NOS Nieuws

Archief collaborateurs WO II straks openbaar: 'Bijna alles ligt gevoelig'

  • Rachel de Meijer

    Redacteur

  • Rachel de Meijer

    Redacteur

Vandaag wordt een begin gemaakt met de digitalisering en het doorzoekbaar maken van een van de meest geraadpleegde, maar ook gevoeligste archieven van Nederland: het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging. Het bevat de dossiers van 300.000 personen die na de Tweede Wereldoorlog verdacht werden van collaboratie met de Duitsers.

Direct na de bevrijding begon justitie met de berechting van deze verdachten. Twintig procent werd veroordeeld, 1900 kregen gevangenisstraffen van tien jaar of meer.

Geen kopieën

In 2025 wordt dit archief openbaar, dat wil zeggen dat het dan voor iedereen raadpleegbaar is. Nu is het, op grond van de Archiefwet, nog beperkt openbaar. Dat heeft te maken met het beschermen van de privacy van personen die mogelijk nog in leven zijn.

Nu is het nog zo dat geïnteresseerden de dossiers alleen kunnen inzien op een studiezaal als ze kunnen bewijzen dat de persoon is overleden, of toestemming hebben van de betreffende persoon. Ook mogen er geen kopieën worden gemaakt van de documenten.

In 2025 vervallen de beperkingen op openbaarheid. Het archief gaat dan open, voor zover dit volgens AVG-privacyregels toegestaan is en zal dan digitaal en online te raadplegen zijn.

Nabestaanden

Dat heeft grote gevolgen voor de nabestaanden van collaborateurs. Edwin Klijn, leider van het project Oorlog voor de Rechter, is zich zeker bewust van de impact die de openbaring heeft op deze nabestaanden. "Je moet dan ook niet alleen technische en juridische kaders aanbrengen, maar het is ook belangrijk om je af te vragen wat ethisch is. Daarom gaan wij ook in overleg met de nabestaanden. We betrekken ze heel bewust bij dit proces."

Net als bij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog is er bij de daders lang gezwegen. Veel kinderen wisten weinig of niets van het verleden van hun ouders. Zo ook Jeroen Saris, voorzitter van de Werkgroep Herkenning, die hulp geeft aan kinderen, kleinkinderen en familieleden van collaborateurs. "Op mijn achttiende kwam ik er via een krantenartikel achter dat mijn vader met de Duitsers samenwerkte. Hij had me nooit iets verteld. Pas drie jaar geleden was ik eraan toe zijn dossier in te zien."

Oude wonden

"Voorbeelden van informatie die onder ethische criteria vallen zijn psychiatrische rapporten en getuigenissen die afgelegd zijn tijdens politieonderzoek," zegt Klijn. "Maar voor de familie van collaborateurs ligt bijna alles gevoelig," zegt Saris. "Dat wil niet zeggen dat wij ons verzetten tegen het openbaar maken van het archief, het is ook gewoon een wettelijke verplichting, maar het zal een hoop losmaken, vooral bij de kinderen van NSB'ers.

De tweede en derde generatie heeft wat meer afstand, maar de eerste generatie heeft van dichtbij de gevolgen ondervonden, de pesterijen, de uitsluiting, het stigma. Die zijn bang voor een herhaling als het archief opengaat, dat oude wonden weer opengaan. Ook zijn er nabestaanden die tot op de dag van vandaag niet willen weten wat hun familieleden hebben gedaan. Die informatie ligt straks allemaal op straat."

Medewerkers zoeken in de dossiers in de jaren 50 of 60

Met nieuwe technieken kunnen de archiefstukken razendsnel gedigitaliseerd worden. Naar verwachting gaan straks per week zo'n 152.000 pagina's door de scan. Handschriften zijn steeds makkelijker om te zetten in digitale bestanden, door bijvoorbeeld het gebruik van kunstmatige intelligentie. "De proeven daarmee zijn veelbelovend", zegt Klijn. "We gaan het archief ook verrijken met achtergrondinformatie en kunnen straks dossiers met elkaar koppelen, waardoor er op veel meer manieren gezocht kan worden."

Ismee Tames, historicus en schrijver van Doorn in het Vlees over de bijzondere rechtspleging, verwacht dat het gedigitaliseerde archief nieuwe mogelijkheden zal bieden.

"Straks kunnen we patronen gaan zien in wanneer er veel mensen bijvoorbeeld dienst namen in de Waffen SS, en ook waar ze vandaan kwamen, wanneer ze veroordeeld werden, wie er tegen en voor hen getuigden. Dat kan ook bruikbare context leveren voor mensen die onderzoek doen naar hun opa of overgrootvader."

Het project dat Oorlog voor de Rechter heet loopt tot 2027. Vanaf 2025 zullen de eerste dossiers online te vinden zijn op www.oorlogvoorderechter.nl.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl