk: hebben we het niet, dan zijn we kansloos." Maar het kan wel degelijk voordeel geven, zeker in de baansport waarin het vaak om honderdsten van een seconde draait, waardoor het in Parijs wel op het menu staat.
Hoeveel medailles er in de wacht worden gesleept in Parijs, is voor Jeukendrup bijzaak. Het is ook niet het eindstation voor wat betreft voeding op Papendal. Er moet binnen afzienbare tijd een 'sportrestaurant van de toekomst' komen. "Een plek waarvan de wereld denkt: hè, hoe doen ze dat daar in Nederland?"
Tot in detail wil Jeukendrup nog niet gaan. Cats zegt er dit over: "Het sportrestaurant van de toekomst staat heel prominent op ons verlanglijstje. Wij denken dat we op het gebied van voeding nog enorme stappen willen en moeten gaan zetten, dus we zullen zeker op zoek moeten gaan naar budget."