Van Empel klasse apart in Tsjechische blubber en prolongeert wereldtitel veldrijden
Fem van Empel heeft in het Tsjechische Tábor haar wereldtitel veldrijden geprolongeerd. Op het zware, modderige parcours in Zuid-Bohemen was de 21-jarige Brabantse veel te sterk voor haar concurrentie.
Lucinda Brand werd op bijna anderhalve minuut tweede, Puck Pieterse werd derde op bijna twee minuten. Het is het vierde volledig Nederlandse podium in de laatste vijf edities.
Nederlands feestje
Dat de wereldtitel bij de vrouwen voor het vijfde achtereenvolgende jaar naar Nederland zou gaan, stond op voorhand eigenlijk al vast. Van de mogelijke buitenlandse concurrenten was namelijk alleen de Italiaanse Sara Casasola van de partij.
Zoë Backstedt, Kristyna Zemanova en Marie Schreiber komen zondag in actie bij het WK voor beloften en Blanka Kata Vas - vorige week nog sterk in Hoogerheide - moest zich afmelden wegens ziekte.
Drie Nederlandse voormalig wereldkampioenen knokten vanuit de start om als eerste het veld in te kunnen duiken. Ceylin del Carmen Alvarado (wereldkampioene in 2020) schoot ondanks haar rugproblemen als eerste uit de startblokken, gevolgd door titelverdedigster Van Empel en Lucinda Brand (wereldkampioene in 2021, die nog altijd kampt met een gebroken neus). Ook Puck Pieterse, de vierde Nederlandse favoriete, kende geen perfecte voorbereiding door ziekte.
Van Empel had die zorgen niet, oogde fris, ging er na een paar honderd meter al vandoor en had na een ronde al zestien seconden voorsprong op Brand en Pieterse. Alvarado, die daar al 39 seconden toe gaf, kon haar droom van een nieuwe regenboogtrui na een ronde al opbergen.
Stoïcijns
Stoïcijns ploegde Van Empel door de modderige bovenlaag, waarbij ze gebruik kon maken van haar sterke looptechniek. De technisch superieure Pieterse zag haar achterstand intussen alleen maar oplopen, mede door het feit dat zelfs zij de veertig centimeter hoge balkjes die op drassige helling waren geplaatst niet springend op de fiets kon nemen.
Terwijl Van Empel steeds verder uitliep, zat de spanning in de strijd om het zilver. Drie ronden lang was het stuivertje wisselen tussen Pieterse en Brand, maar in de derde van de vier ronden nam Brand afstand en was ook die strijd beslist.
In de achtergrond zwoegde Alvarado op de vierde plaats en kwam ook nog hard in aanraking met de trap. Voor Van Empel voelde de vierde en laatste ronde als een ereronde. Onbedreigd reed ze naar de zege en zo kon ze al ver voor de finish haar vuist ballen en de zege vieren.
Achter pechvogel Alvarado eindigde de Belgische Laura Verdonschat als vijfde, vlak voor Casasola. Sanne Cant, de laatste niet-Nederlandse wereldkampioene (in 2017, 2018 en 2019), eindigde mede door rugproblemen als 14de.
Na afloop kondigde de Vlaamse aan volgend jaar in het Franse Liévin haar laatste WK te willen rijden.
Del Grosso wereldkampioen beloften
Eerder op zaterdag greep Tibor Del Grosso de wereldtitel bij de beloften. De 20-jarige Drent, vorig jaar in Hoogerheide nog tweede achter Thibau Nys, gold vooraf als favoriet en reed net als Van Empel het grootste deel van de wedstrijd alleen op kop.
Op een kleine halve minuut won de Belg Emiel Verstrynge de sprint om het zilver van zijn landgenoot Jente Michiels.
Pim Ronhaar was in 2021 de laatste Nederlandse wereldkampioen bij de beloften. Ryan Kamp, Joris Nieuwenhuis, Lars van der Haar, Lars Boom en Thijs Verhagen gingen hem voor.
Mathieu van der Poel werd, opvallend genoeg, nooit wereldkampioen in de categorie onder 23 jaar. Zijn beste prestatie was de derde plaats in 2014 in zijn eigen Hoogerheide.
Toch is Van der Poel de grote inspiratie voor Del Grosso, die inmiddels rijdt voor de opleidingsploeg van Alpecin-Deceuninck. "Ik hoop ooit in de buurt te komen van Mathieu. Maar dat is nog heel ver weg."