O.J. was groter dan zijn sport; teams blijven worstelen met zijn nalatenschap
Als Americanfootballspeler reikte O.J. Simpson tot grotere hoogtes dan voor mogelijk werd gehouden, na zijn carrière volgden de diepste dalen. Al decennialang worstelen zijn oude teams met de nalatenschap van hun legendarische speler, op zijn dood volgt vooral stilte.
Na zijn overlijden, donderdag wereldkundig gemaakt door zijn familie, zwijgen de clubs waarvan hij ooit het uithangbord was. Sinds de dubbele moord op zijn ex-vrouw en haar vriend, waarvan Simpson werd beschuldigd en later vrijgesproken, lijken de teams al zoekende.
Vergelijkbare helden uit het verleden worden breeduit geëerd bij Amerikaanse sportteams. Over het overlijden van de controversiële Simpson valt geen woord op de kanalen van USC Trojans en Buffalo Bills.
Oude shirt
Trojans-coach Lincoln Riley reageerde summier in Amerikaanse media. "Natuurlijk weet ik als coach bij dit team over zijn geschiedenis en nalatenschap, de speler die hij hier was", aldus Riley. "Dat erkennen we, absoluut, en we condoleren zijn familie met hun verlies."
Bij de Trojans, het universiteitsteam waar Simpson eind jaren zestig furore maakte, was zijn shirt tijdens het afgelopen seizoen nog 'gewoon' zichtbaar. Tussen andere grootheden die voor de universiteit in het veld stonden, prijkt het oude shirt van Simpson bij thuiswedstrijden in het Memorial Coliseum in Los Angeles.
In dat stadion - over vier jaar voor de derde keer thuisbasis van de Olympische Spelen - brak Simpson door voor het grote publiek in de Verenigde Staten. 'College Football' was ook in die tijd al op nationale zenders te zien en de running back, die rennend met de bal in de hand zoveel mogelijk terrein probeert te winnen, brak record na record.
Simpson en de Trojans wonnen in 1967 de nationale titel, een jaar later werd Simpson verkozen tot de beste speler van alle universiteitsteams. Na het winnen van die Heismantrofee lonkte de profcompetitie in de onder Amerikanen populairste sport. In de draft, waarin profteams om beurten kiezen welk grote talent ze aantrekken, werd Simpson als eerste gekozen.
Successen bij de Bills
Bij Buffalo Bills kwam het supertalent aanvankelijk moeizaam op gang. Maar onder een nieuwe coach, Lou Saban, kwam de running back na drie magere seizoenen tot bloei. Simpson brak records, rende seizoen na seizoen de grootste afstanden over het veld met de bal en stond bovenaan de lijstjes van rushing touchdowns.
Simpson is de Bills altijd blijven supporten, getuige onderstaand filmpje van februari dit jaar.
In zijn beste seizoen, in 1973, werd Simpson de eerste speler die de barrière van 2.000 met de bal gerende yards slechtte. Met ook nog eens twaalf touchdowns in veertien wedstrijden leverde het Simpson de status van Most Valuable Player van het seizoen op, een prijs die doorgaans niet is weggelegd voor spelers op een andere positie dan quarterback, die als spelverdeler wordt gezien als de grote leider van een team.
Teamgenoten bekenden na hun carrière dat ze tegen Simpson opkeken, trots waren de kleedkamer te delen met een superster. De status van Simpson ontgroeide het American football.
Hij was één van de bekendste sporters van de jaren zeventig, viel in één adem met Muhammed Ali. Hij verscheen in films, series en grote merken maakten graag gebruik van zijn charisma, looks en succes. People Magazine omschreef hem in 1975 als "de eerste zwarte atleet die een alom geliefde mediasuperster werd".
Mede door zijn mediaoptredens doorbrak hij barrières voor zwarte sporters in de Verenigde Staten. "I'm not black, I'm O.J.", werd een gevleugelde uitspraak van Simpson.
Hall of Fame
Na negen seizoenen in Buffalo keerde Simpson terug in zijn geboortestad San Francisco, maar mede door blessures werd zijn tijd bij de 49ers geen succes. Zes jaar na zijn laatste wedstrijd werd hij toegelaten tot de Hall of Fame van het professionele American Football, waarin jaarlijks slechts enkele spelers worden toegevoegd als eerbetoon aan hun carrière.
'The Juice' (naar O.J., dat naast zijn naam Orenthal James ook staat voor orange juice) staat nog altijd hoog in de lijsten van best presterende spelers ooit van de Bills. Maar de club blikt daar niet graag op terug.
Veertig jaar lang werd zijn nummer (32) niet gedragen bij de Bills. Niet om Simpson te eren, zoals bij andere gestopte grootheden gebeurt in Amerikaanse sportteams. Het was geen optie meer voor spelers om nummer 32 op hun blauwe shirt te krijgen, clubeigenaar Ralph Wilson was onvermurwbaar. Alsof hij niet meer aan Simpson herinnerd wilde worden.
Pas na Wilson's dood, in 2014, is het nummer weer in de omloop. Kyron Brown draagt het. Op trainingen althans, Brown zat nog nooit bij een wedstrijdselectie.