BBB heeft voortouw in formatie provinciebesturen, wat zijn de opties?
Vandaag worden in alle twaalf provincies de nieuwgekozen Provinciale Staten geïnstalleerd. Daarmee wordt de nieuwe politieke realiteit bestendigd dat de BBB in alle provincies de grootste partij is. Inmiddels zijn overal verkenners aan de slag gegaan als eerste stap op weg naar een nieuw provinciebestuur. De vraag is in hoeverre de BBB zijn verkiezingswinst kan omzetten in bestuursmacht.
Afgaande op de zetelverhoudingen lijkt het erop dat de partij in zes provincies redelijk gemakkelijk kan komen tot een meerderheidscollege, in vier provincies kan de formatie voor BBB best lastig worden, en in twee provincies lijkt BBB kansloos voor het provinciebestuur.
Bij de navolgende analyse gaan we uit van de rekenkundige verhoudingen en de standpunten over stikstof en de landbouwsector. Specifieke regionale conflicten blijven buiten beschouwing. Omdat de omvang van Provinciale Staten varieert tussen 39 en 55 zetels, verschillen de vereiste meerderheden ook per provincie.
In zes provincies moet BBB redelijk snel tot akkoorden kunnen komen met andere partijen. In Drenthe, waar 22 zetels nodig zijn voor een meerderheid, brengt BBB er zelf 17 in. Met CDA (3 zetels) en VVD (4) kan eenvoudig een ruime meerderheid van 24 bereikt worden. Een alternatieve route is BBB, VVD en PVV (2): dat levert samen 23 zetels op.
Overijssel toont een vergelijkbaar beeld, al zijn daar 24 zetels nodig. Geen probleem: als BBB (17), CDA (4) en VVD (4) elkaar weten te vinden, hebben ze samen 25 zetels, wellicht nog aan te vullen met de SGP (2), JA21 (2) of mogelijk PvdA (3).
Ook in Friesland kan met drie partijen een meerderheid bereikt worden: BBB (14), CDA (4) en de regionale FNP (4), die zich vorig jaar verbijsterd toonde over "de lompe aanpak van stikstof door de regering", is al een meerderheid van 22 zetels haalbaar. Eventueel aan te vullen met VVD (3) of ChristenUnie (2).
In Zeeland is het evenmin ingewikkeld. Er zijn 20 zetels nodig, met BBB (9), CDA (5), SGP (5) en VVD (4) komen ze op 23 stuks. Als de VVD afhaakt, is een alternatieve route met PVV of de Partij voor Zeeland mogelijk; zij hebben beide 2 zetels. In deze vier provincies is een bestuur zónder BBB eigenlijk uitgesloten omdat daarvoor een mozaïek aan partijtjes, inclusief éénpitters, nodig is, dat onmogelijk stabiel kan zijn.
In Limburg ligt een meerderheidscollege met BBB ook voor de hand. Van de 24 benodigde zetels brengt BBB er zelf 10 in, en als PVV (6), CDA (5) en VVD (5) meedoen, wordt een meerderheid van 26 bereikt. Zonder PVV wordt het wel lastig, maar dan zouden Lokaal Limburg en JA21, beide met 2 zetels, een handje kunnen toesteken. Voor een college zónder BBB zouden zeven partijen nodig zijn: de huidige bestuurspartijen VVD, CDA, GroenLinks, PvdA, D66 en Lokaal Limburg, aangevuld met de SP. Samen komen zij op 25, maar erg waarschijnlijk is dit niet.
Tenslotte Groningen: BBB (12 zetels) treft in Groninger Belang (3) een welwillende partner. Met ChristenUnie (3), CDA (2) en VVD (2) erbij worden de benodigde 22 zetels gehaald. Een andere denkbare meerderheid is voor de BBB haalbaar met de PvdA, ChristenUnie en Groninger Belang, al zal die pas in beeld komen als de eerste variant onhaalbaar blijkt. Een meerderheid zonder BBB 'over links' is theoretisch mogelijk, maar vereist maar liefst acht partijen en is dus nagenoeg ondenkbaar.
Een lastige formatie?
Ook in Noord-Brabant, Gelderland, Flevoland en Zuid-Holland kan BBB in het provinciebestuur komen, maar dat zal vermoedelijk iets minder vanzelfsprekend gaan.
