Eindexamen Wijnaldum bij Oranje begint met 'ik' als verboden woord
"Gini, Gini, Giniiii!" Uit de honderden kinderkelen in Zeist klinkt zijn naam overduidelijk het hardst. Het doet Georginio Wijnaldum zichtbaar goed. De fans zijn hem nog niet vergeten. De man van de verrassende comeback in het Nederlands elftal.
Als een groepje van zo'n tien spelers als laatste van het veld afstapt na een druk bezochte open training (ticket 5 euro inclusief consumptie) is hij de populairste bij de vijftienhonderd fans. Niet slecht, met jongens als Xavi Simons, Cody Gakpo, Wout Weghorst en Denzel Dumfries ook op het veld.
Het zorgt voor de welbekende lach op het gezicht van de inmiddels 33-jarige Wijnaldum, goed voor negentig interlands, bezig alweer aan zijn achttiende seizoen in het profvoetbal.
Het is de lach die hij zo vaak kon tonen bij Feyenoord, PSV en toch vooral Liverpool, waar hij de Premier League en de Champions League won. Maar daarna, bij Paris Saint-Germain en AS Roma, verdween de lach in teleurstellende periodes.
Een scheenbeenbreuk kostte de aanvallende middenvelder het WK in Qatar. En na een zomerse overgang naar Al-Ettifaq, in de laag aangeschreven competitie van Saudi-Arabië, leek zijn carrière rustig aan het laatste hoofdstuk bezig, zonder Oranje.
Toch mag Wijnaldum hopen op een prachtig slotstuk: het EK van komende zomer in Duitsland. En dat heeft hij vooral te danken aan bondscoach Ronald Koeman.
'Perfecte nummer 10'
In de vorige periode van Koeman bij Oranje (2018-2020) was Wijnaldum met Memphis Depay zijn belangrijkste speler. Door zijn tomeloze inzet, onuitputtelijke sprintjes en voornamelijk de kwaliteit om makkelijk tot een doelpunt te komen.
"Zoveel aanvallende middenvelders met diepgang en scorend vermogen hebben we niet", oordeelt Koeman anno 2024. "Hij kan de perfecte 'nummer 10' zijn, met een hoog rendement."
Een examen wil de bondscoach het niet noemen, maar dat is deze interlandperiode wel degelijk voor Wijnaldum. Speeltijd gaat hij krijgen. Vrijdag tegen Schotland, dinsdag tegen Duitsland of misschien wel in beide oefenduels.
Voetballen zal hij niet verleerd zijn, maar kan hij conditioneel nog de aanjager zijn die hij was? Volgens Koeman liggen de fysieke data van Wijnaldum dicht bij de puike cijfers die hij voorheen had. "Dat is belangrijke info, al is wat mijn oog noteert nog belangrijker", aldus Koeman.
Mist bijna geen minuut
Bij Al-Ettifaq, de nummer zes van de Saudische competitie, miste Wijnaldum pas zeven minuten. De teller staat op 1.883 minuten, verdeeld over 21 duels, waarin hij goed was voor 7 goals en 3 assists.
Daarmee heeft Wijnaldum nu al veel meer minuten gemaakt dan vorig jaar bij AS Roma (1.092) en bijna net zoveel als het gehele seizoen daarvoor bij PSG (1.993). Maar in zijn laatste topjaar bij Liverpool speelde Wijnaldum bijna 4.000 minuten.
De vraag is vooral: hoe serieus neemt Koeman de Saudische competitie? "Bepaalde duels zijn wel van Europees niveau", meent de bondscoach. In Europa heerst echter sterk het beeld van een paar topspelers op leeftijd tussen de minderbedeelde lokale spelers, in de broeierige hitte voor een handvol fans.
Koeman wijst naar andere internationals
Toch zijn er wel meer internationals te vinden in het welvarende land in het Midden-Oosten. Denk maar aan de Portugezen Cristiano Ronaldo en Rúben Neves. Of aan Neymar bij Brazilië, Aymeric Laporte bij Spanje en Yannick Carrasco bij de Belgen.
"Zo vreemd is het niet wat ik doe, hoor", verdedigt Koeman zijn oproep voor Wijnaldum. De bondscoach wijst daarbij zelf nog naar de Serviër Aleksandar Mitrovic en de Kroaat Marcelo Brozovic, die ook een lucratief contract in Saudi-Arabië tekenden en nog voor hun nationale ploeg spelen.
Het Oranje-examen van de ervaren Wijnaldum bestaat uit twee onderdelen: inbreng op het veld en de invloed daarbuiten. Koeman: "Als hij niet in de basis staat, hoe is zijn rol dan in een groep? Ook dat wil ik zien."
Kort gezegd: kan Wijnaldum, ster van weleer, zich dan schikken in een, wat meer voor de hand liggende, dienende rol? Aan muitende spelers heb je op een toernooi niets, weet Koeman uit eigen ervaring.
"Dat heb ik vandaag ook tegen de groep gezegd. Het EK van 1988 was fantastisch, maar het WK van 1990 dramatisch. Want de groep was de groep niet meer. Je wil jongens die hun 'eigen ikje' pas op het laatst benoemen, en meer over 'wij' praten. Dat is voor mij heel belangrijk op een EK."