Bij familie Bäckstedt is liefde voor Roubaix aangeboren: 'Elk jaar een feestdag'
"De kassei heeft altijd in onze woonkamer gestaan. Elynor en Zoe zijn ermee opgegroeid. Elke tweede zondag van april was onze dag om met z'n allen naar Parijs-Roubaix te kijken. In ons gezin was dat echt een feestdag."
Magnus Bäckstedt werd in 2004 de eerste Zweedse winnaar van het meest aansprekende wielermonument ter wereld. Een imposante winnaar met zijn 1.94 meter, getatoeëerde bovenarm en gouden oorring.
Tegenwoordig is Bäckstedt ploegleider in het vrouwenpeloton. Zaterdag rijdt hij in de auto van Canyon//SRAM over zijn geliefde kasseien achter jongste dochter Zoe (19). Elynor, de oudste (22), rijdt bij concurrent Lidl-Trek.
Twintig jaar later
Dat zijn naam prijkt op de erelijst van Parijs-Roubaix tussen kampioenen als Johan Museeuw, Peter Van Petegem, Tom Boonen en Fabian Cancellara lijkt op een vergissing.
Twintig jaar na zijn sensationele zege lopen we hem voor de start van Gent-Wevelgem in Ieper tegen het breedgeschouderde lijf. Onder zijn zwarte muts schuilen zachte, vriendelijke ogen.
Natuurlijk maakt hij tijd om te praten over Roubaix en zijn dochters, met plezier zelfs. "Ik heb een etappe gewonnen in de Tour en een etappe in de Giro. Maar Roubaix is Roubaix. Het heeft mijn leven veranderd."
Bekijk hieronder de beelden van Parijs-Roubaix van 2004. Magnus Bäckstedt vertelt zelf hoe hij de mooiste dag uit zijn wielerbestaan beleefde.
Magnus Backstedt was geen veelwinnaar. In 1998 won hij de 19de etappe in de Tour de France. Daarin klopte hij medevluchter Maarten den Bakker in een sprintje van vier.
Hij reed dat jaar nog voor het Franse GAN, waar zijn ploegleider Roger Legeay al voorspelde dat de vriendelijke Zweedse reus gemaakt was voor Roubaix.
Die gedrevenheid kwam uit zichzelf. En ook zijn eigenzinnigheid. "Veel mensen verklaarden me voor gek. Ik reed bijvoorbeeld met banden die 27 millimeter breed waren, terwijl iedereen toen nog met 23 of 24 millimeter reed. En ik reed met wielen die een stuk minder spaken hadden (24 voor, 28 achter). Daardoor waren mijn wielen iets flexibeler. Als ik op een kassei botste, gaven die wielen net genoeg mee om heel en recht te blijven. Bij normale wielen reed kwam er heel snel een slag in het wiel."
In 2004 had Bäckstedt een superdag. Hij overleefde het gevreesde Bos van Wallers en kon het wiel van Johan Museeuw volgen op Carrefour de l'Arbre. Vijf renners zouden gaan strijden om de zege: de gelouterde Museeuw, de nog piepjonge Fabian Cancellara, de Engelse ijzervreter Roger Hammond, de Nederlander Tristan Hoffman en Bäckstedt.
Vlak voor de finish sloeg het noodlot toe voor de drievoudig winnaar. Op de laatste echte kasseistrook, die van Hem, kreeg Museeuw een lekke band. "Hij zat in mijn wiel op een klein strookje asfalt naast de stenen. Op een gegeven moment moesten we oversteken op de kasseien. Museeuw volgde mij en reed vol op die steen. Ik zie die steen nog voor me, ik miste hem met een paar millimeter."
Sprinten op de wielerbaan
"Vanaf dat moment stegen mijn kansen natuurlijk enorm. We gingen sprinten met z'n vieren op de wielerbaan van Roubaix. Ik koos het wiel van Roger Hammond. Roger en ik waren jaren kamergenoten in België geweest, hij was zelfs getuige op mijn huwelijk - dus ik wist precies hoe snel hij was in de sprint. Het ging erom dat ik mijn hoofd koel zou houden en durfde te gokken. Ik rook mijn kans en ging."
Uiteindelijk kwam Hoffman nog het dichtste in de buurt van Bäckstedt, die met een luide schreeuw over de streep kwam. Hammond mocht met zijn vriend mee naar het podium.
"Mijn vrouw (oud-renster Megan Hughes, red.) stond met Elynor op de wielerbaan vlak na de finish. Elynor was een dreumes van 2,5 jaar en mijn vrouw was op dat moment zwanger van Zoe." Lachend: "Dus ze zijn allemaal bij die overwinning geweest."
Voetsporen
"Elynor en Zoe beseften al heel vroeg wat die wedstrijd voor mij betekende. Later hebben ze zelf een paar keer de mini-Roubaix gereden voor junioren. Dat was voor hen dé koers van het jaar. Een versie voor profrensters was er toen nog niet.
In 2018 was Zoe zelfs op weg naar de zege, tot ze door een dichte spoorwegovergang gehinderd werd. Later richtte de 14-jarige wielrenster zich rechtstreeks de UCI en organisator ASO: "Laat dit alsjeblieft niet mijn laatste kans zijn geweest om deze schitterende koers te winnen."
De smeekbede werd verhoord. Vorig jaar reden beide dochters voor het eerst met de profs over de kasseien. Elynor werd 76ste, Zoe 46ste.
Opvallend: Zoe reed haar eerste Roubaix met de pedaaltjes die haar vader bij zijn zege in 2004 gebruikte. Pedalen die ontdaan waren van alle plastic materialen, zodat de modder geen vat erop kan krijgen.
Feestdag
Voor de familie Bäckstedt wordt de vierde editie van Parijs-Roubaix voor vrouwen sowieso een feestdag. Dit jaar rijdt Zoe voor het eerst onder de vleugels van haar vader. Hoe dat is? "Best makkelijk. We zijn heel duidelijk. Als het om het team gaat, dan ben ik haar ploegleider en zij een renster. Als ze mij als vader wil spreken, dan klopt ze op mijn deur in het hotel en dan ben ik er voor haar. En dat werkt."
Als er een klassieker is waar ook Elynor zou kunnen winnen, dan is het Roubaix. Dat bewees de relatief onbekende Alison Jackson vorig jaar. Maar vooral van Zoe - vorig jaar teamgenote van de winnares - wordt veel verwacht.
"Door de resultaten die Zoe heeft neergezet op de weg en in het veldrijden (ze is meervoudig wereldkampioen in alle categorieën, red.) en ook een beetje door haar achternaam zijn de verwachtingen altijd hoog", beseft haar vader. "Maar ze rijdt nu wedstrijden die 100 kilometer langer zijn dan ze gewend is. Het kost tijd om daaraan te wennen. Die tijd krijgt ze. Aan de andere kant: met Zoe weet je het nooit."