Hoe opblaasbare tanks een rol spelen in de oorlog in Oekraïne
Joey Frankhuisen
Bureau Berlijn
Joey Frankhuisen
Bureau Berlijn
Aan grote tafels in een fabriekshal in Děčín, een Tsjechisch stadje net over de Duitse grens, naaien vijf vrouwen grote zeilen met camouflagekleuren aan elkaar. Aan de zijkant van de hal rolt een medewerker een grote lap plastic uit en zet een motor aan. De zak vult zich met lucht en binnen een paar minuten vormt zich een levensgrote Abrams-tank.
Deze tank is onderdeel van ruim dertig opblaasbare decoys, kopieën van echte militaire systemen die het Tsjechische bedrijf Inflatech produceert. Ze worden in oorlogstijd ingezet om de vijand op het verkeerde been te zetten, om zo bijvoorbeeld te zorgen dat de vijand dure munitie verspilt. Inflatech produceert onder andere opblaasbare versies van de Himars-raketsystemen en een legio aan oude tanks van sovjet-makelij die door het Oekraïense leger worden ingezet.
Van dichtbij lijkt het onwaarschijnlijk dat deze zak lucht een militaire tegenstander kan misleiden, maar volgens ceo Vojtech Fresser is dat op tweehonderd meter afstand een heel ander verhaal. "Zonder optische apparatuur zijn onze decoys voor een aantal seconden niet te onderscheiden van een echt exemplaar. Als een gevechtsvliegtuig snel moet beslissen om wel of geen raket te sturen, is dit genoeg."
Kijk mee hoe de opblaastanks worden gebruikt:
Of de producten van Inflatech ook aan Oekraïne geleverd worden, is volgens Fresser een militair geheim. "Ik kan dit niet bevestigen omdat dit geheime informatie is, maar als ze gebruikmaken van effectieve opblaasbare decoys moeten ze wel van Inflatech komen."
Ook van de Russen is bekend dat ze opblaasbare decoys gebruiken. Niet alleen om principiële bezwaren, maar ook door embargo's en Europese wetgeving kunnen de producten van Inflatech niet naar Rusland geëxporteerd worden. Fresser: "Onze systemen zijn officieel militaire uitrusting. Elke levering aan het buitenland moet dus worden goedgekeurd door het ministerie van Defensie."
Het gebruik van opblaasbare decoys is niet nieuw: in de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Britten ze al om te maskeren waar de invasie op D-Day plaats zou vinden.
Tijdens 'Operation Fortitude' liet Churchill grote hoeveelheden decoys plaatsen in Dover. Hierdoor leek het alsof de geallieerden zouden landen in Pas-de-Calais in plaats van in Normandië. Het werkte: toen de geallieerde troepen in Normandië landden, weigeren de Duitsers hun troepen te verplaatsen omdat ze geloofden dat dit slechts een afleiding was voor de daadwerkelijke landing in Calais.
Meer dan een zak lucht
Door technologische ontwikkelingen is er inmiddels meer nodig dan een zak lucht om een vijand op het verkeerde been te zetten. Fresser: "We maken gebruik van materiaal dat ervoor zorgt dat de decoys ook met infraroodkijkers, warmtebeeldkijkers en op radar niet van echt te onderscheiden zijn."
Deze techniek moet er dus voor zorgen dat tegenstanders duur militair materieel verspillen op een goedkopere decoy. Fresser: "Onze modellen kosten tussen de tienduizend en honderdduizend euro, afhankelijk van de grootte van het model en de hoeveelheden waarin deze geproduceerd worden. Populaire raketten als de Javelin kosten al snel drie tot vier keer zoveel als onze producten. Als een raket een van onze decoys raakt, winnen wij economisch."