Tobbende Krol op zoek naar eerherstel op WK afstanden: 'Zal een 9,5 moeten scoren'

• Luuk Blijboom

  redacteur NOS Sport

Het is een cliché van jewelste, hij weet het. Tegelijkertijd gebiedt de eerlijkheid Thomas Krol te erkennen dat het een dooddoener is die niet beter op Thomas Krol van toepassing kan zijn. Het ene jaar is het andere niet.

Het verschil tussen droomseizoen 2021/2022 en de postolympische jaargang die daarop volgde? Krol, al elf maanden en 25 dagen op zoek naar die verlossende overwinning, houdt het er aan de vooravond van de WK afstanden in Heerenveen maar hierop.

"Vorig jaar volstond een race met rapportcijfer 8 om de 1.000 meter te winnen. Nu zal ik een 9,5 moeten scoren."

Onmogelijk is dat niet, zegt de olympisch kampioen van Peking op de kilometer. Om daar in één adem aan toe te voegen: "Maar ik moet de waarheid onder ogen zien en geen onrealistische dingen zeggen."

'Winnen is niet vanzelfsprekend'

Of Krol (30) het seizoen bij voorbaat al als verloren beschouwt? "Als je naar de prestaties kijkt wel, ja. Ik had er meer van verwacht. Aan de andere kant realiseer ik me nu ineens dat winnen niet vanzelfsprekend is."

"Als ik vorig jaar won, haalde ik mijn schouders op en ging ik verder. Winnen werd op een gegeven moment bijna gewoon. Nu leer ik mijn overwinningen met terugwerkende kracht steeds meer te waarderen."

Bekijk hieronder het programma van de WK afstanden:

"Ik heb door de tegenslagen belangrijke lessen geleerd, al heb je natuurlijk liever niet dat zoiets je overkomt." Moment van relativering. "Er zijn genoeg mensen die het minder doen dan ik. Het is niet dat ik slecht rijd, of zo. Maar het is ook niet goed. Dat is eigenlijk het verhaal van dit seizoen. En daar baal ik zelf ook van."

Een tweede plaats op de 1.000 meter tijdens de wereldbeker in Calgary, verder kwam hij dit seizoen vooralsnog niet in 21 races op zowel kilometer als schaatsmijl. The Machine, zoals Krols bijnaam luidt, hapert sinds de start van het seizoen vaker dan hem lief is.

Te weinig pk's

Zand in de motor, luidde de eerste diagnose toen zijn coach Jac Orie de onderdelen één voor één naliep. Aanvankelijk leek het erop dat een kwetsuur aan de rug Krol parten speelde.

Hoe meer Orie eraan sleutelde, hoe duidelijker hem werd dat er iets anders aan de hand was. Er bleken eenvoudigweg te weinig pk's onder de motorkap te schuilen om als snelste over de streep te komen.

Rond de WK afstanden komen internationale topschaatsers voorbij in de NOS-koffiehoek, onder wie ook Jutta Leerdam:

En dat viel weer te herleiden tot de maanden april tot en met september. In de zomer voor de Winterspelen van Peking haakte Krol tijdens fietstrainingen van zijn ploeg Jumbo-Visma gretig aan bij erkende hardrijders als Sven Kramer en Patrick Roest, ploeggenoten en kilometervreters van de buitencategorie.

Het wegvallen van dat tweetal (de een stopte, de ander vertrok naar Reggeborgh) was er debet aan dat Krol er twaalf maanden later in de zomermaanden ineens alleen voor stond.

De ene keer viel hij een KOM aan op de Holterberg. De andere keer stak hij zoals hij het zelf noemde zijn middelvinger op naar het trainingsschema als daar schaatssprongen op stonden en beklom hij als goedmaker een extra col in Andorra.

Zijn zomer stond vooral in het teken van genieten. "Ik heb zoveel uren getraind en minstens zoveel mijn best gedaan. Geloof me, ik heb mijn ballen eraf gedraaid. Het enige verschil was dat ik deze zomer niet die druk voelde om op de Spelen goud te halen."

"Ik hoefde niet tussen Kerst en Oud & Nieuw goed te zijn op het OKT. De piek van het seizoen lag dit keer bovendien in het laatste weekeinde. Ik presteer goed onder druk, dat heb ik vaak genoeg bewezen. Maar het is niet altijd prettig om in de zomermaanden zoveel last op je schouders te ervaren."

Doordat hij zich deze zomer niet kon optrekken aan Kramer en Roest, fietste hij meer dan gebruikelijk in lagere zones. Conclusie: "Daar wordt je inhoud niet beter van."

"Als jij olympisch kampioen wordt, moet je vooruitgaan. Dan ga je andere dingen zoeken om beter te worden en geprikkeld te blijven."

'Trial and error'

"Doe je jaar in jaar uit hetzelfde, dan stokt je progressie. Het is trial and error. De ene keer probeer je iets wat goed uitpakt. De andere keer is het resultaat wat minder."

Zijn motor is daardoor dit seizoen te klein, zoals dat in jargon heet. Hij weet nu al wat hem te wachten staat, na terugkeer van een vakantie in Australië. "Een zomer lang vol gas trainen. Ik kijk daar nu al naar uit. Ik weet voor 99,9% zeker dat ik volgend jaar fysiek sterker ben dan nu."

Tot die tijd legt Krol zich bij de feiten neer. "De zaken kunnen komende zomer pas worden omgedraaid. Zoiets lukt je niet tijdens het seizoen. Deze WK zal ik moeten roeien met de riemen die ik heb. Ik denk dat ik nog steeds iets moois kan laten zien. Ik maak het mezelf alleen moeilijker dan de afgelopen jaren."

'Stroperig over het ijs'

Zijn grootste kansen dicht hij zichzelf deze WK toe op de 1.000 meter. "Vorig jaar merkte ik al dat mijn 1.500 meter iets minder werd. Toen was ook al te zien dat ik in het begin van mijn race snelheid heb en gaandeweg de rit iets inlever. Daardoor kom ik die laatste ronde op de 1.500 meter moeilijker door dan vroeger."

Schaatsen is, ook voor Krol, eerst en vooral een kwestie van gevoel. "Als ik me niet 100 procent voel, heb ik het idee dat ik stroperig over het ijs ga."

De sores ten spijt is het niet zo dat hij snakt naar het einde van het seizoen. "Snakken is een groot woord. Ik kijk wel uit naar een zomer vol met zware trainingen. Mijn handen jeuken om aan de slag te gaan. Voor het zover is, richt ik me eerst op een mooi WK."

"Mijn hoofddoel is simpel. Ik wil de beste races van het jaar laten zien. Of ik daar vervolgens eerste of tiende mee word, dat is me om het even."