België sleept miljarden aan spaargeld binnen, terwijl banken rentes verlagen
Een "krachtig signaal" en "een duidelijke roep om respect van de Belgische spaarders richting de bankensector". De Belgische minister Van Peteghem van Financiën kraaide gisteren victorie over zijn alternatief voor de magere spaarrentes in zijn land.
Via een 'staatsbon', zoals obligaties in Vlaanderen worden aangeduid, konden Belgen hun geld voor minimaal een jaar vastzetten bij de overheid, voor een rente van 2,81 procent.
Ruim 634.000 Belgen staken in een week tijd bijna 22 miljard euro in een staatsbon, zo maakte het Federaal Agentschap van de Schuld bekend. Dat is bijna 7 procent van het geld dat Belgische spaarders vorige week nog op deposito's bij banken hadden staan. Deze banken moesten de afgelopen week zelfs extra medewerkers optrommelen voor hun callcenters om klanten die via de bank 'staatsbons' - het meervoud van staatsbon - wilden kopen te helpen.
Maar nu het stof neerdaalt klinkt er ook kritiek. Want heeft de Belgische overheid nu een probleem opgelost? Of is er juist een nieuw probleem gecreëerd met deze staatsbons? Zo merkte dagblad Het Nieuwsblad vanmorgen op dat de banken helemaal niet in paniek zijn geraakt over het weglekkende spaargeld. Sterker nog: er zijn banken die juist hun spaarrentes verlagen.
Tijdelijk aanbod
Uit een rondgang van de krant blijkt dat Axa, Argenta, Beobank en Deutsche Bank een tijdelijk hogere rente van 2,81 procent op een termijnrekening van een jaar, dezelfde rente dus als een staatsbon, weer hebben ingetrokken. "Een tijdelijk aanbod", reageren de banken.
Ondertussen zijn er bij grotere banken als BNP Paribas Fortis en ING geen signalen dat zij iets aan hun rentes willen gaan doen. Op een gewone spaarrekening blijft die rond een half procent. "Je ziet dat voornamelijk kleinere banken hun rentes tijdelijk opgetrokken hebben", moest Van Peteghem erkennen bij de zender VTM.
Om die reden lijkt de minister de spaarrente in België niet te willen loslaten. Van Peteghem kwam met de staatsbons aanzetten nadat coalitiepartij Vooruit had gepleit voor een wet die banken verplicht de rente op reguliere spaarbankboekjes te koppelen aan de hoogte van de beleidsrente bij de Europese Centrale Bank. In een persverklaring stelt Van Peteghem dat banken nu gehoor moeten geven aan het signaal van ontevreden spaarders.
"Mensen kunnen er dan ook op rekenen dat de regering dit dossier de komende periode op de voet volgt om de concurrentie binnen de bankensector te verzekeren", zinspeelde hij op een tweede ronde met staatsbons. Die komt mogelijk in december.
Beleggen?
Ondertussen moet Van Peteghem nog bedenken wat hij met de opgehaalde 22 miljard euro gaat doen. De minister stelt dat er dit jaar voor 10,4 miljard euro minder aan staatsobligaties uitgegeven hoeft te worden.
Wel is het een feit dat de staatskas over een jaar 22 miljard euro moet terugbetalen aan spaarders met een staatsbon, plus ruim een half miljard aan rente. Om er geen verlies op te draaien lijkt de Belgische overheid het geld ergens te moeten beleggen.
Nederland
In België liggen de spaarrentes aanzienlijk lager dan in Nederland, waar de grote banken op een vrij opneembare spaarrekening nu 1,5 procent rente bieden. Toch klonk ook vanuit de Tweede Kamer dit jaar felle kritiek op de spaarrente en de hoge winsten van banken.
Vorige week verklaarde een woordvoerder van het ministerie van Financiën dat een vergelijkbare Nederlandse obligatie niet aan de orde is. Demissionair minister Kaag vroeg de afgelopen maanden in gesprekken met de grote banken en de Nederlandse Vereniging van Banken aandacht voor hun maatschappelijke rol bij de hoogte van spaarrentes. Kaag benadrukte dat de trage doorwerking van de ECB-rente "vragen oproept", zo schreef zij onlangs in een brief aan de Tweede Kamer.
Banken beloofden Kaag dat ze zullen proberen beter uit te leggen waarom de spaarrente niet één op één meestijgt met de ECB-rente. "De komende maanden zal ik aandacht blijven houden voor de ontwikkelingen in de markt en ten aanzien van de spaarrentes van banken. Daarbij zal ik nadrukkelijk ook de ontwikkelingen in internationaal perspectief in ogenschouw nemen", besluit Kaag.