Vissers en Afrikaanse pinguïns ruziën om hetzelfde sardientje
Elles van Gelder
correspondent Afrika
Elles van Gelder
correspondent Afrika
Om hun pinguïns te redden stellen de Zuid-Afrikaanse autoriteiten een tienjarig visverbod in voor delen van de Atlantische en de Indische Oceaan. Dat is nodig, want de Afrikaanse pinguïn dreigt uit te sterven. Natuurbeschermers zijn alleen bang dat de restricties niet ver genoeg gaan.
"Zie je die pinguïn daar, je kan de botten door het vel heen zien", wijst Caire Lottring. Ze werkt voor Cape Nature, een organisatie die natuurparken beheert in de provincie Westkaap. Haar werk: zorgen voor de 1200 pinguïnbroedparen bij Stony Point, zo'n twee uur rijden van Kaapstad.
Het is een belangrijke taak. Op verschillende locaties in Zuid-Afrika en buurland Namibië zijn er nog maar 8300 broedparen. Het aantal is hard gekelderd. In de jaren 50 waren het er nog 150.000 en in 2015 15.000. Met dit tempo vrezen natuurbeschermers dat de vogel in 2035 in het wild uitgestorven kan zijn.
Het is het gevolg van een combinatie van factoren, zeggen experts. In het verleden: dat mensen pinguïn-eieren en pinguïn-poep opgraven, goed als mest maar ook belangrijk nestmateriaal voor de pinguïn. Voeg daaraan toe stormen, olierampen en natuurlijke vijanden zoals zeehonden. Maar tegenwoordig is de voornaamste oorzaak vooral dat er te weinig vis is.
"Ze houden van sardientjes en ansjovis", zegt pinguïn-ranger Gavin Pieterson, die met Lottring patrouille loopt en uit de nabijgelegen vissersgemeenschap komt. "Maar er zit steeds minder vis in de zee. Misschien door klimaatverandering en overbevissing. Industriële boten komen hier met grote netten, er blijft niets voor onze pinguïns over. We vinden vaak ondervoede pinguïns."
Vooral in deze tijd van het jaar maken de pinguïn-oppassers zich zorgen. Het broedseizoen is begonnen. De ouders moeten straks niet alleen voor zichzelf op zoek naar vis, maar ook voor hun kuikens. "En ze moeten daarvoor steeds langere afstanden afleggen", zegt Pieterson. "Als ze verzwakt zijn door honger is het risico groter dat ze niet meer terugkomen. Ze sterven van uitputting en zijn verzwakt een makkelijke prooi voor zeehonden."
Gewonde pinguïns, ondervoede pinguïns en eieren of kuikens die worden achtergelaten, worden door Pieterson naar het vogelziekenhuis van de Southern African Foundation for the Conservation of Coastal Birds in Kaapstad gebracht. Daar worden de eieren uitgebroed en de pinguïns weer opgelapt. In de vriezer staan dozen vol bevroren sardientjes, gevangen door Zuid-Afrikaanse vissers.
Vrijwilligers ontdooien de visjes in warme teiltjes met water en brengen ze naar de pinguïns. "We moeten wel ingrijpen. Het gaat zo slecht met de soort dat ieder pinguïn-leven telt," zegt Katta Ludynia, marien bioloog en hoofd onderzoek van de organisatie. Maar uiteindelijk zetten we deze pinguïns weer uit in het wild en moeten ze genoeg vis kunnen vangen. Anders blijft de kans op overleven laag."
En dus moet er daar, in het wild, iets veranderen. Al lange tijd is een strijd gaande in Zuid-Afrika: wie krijgt het sardientje? De pinguïn of de visser? Daarbij helpt het niet dat de minister van Milieu, die gaat over de natuur, ook de minister van Visserij is en dus ook moet kijken naar de belangen van de vissers die leven van de zee.
De spagaat was zo groot dat de regering een internationaal panel van wetenschappers de belangen van beide partijen liet afwegen en mee liet bepalen of een visverbod de pinguïn echt kon helpen. Terwijl dat onderzoek liep, sloot de minister tijdelijk gebieden voor visvangst. Ook konden de wetenschappers leunen op onderzoek waarbij Zuid-Afrikaanse onderzoekers tussen 2008 en 2019 experimenteerden met visverboden bij een aantal broedplekken. De conclusie was dat een visverbod zorgt voor een kleine groei van de Afrikaanse pinguïnpopulatie.
Sinds deze week is het tijdelijke visverbod omgezet naar een verbod van tien jaar. Alleen is er volgens de vogelbeschermers een probleem. Het verboden gebied is veel te klein. "Bij Stony Point bijvoorbeeld zou de zone drie keer zo groot moeten zijn om impact te hebben," zegt onderzoeker Ludynia, die met collega's ook in kaart heeft gebracht hoe ver de pinguïns zwemmen om eten te vinden. "Dit gaat niets helpen."
Honden- en kattenvoer
"De pinguïn is al 61,6 miljoen jaar oud, maar het lukt ons om ze in 500 jaar uit te moorden," zegt de Nederlandse journalist en pinguïnliefhebber Marcel Haenen, die onlangs het boek Pinguïns en de mensen publiceerde. "De Zuid-Afrikaanse sardientjes worden verpakt in blikjes en liggen in de supermarkt. De ansjovissen worden voor een deel gebruikt in honden- en kattenvoer. Maar het overgrote gedeelte van de ansjovis wordt verwerkt tot vismeel en visolie, en geëxporteerd. Ondertussen sterft de pinguïn van de honger."
Ludynia en andere vogelbeschermers willen daarom verder praten met de vissers over grotere zones. Maar Mike Copeland, voorzitter van de organisatie waaronder de sardientjes en ansjovis-vissers vallen, ziet dat niet zitten, vertelt hij aan de telefoon. En dus gaat het vechten om de vis nog wel even door en zien natuurbeschermers het somber in voor deze vogel.