In augustus loodste Danny van Poppel (links) Fabio Jakobsen (rechts) in München naar de Europese titel.
NOS Wielrennen

Beste sprinters komen uit Nederland, beste aantrekkers ook: 'Geduld is de sleutel'

Natuurlijk, het wielerseizoen is al even bezig. De meeste topsprinters hebben her en der al wedstrijdjes gewonnen, van San Juan tot Saudi-Arabië en van Spanje tot Oman.

Maar in de Ronde van de Verenigde Arabische Emiraten die maandag begint, de enige WorldTour-wedstrijd in het Midden-Oosten, moeten de sprinters en hun treinen echt met de billen bloot.

Met Fabio Jakobsen, Dylan Groenewegen en Olav Kooij spreekt Nederland een aardig woordje mee in de sprintelite. Maar dat niet alleen: ook de beste lead-outs lijken tegenwoordig uit ons land te komen. Alleen trekken zij de sprint aan voor hun buitenlandse sprinters.

Fraaie tandems

Ga maar na: Danny van Poppel sleurde Sam Bennett bijna eigenhandig uit het wak en loodste de Ier naar twee ritzeges in de Vuelta. Ramon Sinkeldam gold jaren als de wegbereider van Arnaud Démare en mag nu zijn werk doen voor Jasper Philipsen.

De plek van Sinkeldam in de trein van Démare wordt ingenomen door Bram Welten, toevallig het neefje van Danny en Boy van Poppel. En die laatste trekt dan weer de sprint aan bij Intermarché-Circus-Wanty, waar ook Mike Teunissen de spieren zal ballen voor Biniam Girmay.

Maar de opmerkelijkste combinatie? Dat is die van Cees Bol en Mark Cavendish, een tandem die maandag debuteert.

Bol en Cavendish rijden warm in Abu Dhabi, maar staan eerst even stil

De 27-jarige Bol is volgens zijn nieuwe Kazachse ploeg de gedroomde sprintaantrekker voor de Brit Cavendish, inmiddels 37 jaar, die in juli zijn 35ste ritzege in de Tour de France hoopt te gaan boeken.

De twee hebben sinds hun overgang - Bol zat bij DSM en Cavendish reed voor QuickStep - al geregeld contact, meestal via de app. "Dan heeft hij bijvoorbeeld een sprint van mij in de Saudi Tour bekeken en dan appt hij wat er goed of minder goed ging."

Driftig en joviaal

Bol maakte Cavendish ook al mee tijdens een trainingskamp van twaalf dagen in januari. "Het beeld van hem is dat hij in de koers soms wat driftig of pittig kan overkomen. In werkelijkheid is het een superrelaxte, joviale gast."

Dat de twee sindsdien geregeld appen toont volgens de geboren Zaandammer "zijn betrokkenheid. Het is mooi dat hij zijn ervaring deelt op die manier." Maar hoe ze straks samen de sprint moeten afmaken in de UAE Tour? "Dat hebben we nog niet heel specifiek besproken."

Bol reed al wel enkele sprints in zijn nieuwe lichtblauwe shirt. Hij mocht daarin voor eigen succes gaan en dat leverde hem een paar ereplaatsen op. "Ik had goede benen."

Cavendish reed op zijn beurt al in de Ronde van Oman, maar kwam niet in de buurt van het podium. Gezien het deelnemersveld is direct succes van de tandem Bol-Cavendish in de UAE Tour maar zeer de vraag. Alleen Jakobsen en Philipsen zijn niet van de partij, maar de rest van de sprintelite, onder wie Groenewegen en Kooij, is wel aanwezig.

En wat opvalt: er staan ook opvallend veel Nederlandse luxeknechten aan het vertrek. Naast Bol gaan ook Sinkeldam, Welten en de broers Van Poppel de sprint aantrekken voor hun (buitenlandse) kopman.

Hoe gaan zij van start in dit door sommigen bestempelde 'WK voor sprinters'?

'WK voor sprinters'

Danny van Poppel is er om "te winnen met Sam. Als dat lukt, ben ik al happy." De 29-jarige Bora-renner cijfert zich al een tijdje weg voor zijn Ierse kopman Bennett.

Hij is wellicht ook wel de lastigste concurrent van de Nederlandse sprinttop. "Het gaat mij heel vaak goed af. Beter dan zelf sprinten. Dat heeft vooral met mijn ervaring te maken."

In de jaren dat hij voor eigen kansen kon gaan, ging hij nog wel eens te vroeg aan. "Ik heb heel veel fouten gemaakt in het verleden. Ben ook al tien jaar lang zo'n dertig sprints per jaar aan het rijden. Tel maar uit. Dan lees je op een gegeven moment de sprint wel."

2022: Van Poppel loodst Bennett naar zege in Utrecht

Als sprintaantrekker heeft Van Poppel één duidelijke taak en dat bevalt hem goed. Zijn werk begint pas als de finish in zicht komt. "Ook als we in de finale 72 kilometer per uur gaan, moet je wachten tot op zeker 400 meter van de finish. Geduld is de sleutel tot succes."

400 meter

"Ik houd die bordjes langs de weg, waarop staat hoever het nog is tot de finish, heel goed in de gaten. En op 400 meter begin ik pas met mijn inspanning. Timing is daarbij alles."

