Oud-turnster Löwik gaat nu als gewichthefster voor de Spelen: 'Het is mogelijk'
Tot haar zestiende was Nikki Löwik voornamelijk in de turnhal te vinden. Nu, op haar 22ste, wil ze niets liever dan naar de Spelen van Parijs. Maar niet als turnster. Löwik hoopt als gewichthefster haar olympische droom te kunnen verwezenlijken.
Dat ze overgestapt van de turnsport naar het gewichtheffen, had niks te maken met een gebrek aan talent. "Ik heb een keer een testdag gehad bij een topvereniging, omdat ik de ambitie had om verder te komen in het turnen", vertelt Löwik dinsdagavond bij Langs de Lijn En Omstreken.
"Daar waren ze heel tevreden, maar ze hadden een meisje verwacht dat tien centimeter kleiner was." Daarom werd Löwik verteld dat het voor haar "moeilijker zou worden om hetzelfde te bereiken als de meiden die tien centimeter kleiner zijn".
"Het was een soort waarschuwing", verklaart Löwik, die tien jaar oud was toen ze dat te horen kreeg. "Je lichaam is gewoon gebouwd voor bepaalde sporten. Ik heb namelijk wel een hele goede bouw voor het gewichtheffen. En mijn lichaam is gewoon minder gemaakt voor de turnwereld. Je hebt daarvoor meer souplesse nodig."
Blessureleed
Toch ging ze daarna nog zes jaar door met turnen, totdat een langslepende schouderblessure en een daaropvolgende gescheurde enkelband zorgden voor minder plezier en motivatie bij Löwik.
Ik twijfel er niet over dat ik het kan halen, want dan was ik deze weg niet ingeslagen.
Tijdens haar schouderblessure begon Löwik al - mede op advies van haar ouders - met krachttraining. Eerst een uur in de week, maar toen haar personal trainer ook zag dat ze het plezier in het turnen kwijt was, besloot ze zich volledig op wat anders te richten.
In eerste instantie was dat crossfit, maar al snel ontwikkelde de voormalig turnster een grote voorkeur voor het onderdeel gewichtheffen. "Wat ik persoonlijk heel leuk vind, is het technische aspect. "Elk foutje dat je maakt kan ervoor zorgen dat je het gewicht niet op de juiste plek krijgt en het dus niet haalt."
Bij het gewichtheffen heeft Löwik ook nog veel aan haar turnverleden. "Bij het turnen leer je hoe je lichaam werkt, hoe je je lichaam controleert. Dus dat gaat bij mij vanzelf. Ik hoef het niet meer te leren. En daarnaast heb ik ook een stukje lenigheid nu weer nodig."
De overstap van het turnen naar het gewichtheffen, is al een succes gebleken. Löwik werd een halfjaar geleden Europees kampioen onder de 23 jaar in de klasse tot 76 kilogram. Nooit eerder wist een Nederlandse dat te presteren.
En nu wil ze meer. "Parijs is het doel", zegt Löwik resoluut. Maar ze weet ook dat het niveau "echt ontzettend hoog" is. Löwik en haar trainer denken dat een totaal van 240 kilogram, dus de onderdelen trekken en stoten bij elkaar opgeteld, voldoende gaat zijn voor een olympisch ticket. "Nu kan ik 215 halen."
"Maar ik twijfel er niet over dat ik het kan halen, want dan was ik deze weg niet ingeslagen. Theoretisch gezien is het mogelijk, met de groei die ik de afgelopen vier jaar heb laten zien. Maar dan moet ik geen hele zware blessure krijgen of mentaal iets te verwerken krijgen."
Voor een olympisch ticket moet Löwik in de toptien eindigen van de olympische ranking.