Real Madrid walhalla voor Nederlandse sportarts: 'MRI staat hier naast het veld'
De Champions League-finale van vanavond is niet alleen een strijd tussen de beste ploegen van Europa, maar ook tussen de fitste. "De ploeg die aan einde van het seizoen het fitst is, met zo min mogelijk blessures, heeft de grootste kans op een succesvol resultaat", weet Suzanne Huurman.
Huurman werkt al vijf jaar bij Real Madrid, dat vanavond tegen Borussia Dortmund de vijftiende Champions League/Europa Cup I in de clubhistorie kan winnen. Ze werkte eerst in de vrouwentak, tegenwoordig bij de mannen. Na dit seizoen vertrekt ze naar de FIFA.
De 34-jarige Nederlandse sportarts begeleidt de spelers van de Spaanse topclub bij al hun pijntjes, blessures en herstel. Ze is expert op het gebied van belastbaarheid en overbelasting, verslindt wetenschappelijke onderzoeken. Ze zou willen dat er meer dan 24 uur in een dag zit.
Beslist zij dan ook of Luka Modric wel of niet mag voetballen? "In het algemeen is de medische staf onderdeel van het medische belastbaarheidsvraagstuk", klinkt het diplomatiek.
Rijzende ster
Huurman is een rijzende ster in de topsportwereld. Al tijdens haar opleiding geneeskunde werd ze hoofd medische staf bij Go Ahead Eagles en later clubarts bij PSV. Tot er op een dag een telefoontje van een van de grootste - zo niet de allergrootste - club ter wereld kwam.
De destijds 29-jarige Huurman zei 'ja', maar wilde haar nieuwe baan combineren met haar werk voor de Nederlandse handbalsters en voor het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht.
Zo kwam het dat Huurman de ene dag overlegde met Real Madrid-coach Carlo Ancelotti over de inzetbaarheid van spelers en de andere dag een darmkankerpatiënt adviseerde hoe die zo fit mogelijk kon blijven.
Het ziekenhuiswerk en de handbalsters blijft ze doen, maar daarnaast gaat ze een nieuwe uitdaging aan als arts bij wereldvoetbalbond FIFA.
Snoepwinkel
Het trainingscomplex van Real Madrid is voor een sportarts wat Sjakie en de chocoladefabriek is voor een kind. De medische staf bestaat alles bij elkaar uit 150 personen, vertelt Huurman. Die staan ten dienste van de voetballers en de basketbalploeg. Samen runnen ze een klein ziekenhuis. "We hebben hier alles wat we willen, behalve operatiekamers. De MRI staat naast het veld."
Een MRI-apparaat kost tussen de half miljoen en drie miljoen euro. Topsportartsen gebruiken het veelvuldig bij hamstringblessures, die een serieus probleem zijn in de voetballerij.
"In wetenschappelijk onderzoek zagen we dat er elk jaar 4 procent hamstringblessures bijkwamen bij topclubs. Dat aantal lijkt nu te stabiliseren, maar het is jaren stijgende geweest", verklaart Huurman de focus.
Voorzichtig
Voor een topsporter is het lichaam alles. Het is een wapen. Het is geld, ook voor later. Daar moet je als sportarts heel voorzichtig mee zijn.
Dat botst soms met de belangen van trainers. Hun meest gestelde vraag aan de sportarts: wanneer kan de geblesseerde of vermoeide voetballer weer spelen? Het antwoord op die vraag is niet zo makkelijk.
Want als je ervoor kiest om Vinícius Júnior of Rodrygo de rust te gunnen die ze fysiek of mentaal nodig hebben, kan het uiteindelijk betekenen dat je de Champions League-finale niet wint en dus niet die UEFA-bonus van 20 miljoen euro pakt.
De druk om iemand snel weer in te zetten is dus groot, of dat medisch gezien nu verstandig is of niet.
Die ene vraag
Houdt Huurman het hoofd koel wanneer een trainer naar haar toekomt en zegt: we hebben hem nu nodig?
"Je moet gewoon open communicatie hebben met zowel trainer als speler en jij geeft een advies. Jij zegt: dit is er aan de hand, de prognose is zoveel weken. Maar wellicht is er eerder al die Champions League-wedstrijd. Dan is er ook een verhoogd risico. Het is dan aan de trainer en speler of ze dat risico willen nemen."
Risico of gok? Want als de speler toch speelt en die inschatting niet klopt, is de prijs hoog. Zo stond Noa Lang dit seizoen bij PSV diverse keren met een hamstringblessure langs de kant. De 24-jarige aanvaller zegt dat dat komt doordat hij drie keer verkeerd is gediagnosticeerd.
"Bijna elke spierblessure is een vorm van overbelasting", weet Huurman. "De spier kan het niet aan. Het is geen trauma, komt niet door een tackle, het is opeens klaar."
Overbelasting zit 'm niet alleen in het hoge aantal wedstrijden. "Het kan ook zijn dat je niet goed getraind bent", aldus de arts.