Kabinet hakt knoop door: spreidingswet asielzoekers met dwang en bonussen
Het kabinet heeft, na politieke onenigheid, een knoop doorgehakt over details van de spreidingswet. Die gaat over de verdeling van asielzoekers over alle gemeenten.
Afgesproken is onder meer dat gemeenten de komende jaren gezamenlijk maximaal 40.000 nieuwe opvangplekken moeten leveren. Dat zijn gemiddeld 115 asielzoekers per gemeente.
Gemeenten hebben vanaf 1 januari 2024 drie maanden de tijd om een plan in te dienen over hun extra opvangplekken. Het Rijk kijkt dan of dat bij elkaar opgeteld landelijk gezien genoeg is. Is er een tekort, dan krijgen de provincies ieder de opdracht om alsnog die opvangplekken bij hun eigen gemeenten te gaan zoeken.
Als dit na acht maanden nog niet gelukt is, dan maakt staatssecretaris Eric van der Burg zelf een plan dat hij dwingend kan opleggen aan provincies en gemeenten.
Gemeenten kunnen een extra beloning krijgen. Dat kan bijvoorbeeld voor opvangplekken die zij langdurig beschikbaar stellen of voor bijzondere opvang van minderjarigen.
Staatssecretaris Eric van der Burg (Justitie en Veiligheid) wilde de spreidingswet eigenlijk al dit jaar laten ingaan om een herhaling van de chaos in Ter Apel van afgelopen zomer te voorkomen. Dit werd al eerder uitgesteld naar 1 januari 2024.
Voor de komende maanden heeft Van der Burg daarom een noodplan in het leven geroepen. Gemeenten die bepaalde groepen blijven weigeren, zoals alleenstaande mannen, kunnen gedwongen worden die op te vangen. Ook worden statushouders gehuisvest in hotels, om in de asielopvang plaatsen te creëren.
De Tweede Kamer organiseert volgende week gesprekken met deskundigen en belanghebbenden ter voorbereiding op het Kamerdebat over de wet. Daarna moet de wet worden behandeld door de nieuwe Eerste Kamer, die komende dinsdag wordt gekozen.
De Raad van State uitte eerder kritiek op de wet; die zou onnodig complex uitpakken en moeilijk uitvoerbaar zijn.