Meer immigratie dan ooit: wie komen er naar Nederland?
Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakte vanochtend bekend dat het aantal immigranten vorig jaar het hoogste punt sinds het begin van de metingen heeft bereikt. 403.000 mensen vestigden zich in Nederland, van wie meer dan een kwart kwam uit het door oorlog geteisterde Oekraïne.
We spraken een paar van deze immigranten, uit Oekraïne, Ierland, Syrië en Brazilië.
Oekraïne
Afgelopen jaar kwamen zo'n 108.000 Oekraïners naar Nederland. Onder hen Alona Pastushok (31) uit Kyiv, die ruim een jaar geleden met haar moeder kwam.
"Mijn zus woonde hier al, dus Nederland leek een logische keuze. Na twee maanden logeren bij haar, kregen we een plek in de gemeentelijke opvang in Monnickendam, een verbouwd hotel. Het was prima, alleen hadden we weinig ruimte en een gedeelde keuken.
Nu zijn we net verhuisd naar een containerwoning met eigen keuken. Het is echt heel mooi. Ik werk vier dagen per week in een koffietent in Amsterdam-Oost. In Oekraïne was ik manager van een restaurant, maar dit is ook leuk om nieuwe mensen te ontmoeten.
Nederland is een heel fijn land om te wonen. Nederlanders zijn zo vrolijk, ze lachen altijd en leven mee, maar mijn hart ligt nog in Oekraïne. Elke dag begin ik met het checken van nieuws, dat doet pijn.
Ik weet nog niet of ik terug wil. Ik ben al terug geweest om mijn oma te bezoeken en ik schrok van hoe leeg de mensen eruitzien. De buitenkant is er wel, maar de ziel ontbreekt. Mensen hebben al zo lang zo veel stress van de oorlog, iedereen heeft wel iemand verloren."
Niet eerder trokken zo veel hoogopgeleide arbeidsmigranten ofwel kennismigranten van buiten de Europese Unie naar Nederland als in 2022. Het waren er ruim 26.000, een stijging van 55 procent ten opzichte van 2019 en ook veel meer dan tijdens de afgelopen twee coronajaren.
Het zijn vooral Russen en mensen uit India, maar onder hen is ook de Ierse IT-expert Darren Smith (33). Hij werkt voor een Canadees bedrijf dat telefoonbedrijven koopt. Smith kwam in juli naar Nederland in navolging van zijn Duitse vriendin Monia de la Sauce (32), die voor een schoenenbedrijf werkt. Eerder woonde het stel samen in Londen.
"Amsterdam heeft het cultuuraanbod en de voorzieningen van een stad, maar de overzichtelijkheid van een dorp", zegt De la Sauce, die in Groningen studeerde. "In Amsterdam is het makkelijk om je weg te vinden", beaamt Smith. "Perfect met de hond en hopelijk later een kind."
Aan huur betalen ze wel veel, zo'n 2000 euro voor 65 vierkante meter. "Gelukkig kunnen we makkelijker een hypotheek krijgen dan in Ierland, daar zouden we 20 procent moeten aanbetalen", zegt Smith.
De eerste jaren in Nederland had zijn vriendin nog een belastingvoordeel. Als expat bleef 30 procent van haar salaris onbelast. Maar die regel gold alleen de eerste vier jaar en was niet de reden dat ze voor Nederland kozen, benadrukt De la Sauce.
"Alles is veel duurder dan in Duitsland. Het is echt de kwaliteit van leven hier en voor ons is het neutraal terrein, precies tussen Duitsland en Ierland in."
Een van de 46.460 asielzoekers en nareizigers die vorig jaar naar Nederland kwamen, is Ghaith Abou Fakher (25) uit Syrië. Hij heeft 3 mei te horen gekregen dat hij in Nederland mag blijven, maar hij heeft nog geen BSN-nummer vanwege de enorme wachtrijen.
"Daar is alles aan gelinkt. TakecareBNB heeft een gastgezin voor me gevonden, maar ik kan daar niet terecht omdat ik nog geen BSN-nummer heb. Ik heb geprobeerd om een baan te vinden in een bar, maar dat lukt ook niet zonder BSN-nummer", zegt de computerwetenschapper.
Hij woont al een jaar in een oud KPN-kantoor in Den Haag, "We slapen met zijn zessen in een ruimte. De 'kamers' zijn van elkaar gescheiden zoals de ruimtes in een kantoortuin. Het licht kan alleen centraal worden in- of uitgeschakeld, dat doet de beveiliging om 09.00 uur en 22.00 uur. Er is meer privacy buiten het gebouw dan binnen."
Fakher is als statushouder gekoppeld aan de gemeente Borsele in Zeeland. Maar hij weet nog niet wanneer hij daarnaartoe kan verhuizen. "Ik wil graag aan de TU Delft studeren, maar dat is een uur en 40 minuten reizen vanuit Goes. Het grootste deel van mijn tijd zal ik onderweg doorbrengen."
Hij kwam naar Nederland omdat hij dacht dat mensen hier "meer open zouden staan voor mensen uit het buitenland". Dat klopt wel, zegt hij, mensen zijn vriendelijk en leven mee.
"Maar het leven in de crisisnoodopvang is echt intens. Er is veel ruzie, mensen zijn gestresst omdat ze zo lang moeten wachten op de IND en er zijn zelfs mensen die een zelfmoordpoging hebben gedaan."
Soms heeft hij spijt van zijn keuze voor Nederland. "Maar dan bedenk ik me dat ik over een paar maanden een eigen huis heb in Zeeland."
In 2022 kwamen er 129.000 mensen naar Nederland van binnen de EU of de Europese Vrijhandelsassociatie EFTA. Volgens het CBS vertrekt driekwart binnen tien jaar weer.
Ze vertrekken daarmee vaker dan immigranten die van buiten de EU komen. Van die laatste groep waren er begin 2022 zo'n 87.000 in Nederland.
Jonathan Velasco (31) is een van hen. Hij kwam acht jaar geleden vanuit Brazilië naar Nederland en startte vorig jaar zijn eigen aannemersbedrijf.
"Mijn vader had hier al gewoond en toen ik hem bezocht dacht ik: ik wil niet meer terug. Mijn kinderen gaan hier naar school. Veiligheid, dat is de belangrijkste reden dat ik naar Nederland kwam. Hier betaal je veel belasting, maar dat zie je terug op straat.
In Brazilië heeft iedereen wel een kennis die is overvallen, bedreigd of vermoord. Ook ik heb een neef verloren, toen iemand probeerde zijn motor te stelen. Dat gebeurt helaas dagelijks in Brazilië.
Met het bedrijf gaat het goed. Klanten zijn tevreden omdat ik dit doe met heel mijn hart. Ik ben geboren op een boerderij, daar werkte ik al veel met mijn handen.
Soms merk ik wel dat Nederlanders een beetje racistisch zijn. Ik stond een keer in een Bouwmaat-winkel en ik sprak de taal nog niet zo goed. Toen zei iemand achter me in de rij 'dit is geen winkel voor jou, dit is een professionele winkel. Jij moet naar de Praxis of Gamma.' Maar ik ben christen en ik leer elke dag dat je de ander de wang moet toekeren en moet zeggen dat er morgen weer een nieuwe dag is."