Felle strijd om topscorerstitel, maar verleden wijst uit: die biedt weinig garantie
Vier jonge, talentvolle spelers azen de resterende twee duels in de eredivisie op slechts één ding: de topscorerstitel. Voor Anastasios Douvikas (23 jaar), Xavi Simons (20), Syndey van Hooijdonk (23) en Santiago Giménez (22) kan die prijs het startschot zijn van een grote internationale carrière.
Maar zekerheid biedt het geenszins, zo bleek de laatste jaren. Meer dan eens bleek de topscorerstitel het hoogtepunt van een carrière te zijn en ging het daarna snel bergafwaarts met de doelpuntenmachine van weleer.
Stand topscorers eredivisie
# | Speler | Club | Aantal goals |
1. | Anastasios Douvikas | FC Utrecht | 17 |
2. | Xavi Simons | PSV | 16 |
Sydney van Hooijdonk | sc Heerenveen | 16 | |
4. | Santiago Giménez | Feyenoord | 15 |
Zestien keer. Zo vaak scoorden Douvikas, Simons, Van Hooijdonk en Giménez bij elkaar opgeteld in de eredivisie voorafgaand aan dit seizoen. Waarbij kan worden aangetekend dat Simons toen nog in Frankrijk speelde en Giménez in Mexico.
Het laat zien dat de eredivisietopscorer vanuit het niets kan opstaan. En dat zagen we vaker sinds de millenniumwisseling. Sommige topscorers bleken echte eendagsvliegen.
Vleminckx
Het meest aansprekende voorbeeld wat dat betreft is Björn Vleminckx. Alles wat de bonkige Belg in het seizoen 2010/2011 aanraakte, veranderde in goud. In het shirt van NEC schoot hij 23 keer raak.
Het leverde Vleminckx een transfer naar Club Brugge op, maar daar stokte zijn productie. In de zeven seizoenen die de spits na zijn NEC-periode in België en Turkije speelde, belandde hij nooit in de dubbele cijfers.
Zoals Vleminckx zijn er meer van zulke eendagsvliegen. De Braziliaan Afonso Alves was een ware sensatie bij Heerenveen. In het seizoen 2006/07 maakte hij er maar liefst 34. Tegen Heracles (9-0) noteerde hij zelfs zeven doelpunten in één wedstrijd, een eredivisierecord.
Daarna vertrok Alves naar het Engelse Middlesbrough, waar hij zelfs in een compleet seizoen niet meer dan zes doelpunten maakte.
En wat te denken van Alfred Finnbogason? De IJslander schoot met scherp voor sc Heerenveen, met 29 goals in 2013/14. Later maakte hij nog eens twaalf doelpunten in één seizoen in de Bundesliga voor Augsburg. Maar inmiddels speelt Finnbogason voor het Deense Lyngby, waar hij dit seizoen tot welgeteld drie goals is gekomen.
Vincent Janssen zocht jarenlang naar goals, nadat hij in 2015/2016 niet te stoppen was geweest als spits van AZ. Pas dit seizoen bij het Belgische Antwerp (zeventien goals) vindt hij het net weer veelvuldig. In Engeland, Turkije en Mexico maakte hij nooit meer dan zeven goals in één jaar.
En voor Nicolai Jørgensen was de topscorerstitel (21 goals) en het bijbehorende kampioenschap in 2017 ook meteen het hoogtepunt van zijn carrière. Een jaar later schoot de Deen nog tien keer raak. Daarna werd het elk jaar weer een beetje minder.
Van Dillen en Cruijff tot Machlas en Van Nistelrooij
In de vorige eeuw was de topscorersprijs van de eredivisie nog voorbehouden aan de grote namen uit de Nederlandse voetbalwereld.
Zomaar een greep uit de lange topscorerslijst: Coen Dillen, Johan Cruijff, Ove Kindvall, Willy van der Kuijlen, Ruud Geels, Marco van Basten, Romario, Dennis Bergkamp, Jari Litmanen, Ronaldo, Luc Nilis, Nikos Machlas en Ruud van Nistelrooij.
De topscorersprijs stond vorige eeuw bijna garant voor een succesvolle internationale carrière. Dat veranderde dus rond de millenniumwisseling, met de eerder genoemde voorbeelden.
Maar ook na het jaar 2000 zijn er nog genoeg grote spelers die topscorer van de eredivisie geworden zijn. Mateja Kezman, Pierre van Hooijdonk (de vader van Sydney), Dirk Kuijt, Klaas-Jan Huntelaar, Luis Suárez, Memphis Depay, Dusan Tadic en Luuk de Jong, allemaal grote namen én allemaal topscorer van de eredivisie.
Lang verhaal kort: of het nou Douvikas, Simons, Van Hooijdonk junior of Giménez wordt, de topscorerstitel van de eredivisie is eigenlijk pas het begin van een mogelijk lange en succesvolle carrière. Met nadruk op 'mogelijk': de titel biedt geen enkele garantie.