Groenewoud verrast Takagi op 1.500 meter en pakt voor het eerst wereldbekergoud
Marijke Groenewoud heeft voor een grote verrassing gezorgd op de 1.500 meter bij de wereldbekerwedstrijden in het Poolse Tomaszów. Ze versloeg topfavoriete Miho Takagi, die dit seizoen nog slechts één keer werd verslagen op de middellange afstand, en Ragne Wiklund en pakte zo de gouden medaille.
Het is voor de 24-jarige Groenewoud haar eerste overwinning in het World Cup-circuit. Ze had al wel zeven zilveren en zes bronzen medailles verzameld in haar carrière. "Dat is wel heel mooi", lachte de Nederlandse.
Groenewoud, vrijdag nog goed voor brons op de 3.000 meter, was in rit acht gekoppeld aan Takagi. Na haar race over drie kilometer gaf ze aan dat haar de zware omstandigheden in de ijshal in Tomaszów toch wat tegenvielen.
Na een nacht slaap had ze ogenschijnlijk veel minder last van die omstandigheden. Ze versloeg de Japanse in 1.56,67 en zat daarmee slechts 0,67 boven het baanrecord, dat op naam staat van Takagi.
'Niet denken dat het zwaar is'
"Ik voelde tijdens de rit al dat ik haar kon hebben", reageerde Groenewoud na het afrekenen met Takagi. "Ik had verwacht wel dat ze iets sneller van start zou gaan, omdat ze gisteren een harde 500 meter reed. Maar ik zat er verrassend al vrij snel voor."
Ze hoorde ook van ploeggenoten in het hotel dat ze zich op een zware race zou moeten voorbereiden, gezien de omstandigheden op de Poolse ijsbaan. "Maar ik dacht: ik moet het bij mezelf houden, gewoon een goede race neerzetten en niet denken dat het zwaar is. Ik had er vooral heel veel zin in."
Wereldbekergoud is voor Groenewoud een mooie opsteker richting de WK afstanden, over drie weken in Heerenveen. "Niet iedereen staat hier aan de start, maar ik sta er wel goed voor."
Wiklund, de winnares van de 3.000 meter in Polen, kwam het dichtst in de buurt van de tijd van Groenewoud, maar bleef toch meer dan een seconde verwijderd van het goud. Het brons was voor Takagi.
Antoinette Rijpma-de Jong, Nederlands kampioene en nummer twee van het wereldbekerklassement, is er niet bij in Polen. Net als veel andere schaatsers van de Jumbo-Visma-ploeg verkiest ze, met het oog op de WK afstanden van 2 tot en met 5 maart in Heerenveen, trainingen boven wedstrijdritme.
Zilver voor ploegenachtervolging
Op de ploegenachtervolging was er voor de tweede keer dit seizoen zilver voor Nederland. Zonder Rijpma-de Jong, Irene Schouten en Groenewoud, die na het goud op de 1.500 meter het ploegenonderdeel aan zich voorbij had laten gaan, werd het Nederlandse trio gevormd door Joy Beune, Elisa Dul en Robin Groot.
Beune, Dul en Groot zetten een prima race neer. Ze versloegen in hun rit de Verenigde Staten in 3.01,74. In de slotrit waren alleen de Canadezen sneller dan de Nederlanders. Ivanie Blondin, Isabelle Weidemann en Valerie Maltais finishten in 3.00,97.
De drie Nederlandsen hadden nog maar weinig ervaring met z'n drieën op de achtervolging. "We wisten niet wat we moesten verwachten, maar stonden er dinsdag al versteld van hoe goed we in een trein reden", zegt Beune. De tweede tijd, niet ver achter olympisch kampioen Canada, viel dan ook totaal niet tegen.
Bondscoach Rintje Ritsma liet na afloop doorschemeren dat een van de drie in actie zal komen op de wereldkampioenschappen afstanden, over drie weken in Heerenveen. Maar wie, dat wilde Ritsma niet prijsgeven.
Zou er een scenario zijn waarin Beune, Groot en Dul ook het WK rijden? "Zeg nooit nooit", reageert Beune. "Kijk wat we net hebben gedaan, het is aan de bondscoach wat hij de beste opstelling vindt."