Stilte in de storm: het bijzondere verhaal van de dove veldrijdster Francesca Baroni
Veldrijden is topsport in een carnavalsjasje. Er wordt gelachen en gezongen, gejoeld en gezopen, gescholden en geschimpt. Bij elke renner die langskomt, zwelt het geluid aan. Renners die met modder op het gezicht en de smaak van bloed in de mond door het slijk ploegen.
Soms gaat het mis. In de Vestingcross in Hulst kroop een groepje dronken toeschouwers ronde na ronde verbaal onder de huid van Mathieu van der Poel. En toen bleek ook de ongenaakbare wereldkampioen gewoon een fluimend mens.
Dat zal Francesca Baroni niet overkomen. De 24-jarige Italiaanse rijdt stoïcijns haar rondjes, hoe gek het publiek ook doet. En dat heeft een reden: Baroni is doof.
Videobellen
Bij de wereldbekerveldrit in Dendermonde, half november, maken we voor het eerst kennis met Baroni. Met een open blik en een vriendelijk knikje heet ze ons voor de wedstrijd welkom.
Na drie kwartier ploeteren in de blubber van Dendermonde keert Baroni terug bij de kleine camper. De rollerbank staat al klaar om uit te rijden. Baroni neemt plaats op haar fiets en grijpt naar de telefoon in haar achterzak. "Prego, mama...?"
Voor het eerst horen we haar stem. Met wilde armgebaren praat ze in de telefoon, die ze recht voor zich houdt. Ze moet namelijk recht in het gezicht kunnen kijken van vader Luca of moeder Alessandra om hun lippen te kunnen lezen.
Na elke wedstrijd belt ze eerst met haar ouders, een van de vaste rituelen die haar houvast geven. Met overslaande stem, eigen aan veel mensen die niet kunnen horen, vertelt ze hoe de koers verlopen is. En ze stelt haar ouders gerust.
In Vlaanderen staat ze er alleen voor. "Mijn ouders zorgden er altijd voor dat ze in mijn buurt bleven als ik ging fietsen. Natuurlijk waren ze bezorgd. Nog altijd zeggen ze tegen me dat ik veilig moet terugkomen."
Baroni's ouders waren het er snel over eens dat ze hun enige dochter een zo normaal mogelijk leven wilden geven. "Als baby reageerde ik niet als ze me riepen. En ik maakte ook geen babygeluidjes. Zo kwamen ze erachter dat ik doof was. Ze vonden een speciale school voor doven, waar ik leerde liplezen en spreken. Vanaf mijn tiende zat ik op een normale school."
Inmiddels kan ze vloeiend liplezen in het Italiaans en in het Engels. Ook begrijpt ze steeds meer woorden Vlaams. Gebarentaal gebruikt ze niet. "Gebarentaal is een geïsoleerde wereld", zegt ze fel. "Stel dat ik alleen gebarentaal zou kunnen, dan zou ik nu niet met jou kunnen praten. Of kun jij soms gebarentaal?"
Verliefd op Basso
Het wielervuur begon te branden toen ze, als zesjarig meisje, Ivan Basso de Giro d'Italia zag winnen. Kort daarop mocht ze hem zelfs ontmoeten. "Ik was meteen verliefd. Toen heb ik aan mijn ouders gevraagd of ik ook mocht wielrennen. Zo begon mijn wielerloopbaan."
Net als haar wielerheld zou Baroni later de Giro rijden, vier keer zelfs. Ook Strade Bianche staat steevast op haar wegprogramma. Maar haar hart ligt bij het veldrijden. "In 2011 waren de Europese kampioenschappen veldrijden in Lucca, vlakbij mijn huis. Ik was elf en reed het parcours op mijn mountainbike. 'Dit is zo cool!', zei ik tegen mijn ouders. 'Dit wil ik ook!'"
Baroni bleek een talentje. Ze werd al eens vijfde bij de WK voor beloften. En ze was Italiaans kampioene in die leeftijdscategorie. Als herinnering tekende ze een veldrijdster en liet die op haar rechterkuit tatoeëren.
Op haar fiets staat het cijfer 100. Dat verwijst dan weer naar de perfecte score waarmee ze haar studie accountancy afrondde. Sindsdien richt ze zich volledig op het wielrennen.
