Onderzoek: aardbevingsproblematiek ontwricht leven van kinderen in Groningen
De aardbevingsproblematiek in Groningen en Noord-Drenthe kan het leven van kinderen en jongeren flink ontwrichten. Ze hebben te maken met voortdurende stress en een verlies van vertrouwen in de overheid en zelfs in docenten. Dat concluderen onderzoekers van de Hanze in opdracht van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). Het onderzoek wordt vandaag gepresenteerd.
De studie, waarvoor met enkele tientallen docenten, jongerenwerkers en zogenoemde aardbevingscoaches is gesproken, laat zien dat de impact van de aardbevingen de leefwereld van kinderen negatief beïnvloedt. Dat gebeurt direct, door bijvoorbeeld het meemaken van een aardbeving, een beschadigd schoolgebouw of als een gezin vanwege de schade moet verhuizen. Maar ook indirect, bijvoorbeeld door de nasleep en de procedures rond de schadeafhandeling. Alles bij elkaar kan dat leiden tot gevoelens van onveiligheid en ontworteling, verlies van identiteit, levensplezier en toekomstperspectief. Op langere termijn verwachten de ondervraagde professionals ook onderwijsachterstanden.
De onderzoekers wijzen er verder op dat kinderen via hun ouders last kunnen krijgen gevoelens van onmacht, fatalisme en een verlies van vertrouwen in zichzelf en de overheid.
"Het betekent dat kinderen en jongeren er thuis, op school, in de buurt en in hun sociale leven mentaal last van kunnen hebben. Hoe erg, dat hangt af van de omstandigheden, van hun veerkracht en van hun omgeving", zegt hoofdonderzoeker Susan Ketner van de Hanze. Volgens haar is er niet één oplossing voor iedereen. "Dat maakt het ook ingewikkeld voor zorg- en onderwijsprofessionals om ermee om te gaan."
Erkenning voor leed en verdriet
Sinds eind 2023 kunnen kinderen en jongeren een schadevergoeding krijgen, als erkenning voor hun leed en verdriet. Inmiddels heeft IMG bijna 15.000 aanvragen ontvangen voor deze regeling. Veel kinderen komen daar niet voor in aanmerking. Om hun leed te verzachten en perspectief te bieden komen de onderzoekers ook met aanbevelingen. Uit hun bevindingen blijkt dat er al hulpverlening beschikbaar is bij scholen, gemeenten en zorg- en welzijnsorganisaties, maar het aanbod is versnipperd en moeilijk vindbaar, de samenhang ontbreekt en het effect op lange termijn is onduidelijk. Ook ontbreekt in de reguliere hulpverlening vaak deskundigheid over de aardbevingsproblematiek.
"Het zou goed zijn om de 'aardbevingsgeletterdheid' van professionals te vergroten, zodat ze weten hoe de bevingen en de nasleep het mentale welzijn kunnen beïnvloeden", zegt Ketner. Ook is het volgens haar van belang om de versnipperde informatie en hulp die er is, beter vindbaar te maken. Daarnaast moet er meer samenhang komen tussen de verschillende initiatieven, bijvoorbeeld tussen het onderwijs en de wijkteams van gemeenten. "Er is structureel en langdurig regie nodig."