ABN Amro Open 50 jaar: van gênante scenes Krajicek en Sluiter tot plotse held Kok
Het ABN Amro Open beleeft zijn vijftigste editie. Het tennistoernooi in Rotterdam mag gerust een sieraad van de Nederlandse sport worden genoemd. Reden genoeg om in aanloop naar de jubileumeditie (13 tot en met 19 februari) in de rijke geschiedenis van het toernooi te duiken.
Krajicek: een blikje cola en arcadekast-verslaving
Richard Krajicek maakt zich op voor zijn twintigste ABN Amro Open als toernooidirecteur. Hij pakt als speler in 1995 en 1997 de titel in Ahoy. De mooiste herinneringen van de Wimbledon-kampioen gaan echter verder terug, als hij als tienjarige jongen voor het eerst in Ahoy rondkijkt.
"Guillermo Vilas was de eerste profspeler die ik zag tennissen en maakte direct heel veel indruk op mij. Hij speelde tegen Buster Mottram. Ik weet dat nog precies, omdat ik toen op de tribune per ongeluk een scheut cola over een man gooide, omdat ik moeite had om een blikje te openen. De man was uiteraard boos, terwijl een vrouw naast mij in de lach schoot. Ik schaamde mij kapot."
Een scheidsrechter moest Mecir achter die arcadekast vandaan trekken, want hij moest de baan op. Een slechtere voorbereiding was niet denkbaar.
"En ook Miloslav Mecir staat mij nog voor de geest. Via mijn moeder was het mij gelukt om een keer in de spelerslounge te komen. Het was voor mij een soort snoepwinkel, want ik kon daar alle spelers zien. En Mecir was daar ook."
"Ik zal nooit vergeten hoe Mecir toen continu achter zo'n arcadekast zat om computerspelletjes te spelen, echt non-stop! En het mooie was, ik mocht van mijn ouders nooit op zo'n arcadekast spelen, omdat het niet goed voor mij zou zijn. En nu zag ik zo'n tennisheld er voortdurend mee spelen. Ik vond dat fantastisch."
"Maar nu komt het mooie: Mecir was zo verslaafd aan dat spel dat hij achter dat ding vandaan moest worden getrokken. Een scheidsrechter moest hem echt komen halen. Vervolgens pakt Mecir zijn tennistas en loopt zo de baan op om zijn wedstrijd te gaan spelen, zonder voorbereiding. Een slechter voorbeeld kon je eigenlijk niet zijn voor de jeugd, maar hij kon fantastisch tennissen."
Bekijk hieronder een reportage met Krajicek over de jubileumeditie en zijn gewonnen titel in 1995 en 1997 op het ABN Amro Open:
Eltingh en Haarhuis vieren hun gezondheid
Voor Jacco Eltingh is het ABN Amro Open uit 2011 hét moment waar hij graag op terugkijkt. Hij maakt met zijn maatje Paul Haarhuis in een volgepakt Ahoy een eenmalige comeback in het dubbelspel.
Het duo, winnaar van 39 ATP-titels, verliest in de eerste ronde van twee Polen, maar dat is helemaal niet zo belangrijk. Beiden weten dat ze weer gezond zijn.
De twee voormalig grandslamkampioenen hebben een enorme beproeving moeten doorstaan. Eltingh kampt in 2009 met spierverlammingen en spieruitval en kan bijna niet meer lopen. Hij herstelt uiteindelijk goed van zijn gezondheidsproblemen.
Haarhuis laat in 2010 een goedaardige tumor ter grootte van een tennisbal (die bij de Eindhovenaar voor hartritmestoornissen zorgde) verwijderen. De operatie van Haarhuis duurt vijf uur. De huidige Davis Cup-captain wordt na een lange revalidatie weer gezond verklaard.
"Mijn mooiste herinnering aan het toernooi was met Paul toen we op het center court onze gezondheid konden vieren. En we deden dat op het prachtigste toernooi van Nederland, waarin op de maandagavond van het toernooi het dubbelspel even centraal stond."
Ralph Kok: voor één keer de held van de avond
Ralph Kok beleeft bij de editie van 1993 een onverwacht hoogtepunt door als lucky loser zijn eerste en enige ATP-partij te winnen. De dan 25-jarige speler heeft zijn tennisdroom dan al enkele jaren geleden opgegeven en timmert succesvol aan de weg met een racket- en kledingwinkel.
