Jemenitische regering en Houthi-rebellen wisselen 900 gevangenen uit
In Jemen is een begin gemaakt met een grootscheepse uitwisseling van krijgsgevangenen tussen de internationaal erkende regering en de Houthi-rebellen die de macht hebben in het noorden. Het gaat om de omvangrijkste gevangenenruil sinds 2020, toen duizend gevangenen werden uitgewisseld.
Ditmaal gaat het om 900 krijgsgevangenen die de komende drie dagen naar huis worden gevlogen. De Verenigde Naties hebben bemiddeld bij de totstandkoming van de deal tussen de strijdende partijen in de burgeroorlog.
De Houthi-rebellen, die in 2014 het noorden van Jemen en de hoofdstad Sanaa veroverden, laten ongeveer 180 gevangenen vrij, onder wie Saudiërs. Saudi-Arabië steunt met een coalitie van andere landen de internationaal erkende regering die door de Houthi's is teruggedrongen tot het zuiden en de stad Aden. De regering laat zo'n 700 krijgsgevangenen gaan.
Diplomatieke dooi
De gevangenenruil valt samen met de toenadering tussen Saudi-Arabië en Iran, de regionale grootmachten die in de Jemenitische burgeroorlog tegenover elkaar staan. Iran verstrekt wapens en andere steun aan de Houthi's. De aartsrivalen besloten onlangs bij een treffen in Peking weer diplomatieke betrekkingen aan te knopen.
Ook overlegde een delegatie uit Saudi-Arabië deze week in Sanaa met de Houthi's. Na afloop zeiden beide partijen dat de gesprekken later worden voortgezet. Zowel Saudi-Arabië als de Houthi's hebben kenbaar gemaakt dat ze de oorlog na negen jaar willen beëindigen.
De burgeroorlog heeft tot dusver aan meer dan 150.000 mensen het leven gekost en tot een humanitaire ramp geleid in het sterk verarmde Jemen. De bevolking wordt geplaagd door honger en besmettelijke ziekten.