Geldzorgen nemen toe: vooral jongvolwassenen ongerust over toekomst
Het aantal volwassenen dat zich grote zorgen maakt over hun financiële toekomst is vorig jaar flink toegenomen. Drie op de tien volwassenen zijn somber over hun financiële toekomst, vooral de 18- tot 25-jarigen maken zich veel zorgen.
De financiële zorgen zijn ook het grootst bij de huishoudens met de laagste inkomens en huishoudens van alleenstaanden met kinderen, zo blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Inkomen, leeftijd en geslacht zijn in grote mate bepalend voor het zich meer of minder financieel zorgen maken. Jongeren en huishoudens met een laag inkomen ervaren de grootste problemen. De zorgen nemen minder hard toe naarmate mensen ouder zijn of een hoger inkomen genieten. Zo maken 75-plussers zich het minst vaak zorgen over hun financiële toekomst en bij alleenstaande ouders zijn de zorgen groter dan bij alleenstaanden zonder kinderen. Meer vrouwen dan mannen hebben veel zorgen over hun financiële toekomst, zegt het CBS.
Dubbel
Van de volwassenen uit de groep huishoudens met de laagste inkomens gaf 40 procent in 2022 aan zich veel zorgen te maken over hun toekomstige financiële middelen. Dat is dubbel zoveel als bij huishoudens uit de hoogste inkomensgroep, die blijft steken op 19,5 procent. Bij de lage inkomens zijn de zorgen het grootst, maar bij de middeninkomens namen de zorgen het sterkst toe.
Ook huisvesting is bepalend voor hoe mensen erin staan. Huiseigenaren zijn minder somber over hun financiële toekomst (24 procent) dan mensen met een huurhuis, waarbij huurders met huurtoeslag zich het meest zorgen maken (41 procent, dan huurders zonder huurtoeslag (36 procent).
Het is voor het eerst in tien jaar dat het aantal mensen dat zich grote zorgen maakt weer toeneemt, na jaren achtereen juist te zijn gedaald. Vooral de Russische oorlog in de Oekraïne en de hoge inflatie lijken debet te zijn aan de grotere financiële zorgen.