"Ik had tijdens het toernooi ook een winkeltje op de eerste ring van Ahoy. De zaken gingen goed, maar ik hield ook nog heel veel van het spelletje. Ik was vroeger een bescheiden prof en al enkele jaren gestopt, maar speelde bij de amateurs nog op een behoorlijk niveau."
Ineens wilden allemaal meiden met mij op de foto, en allemaal van dat soort gedoe.
"Ik kreeg van toenmalig toernooidirecteur Wim Buitendijk een wildcard voor het kwalificatietoernooi, dat gunde hij mij als rasechte Rotterdammer. Ik verloor vervolgens in de kwalificaties, maar schreef me daarna elke dag in als lucky loser. Ik kreeg toen in mijn winkel tijdens het bespannen van een racket te horen dat ik alsnog mocht komen opdraven omdat Boris Becker zich had afgemeld."
"Ik speelde tijdens de avondsessie, de tent zat vol. Zo gaaf! Ik won vervolgens van de Duitser Patrik Kühnen, die toen de nummer 68 van de wereld was. Dat was natuurlijk een gigantische verrassing en voor mij natuurlijk een geweldige ervaring."
"En na de partij ben ik gaan douchen en even later stond ik gewoon weer in mijn winkeltje rackets te bespannen, al kwam daar weinig meer van terecht door alle aandacht vanwege mijn wedstrijd. Ineens wilden allemaal meiden met mij op de foto, en allemaal van dat soort gedoe. Maar het was voor mijn winkel wel een heel goede promotie, haha. Ik verloor een ronde later overigens van Omar Camporese, die een paar dagen later het toernooi zou winnen."
Hoe Sluiter zich voor heel even, heel klein voelde
Raemon Sluiter voelt zich in 2003 als een man op de top van de Mount Everest door in Ahoy de ene na de andere topspeler naar huis te sturen, tot de finale.
De geboren Rotterdammer verliest namelijk in de eindstrijd vrij kansloos van de Belarus Max Mirnyi, die in de halve finale ene Roger Federer heeft verslagen. Natuurlijk, Sluiter had ontzettend graag met zijn achternaam op de befaamde ring in Ahoy gestaan, maar de realiteit is anders.
"Het was inderdaad voor mij persoonlijk míjn week, maar als je ziet wie Mirnyi in die week had verslagen, dan was het nog meer zíjn week. Ik won onder anderen van Verkerk, tegen een goede vriend spelen vond ik lastig, maar Martin was vooral op gravel heel gevaarlijk. En in de kwartfinale had ik het geluk dat Ferrero geblesseerd raakte tegen mij. Als je keek hoe Mirnyi speelde en van wie hij in die week won (naast Federer versloeg hij Kafelnikov, Ljubicic en Ancic), dan was het verhaal duidelijk."
Ik gleed uit en hoorde het publiek lachen. Ik kan je verzekeren: dan voel je je wel even heel klein.
"Ik wist dat er van tevoren misschien wel iets mogelijk was voor mij. Ik zat in de beste periode van mijn loopbaan en had de week ervoor in Marseille de kwartfinales gehaald en toen in drie sets van Federer verloren. Ik zat er dus aardig in. Maar ik heb dus in die week in Ahoy wel het nodige geluk gehad. Ik had toen nooit het gevoel: goh, dit kan weleens mijn week gaan worden."
"Een minder prettige herinnering was, al blijft het een onschuldig moment, toen ik als ballenjongen op het center court uitgleed over zo'n kussentje, die er altijd lagen voor de ballenkinderen, bij het pakken van een bal. Je hoorde vervolgens het publiek lachen. Ik kan je verzekeren: dan voel je je wel even heel klein als je dat in zo'n groot stadion meemaakt."
"Het toernooi heeft als een rode draad door mijn loopbaan gelopen. Ik ben er op jonge leeftijd ballenjongen geweest, kon met de tram en metro reizen om toptennis te zien, heb er als speler de finale gehaald en heb er ook nog als coach gezeten. Als die herinneringen zijn mij uiteindelijk even dierbaar."