Om zoveel mogelijk veldritten te kunnen rijden, verhuisde ze voor de wintermaanden naar België. Vorig jaar woonde ze bij een gastgezin. Dit jaar heeft ze haar eigen appartement in Oevel, in de bossen bij Herentals.
'Veldrijden ís België'
"Veldrijden ís België. Hier is het tienduizend keer groter dan in Italië. Dit was mijn droom. Opeens doe ik mee op het hoogste niveau en kan ik alleen maar beter worden, want ik leer elke dag. Ik ben mijn team heel erg dankbaar voor de kans."
Dat team is Hubo-Remotive, een kleine en familiale ploeg uit Lommel. Kris Alaerts (in het dagelijks leven IT-beheerder) en Mathie Cuyvers (werkzaam bij de groenvoorziening) zijn de drijvende krachten achter de ploeg.
"Het is niet vanzelfsprekend om een dove renster in het team te hebben, maar we hebben toch besloten daarin mee te gaan", vertelt Alaerts. "We hebben er geen spijt van gehad. Francesca is - zo wij weten - de enige renster die doof is. Dus we wilden daar graag aan meewerken om haar toch een kans te geven in wielrennen."
Natuurlijk, soms moeten zaken voor haar net iets anders geregeld worden. Op de weg is het vaak wat lastiger, want communicatie via de teamradio gaat natuurlijk niet. Soms gaat het mis, omdat ze het piepen van de remmen of geschreeuwde waarschuwingen niet hoort.
In het veld is het overzichtelijker voor Baroni. "Bij de start vraag ik soms aan de jury of ze een gebaar met hun hand willen maken, omdat ik het fluitje niet kan horen. En als Kris iets wil zeggen tijdens de wedstrijd, dan schrijft hij dat op een bordje. Verder maakt het niets uit: ik moet gewoon hard doortrappen."
Jenever in de paddock
Een dag na Kerstmis heeft de ploeg de kleine teamcamper geparkeerd bij de paddock van het racecircuit van Zolder. Ook staat er een tafeltje met gesigneerde ansichtkaarten van Baroni, bierpakketten en glaasjes jenever.
Voor de Superprestige-veldrit gaat Baroni op de foto met een stuk of twintig jonge Vlamingen. Een voetbalteam, zo blijkt. De veldrit is hun teamuitje. "Of we weten met wie we net op de foto zijn gegaan? Eigenlijk niet, nee. We staan hier voor de jenever..."
Baroni ondergaat het allemaal met een glimlach. Het gejoel van de supporters krijgt ze niet mee, maar de energie wel. "Woooeeesssjjjj", zo omschrijft ze het gevoel als ze door de menigte rijdt.
"Lage grondtonen kan ik horen. Of misschien voel ik alleen de frequenties. Verder hoor ik niets. Geen fluitjes bij de start. Geen aanmoedigingen. 'Forza Francesca!', hoor ik niet."
Woordenwisseling
In 2016 reed Baroni in Zolder het wereldkampioenschap voor beloften, haar eerste veldrit in Vlaanderen. Dit jaar hoopt Baroni bij de profs op een toptienklassering, zoals eerder in de sneeuw van Val di Sole en het zand van Herentals.
Maar na drie kwartier zwoegen komt ze met gebogen hoofd als dertiende over de finish. De teleurstelling is op haar gezicht te lezen. En de woede.
Direct na de finish tikt ze op de rug van de Belgische Julie Brouwers. "Respect", horen we Baroni uitbrengen. "Jij moet je mond houden", reageert Brouwers vinnig. Ze zegt nog iets, maar keert de Italiaanse tegelijk haar rug toe. Wat ze zegt, ontgaat Baroni derhalve. En dat maakt de Italiaanse nog wat woedender.
Waar de ruzie precies om ging, doet er eigenlijk niet toe. "Dit is ook hoe ze het wil", weet ploegleider Alaerts. "Dat betekent namelijk dat ze geaccepteerd wordt om wie ze is, niet omdat ze doof is."
'Het is me gelukt!'
Als de gemoederen bedaard zijn, duikt Baroni de kleine teamcamper in. Daar wacht haar nog een grote uitdaging: een uitgebreid interview. In de tussentijd worden haar fietsen schoongespoten, de tenten afgebroken en de jenever ingepakt. Met een pintje in de hand keuvelen haar begeleiders nog wat over de koers.
Dan zwaait de deur van de camper open. Baroni steekt haar armen stralend in de lucht en schreeuwt: "Het is me gelukt!"