Laag btw-tarief op eten en fietsenmaker niet altijd effectief, leert onderzoek
Het lage btw-tarief van 9 procent heeft voor veel producten en diensten niet het effect waar de overheid op hoopte. Het geld dat de overheid misloopt aan belastinginkomsten zou in bepaalde gevallen beter besteed kunnen worden. Dat blijkt uit onderzoek van twee onafhankelijke onderzoeksbureaus in opdracht van het kabinet.
Zo heeft het lage tarief op voedingsmiddelen en water wel het effect dat de belasting voor "minder draagkrachtigen" lager uitpakt, maar profiteren deze inkomensgroepen daar door hun lagere uitgavenpatroon relatief minder van dan de hogere inkomensgroepen. De overheid kan de lagere inkomensgroepen beter helpen met een andere maatregel.
Bij het lagere btw-tarief op bijvoorbeeld cultuur en boeken kunnen de onderzoekers überhaupt niet vaststellen of het beoogde doel wordt gehaald. Het steunen van de toerisme-sector door lage btw op museumkaartjes lukt waarschijnlijk wel, maar de onderzoekers kunnen dat niet met zekerheid vaststellen.
Het doel van meer werkgelegenheid via het lage 9 procenttarief voor bijvoorbeeld kappers, schoenmakers en fietsenmakers wordt waarschijnlijk niet gehaald, zeggen de onderzoekers. Het andere beoogde effect, minder zwartwerkers in bepaalde sectoren, kunnen zij niet vaststellen.
Btw (belasting op toegevoegde waarde) is hetzelfde als de omzetbelasting waar ondernemers aangifte van moeten doen. Nederland gaat uit van een standaardtarief van 21 procent btw op goederen en diensten.
Op sommige producten en diensten wordt dus maar 9 procent btw geheven. Dit om de belastingdruk voor de lagere inkomens te verminderen of de aanschaf van deze producten en diensten te stimuleren. In 2020 'kostte' het lage btw-tarief 10 miljard euro.
Havermelk, groente en fruit
Dit onderzoek staat overigens los van de discussie om de lage btw op groente en fruit helemaal af te schaffen vanwege het vermeende gezondheidseffect. In het 'groente- en fruitonderzoek' werd overigens ook het effect geconstateerd dat juist de hogere inkomens van deze maatregel profiteren omdat die relatief meer geld besteden aan groente en fruit.
Ook het kabinetsvoornemen om limonade duurder te maken (waar mogelijk ook plantaardige melkproducten als havermelk onder gaan vallen) heeft geen direct verband met deze algemene btw-evaluatie. Met dit plan streeft het kabinet geen gezondheidseffect na maar meer belastinginkomsten, zo'n 300 miljoen euro per jaar.
Wat het kabinet met alle onderzoeken en belastingvoornemens gaat doen is nog niet duidelijk. Nog voor de zomer wil staatssecretaris Van Rij van Financiën knopen doorhakken.