Adema door het stof om onduidelijkheid mestbeleid, Kamer houdt vragen
Minister Adema van Landbouw is in de Tweede Kamer door het stof gegaan om de onduidelijkheid die is ontstaan rond de mestregels. In een debat bood de ChristenUnie-minister de Kamer en "al die boerengezinnen" excuses aan, omdat hij heeft nagelaten een Brusselse waarschuwing over het mestbeleid tijdig te delen. Voor een aantal Kamerleden bleef het onbevredigend waarom Adema het EU-signaal niet heeft doorgegeven.
Nederlandse boeren hebben een uitzonderingspositie in het Europese mestbeleid, de zogenoemde derogatie. Zij mogen nog een paar jaar meer mest uitrijden dan boeren in de meeste andere landen. In ruil daarvoor moest wel met de afbouw van de derogatie worden begonnen om het oppervlaktewater schoner te maken.
EU boven parlement
Maandag werd via de NOS bekend dat de minister al weken op de hoogte was van de harde eis van de Europese Commissie om op 1 januari 2023 te starten met afbouwen, en niet pas een jaar later zoals Adema (mede op aandringen van de Kamer) wilde. Zou dat niet gebeuren, dan dreigt Nederland de hele uitzonderingspositie kwijt te raken.
Een belangrijk punt in het Kamerdebat vandaag was dat Adema daarover op 19 december een niet mis te verstane brief kreeg van de Europese Commissie, en dat hij daar tot vorige week niks over meldde. "Ik had een signaal moeten afgeven dat er een zorgelijk signaal was binnengekomen", zei de minister. Dat hij dat niet deed, spijt Adema dus, en hij legde ook uit waarom hij het niet deed. "We hadden de rust nodig om tot een oplossing te komen."
Die verklaring leidde tot enige beroering. "De minister impliceert dat volledig informeren van de Kamer tot onrust had geleid", zei SP-Kamerlid Beckerman. Ze wees erop dat de Kamer informeren de belangrijkste taak van een minister is. Ook BBB-Kamerlid Van der Plas reageerde verontwaardigd: "De minister stelt de EU boven de parlementaire vertegenwoordiging".
Maar volgens Adema moest er nou eenmaal "precair worden gehandeld, zeker als de derogatie op het spel staat". Hij wees erop dat dat in het belang van de boeren is. Volgens hem was op deze manier de kans het grootst dat niet de hele derogatie geschrapt zou worden.
Bewuste beslissing
Op PVV-Kamerlid Kops, die al een motie van wantrouwen tegen de minister aankondigde, maakte de verklaring weinig indruk. "Het is een politieke doodzonde", zei hij over het slecht informeren van de Kamer. "De minister kan honderd keer excuses aanbieden, hij kan beter zijn conclusies trekken."
Van Campen (VVD) sprak de minister er eerder in het debat op aan dat hij de boeren hoop heeft laten houden dat 2023 een overgangsjaar zou zijn, terwijl hij wist dat Brussel daarmee niet akkoord ging. "De VVD baalt van de overheidswispelturigheid waarmee de boeren weer worden geconfronteerd."
Doldwazemestuitrijdagen
GroenLinks-Kamerlid Bromet stelde dat landbouwministers altijd naar geitenpaadjes zoeken in Europa. Ze geeft als voorbeeld de lobby rond de pulsvisserij. "Nederland zoekt altijd de randjes op van wat nog kan." Een aantal Kamerleden sprak de zorg uit dat Adema daar nu weer mee bezig is.
De minister heeft namelijk aan de Europese Commissie voorgesteld dat boeren alsnog per 1 maart beginnen met maatregelen die het slootwater en oppervlaktewater schoner maken. "En ik zie dat je vanaf 16 februari dierlijke mest mag uitrijden", merkte D66-Kamerlid Tjeerd de Groot op, die vreest dat boeren dan heel veel mest gaan uitrijden. "Als we niet oppassen, worden het tussen half februari en 1 maart de doldwazemestuitrijdagen."
De minister deelt die zorg niet. "Het is geen geitenpaadje", zei Adema. Volgens hem is geen boer "zo dom om dan alles uit te rijden", omdat ze dan de rest van het jaar geen mest meer kunnen uitrijden.
Geen garantie
Of de Europese Commissie met de datum van 1 maart akkoord gaat, is overigens niet duidelijk. Adema heeft wel goede hoop, zei hij. "Maar je krijgt nooit van tevoren 100 procent garantie van Brussel."
Morgen krijgt het debat nog een staartje met een zogenoemd tweeminutendebat, waarin Kamerleden voorstellen kunnen indienen. Onder meer de motie van wantrouwen die de PVV heeft aangekondigd, komt daar aan bod. Het is niet de verwachting dat die motie het haalt, omdat daarvoor de steun van minstens een regeringspartij nodig is. Die zijn niet van plan Adema weg te sturen.