Voor een meerderheidscollege in Flevoland moet de BBB (10) minstens vijf partijen aan zijn kant krijgen om op 21 te komen. Te denken valt aan VVD (4), CDA (2), ChristenUnie (2) en SGP (2), aangevuld met PVV (3) of JA21 (2) of Sterk Lokaal Flevoland (1). BBB buiten het provinciebestuur houden is moeilijk, maar kan theoretisch met een coalitie van negen kleinere partijen: VVD, PvdA, GroenLinks, ChristenUnie, D66, CDA, SP en Partij voor de Dieren komen samen 1 zetel te kort. Dan is SGP of JA21 met ieder 2 zetels nodig om de vereiste meerderheid te halen.
Voor een meerderheid in Gelderland zijn 28 zetels nodig. Dat is ruim haalbaar met BBB (14), VVD (6) samen met CDA (4), ChristenUnie (3) en SGP (3). Een alternatieve combinatie is denkbaar met PVV of JA21, beide met 2 zetels, in plaats van bijvoorbeeld de SGP. Of eventueel zelfs met de PvdA (5). Een coalitie zonder de BBB is mogelijk met zeven partijen: VVD, PvdA, CDA, GroenLinks, D66, ChristenUnie en Volt komen samen ook op 28 zetels.
In Noord-Brabant lijkt een coalitie van BBB (11), VVD (9), CDA (4), Lokaal Brabant (2) en JA21 (2) het meest logisch. Als dat niet rondkomt, is een combinatie met de PVV (4) nog een alternatief. Ook daarmee is de vereiste meerderheid van 28 zetels mogelijk, maar partijen bestempelen samenwerking met de PVV niet als ideaal. Anders dan bij de eerdergenoemde provincies kan in Noord-Brabant ook een redelijk stabiel college zonder BBB gevormd worden. Daarvoor zijn wel zes partijen nodig: VVD, GroenLinks, CDA, PvdA, D66 en SP bijvoorbeeld, samen goed voor 30 zetels.
De BBB is in Zuid-Holland minder oppermachtig dan in andere provincies. De partij heeft 8 zetels, net zoveel als de VVD. Om een meerderheid van 28 zetels te halen is de VVD nodig, maar ook CDA (4), JA21 (4), ChristenUnie (2) en SGP (2). Maar een coalitie zonder de BBB is net zo goed mogelijk, als de VVD in zee gaat met GroenLinks (6), D66 (4), PvdA (4), CDA (4) en de ChristenUnie (2). Dat is voldoende. Eventueel kunnen de Partij voor de Dieren (3), SP (2) of Volt (1) hierbij nog een rol spelen.
Een onmogelijke formatie?
Hoewel niks helemaal is uitgesloten, lijkt het onwaarschijnlijk dat BBB in Utrecht en Noord-Holland in het bestuur komt. Voor een meerderheid in Utrecht zijn 25 zetels nodig. Die zijn gemakkelijker bij elkaar te brengen zonder dan met de BBB. GroenLinks (7), VVD (6), D66 (5), CDA (4) en PvdA (3) hebben samen voldoende zetels. Voor een combinatie met de BBB zijn zeven partijen nodig: naast BBB (7) ook VVD, CDA, ChristenUnie (3), SGP (2), JA21 (2), PVV (2) en óf 50+ met 1 zetel.
Ten slotte Noord-Holland. Ook daar is een college zonder BBB waarschijnlijker dan met de BBB. VVD (8), GroenLinks (7), PvdA (7) en D66 (4) halen samen 26 zetels, twee te weinig voor een meerderheid. Maar met Partij voor de Dieren (4), CDA (2), Volt (2), SP (2) en ChristenUnie (1) zijn er volop mogelijkheden.
BBB zou met zijn 8 zetels een poging kunnen wagen, maar de partij komt met VVD, CDA, JA21 (3), PVV (3), 50plus (2) en ChristenUnie maar op 27 zetels, één te weinig voor een meerderheid. Die zou van Forum voor Democratie (2) kunnen komen, maar daarmee wordt deze combinatie zo mogelijk nog onwaarschijnlijker.