Dat laatste beaamt ook Sinkeldam, dit jaar de luxeknecht voor de sprinters van Alpecin-Deceuninck. "Waarbij ook nog eens elke koers anders is. Danny is een andere lead-out dan ik ben. Hij is veel sneller, dus hij kan ook weleens te vroeg aangaan, waardoor hij zijn sprinter opblaast. Aan de andere kant doe ik mijn kopman pijn als ik te vroeg ga, met het risico dat anderen er nog overheen kunnen komen."

2022: Van Poppel zet Jakobsen perfect af tijdens Europees kampioenschap

Van Poppel: "Als ik Sam al op 350 meter afzet, gaat hij sowieso niet winnen, dan duurt de sprint te lang. De gouden regel is dat een sprinter pas op 200 meter eraan moet beginnen. Vijftig meter meer of minder, dat maakt een wereld van verschil."

Bol haakt daar op in. "Afhankelijk van het parcours moet jouw sprinter op 200 of 150 meter van de finish pas aangaan. Of ik hem daar moet afzetten? Hoeft niet altijd. Als het van belang is om hem tussen 1 kilometer en 600 meter van de finish uit de wind te houden zodat hij het perfecte wiel kan kiezen, is dat net zo nuttig."

Lange sprint

Belangrijk detail daarbij: Bol moet het ook hebben van een lange sprint. Hij is minder explosief dan een Van Poppel, maar kan een lange inspanning beter aan. "Dat is als lead-out voordelig. Ik ben ook iets meer allround dan de meeste sprinters, kan wel een stukje in de wind rijden. Ik ben best wel groot ook, dus als ik mijn beurt doe, heeft een renner in mijn wiel veel slipstream."

Astana is extreem gemotiveerd om de sprintkant op te gaan met Cav en mij.

Cees Bol over zijn eerste gesprek met Aleksander Vinokoerov

Bol kijkt ernaar uit om later dit seizoen samen met Cavendish naar de Tour te gaan en de Brit daar aan het recordaantal zeges te helpen. Nu deelt hij dat met 34 dagsuccessen nog met de legendarische Eddy Merckx. "In het gesprek dat ik met Vino had, werd duidelijk dat Astana extreem gemotiveerd is om met Cav en mij de sprintkant op te gaan", verwijst hij naar zijn sollicitatiegesprek met Astana-baas Aleksander Vinokoerov.

Halsoverkop

Het had echter weinig gescheeld of Bol, Cavendish en ook Sinkeldam hadden dit jaar in Franse dienst gereden. Er was al een akkoord met B&B, maar bij die formatie ging op het laatste moment de stekker eruit.

Ze moesten halsoverkop op zoek naar een ander team. Uiteindelijk meldde Alpecin-Deceuninck zich voor Sinkeldam. De ploeg van Mathieu van der Poel en ook topsprinter Jasper Philipsen.

Ik ben altijd rustig. Ik spring niet in elk gaatje, ik beuk er niet in. Ik rijd er liever omheen dan doorheen.

Ramon Sinkeldam

Een geschenk uit de hemel voor de 34-jarige Sinkeldam. "Hier is alles superstrak geregeld. Ze zijn een stukje verder op het gebied van voeding bijvoorbeeld."

Het is niet bij voorbaat zo dat Sinkeldam altijd de vooruitgeschoven man is voor Philipsen. "Ik zit niet bij een vaste sprinter. Ik wissel tussen Philipsen, Kaden Groves en Jenson Plowright, de Australiër die in de UAE Tour gaat sprinten. Ik ken hem nog niet. We moeten nog in gesprek over hoe we het precies willen."

Wagonnetjes

Sinkeldam was jarenlang een van de vele wagonnetjes voor Demare in een lange sprinttrein. "Dan zit je het meest op je gemak. Dat was altijd onze tactiek met Arnaud. Met een trein kun je het controleren, zit je vaak vooraan en kun je dus zelf bepalen wat er gebeurt."

"Hoe ik ben in een sprint? Altijd rustig. Achter mij voelt het vertrouwd aan. Ik pak niet elk gaatje dat er ontstaat, ik beuk er niet in. Ik rijd er liever omheen in plaats van doorheen."

Sinkeldam stelt ook dat het van de sprinter afhankelijk is of een trein echt nodig is. "Ook al doe je tien keer hetzelfde parcours, je doet telkens iets anders. In de UAE Tour zijn er rechte wegen. Het liefst heb je iemand voor je, maar of dat heel erg nodig is? Nee, omdat je ook uit het bolletje van sprinters kan komen. Daar is Philipsen bijvoorbeeld goed in."

Hoe het ooit was: Fassa-Bortolo zet met hele ploeg Petacchi af

En ook Van Poppel heeft die kwaliteit. "Je hebt altijd wel minstens twee man nodig. Dus je hebt altijd een treintje nodig. Kijk, in de Fassa Bortolo-tijd reden acht renners volledig in dienst van Alessandro Petacchi, dat is nu wel anders."

"Maar een sprinter kan nog steeds niet zonder een lead-outman en andersom. Bij sommige kleine ploegen doen sprinters het wel alleen. Dat deed ik ook in mijn jaren bij Wanty, maar dan gaat het ook heel vaak fout. Met een trein zit je in ieder geval van voren."

Terug naar de tijd van Petacchi is niet te doen. Bol: "Elke ploeg heeft tegenwoordig wel een goede sprinter. Dan zit je met twintig treinen van acht man, dat werkt ook niet. Dan zitten alle sprinters achterin."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl