Vier typen kanker inzichtelijker gemaakt aan de hand van een nieuwe atlas
Sjoerd Mouissie
Datajournalist
De Kankeratlas van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) toont voor het eerst geografisch waar vormen van kanker in meer of mindere mate dan het landelijke gemiddelde voorkomen, gecorrigeerd voor het aantal inwoners en de leeftijd in een regio. De atlas bevestigt bestaande kennis maar onthult ook nieuwe inzichten. In dit artikel zoomen we in op baarmoederhalskanker, huidkanker, longkanker en asbestkanker.
Baarmoederhalskanker komt significant minder voor in het oosten en zuidoosten van Nederland dan in de Randstad en het noorden. Waarom dat zo is, blijft tot op zekere hoogte nog een mysterie en aanleiding voor nader onderzoek.
De bedenker van de atlas, hoogleraar en IKNL-hoofdonderzoeker Valery Lemmens, vermoedt dat preventieve screening een belangrijke factor is. Via uitstrijkjes bij de huisarts kunnen vrouwen tussen de 30 en 60 jaar vaak op tijd achterhalen of ze meer risico lopen om deze ziekte te krijgen. Relatief simpele maatregelen zijn dan afdoende om kanker te voorkomen.
"We weten dat vrouwen in het oosten van het land vaker meedoen aan het bevolkingsonderzoek", aldus Lemmens.
Gynaecoloog Jacqueline Louwers van het Diakonessenhuis in Utrecht is gespecialiseerd in baarmoederhalskanker en onderschrijft het belang van bevolkingsonderzoeken. "Maar of het de scherpe scheiding tussen het westen en oosten van Nederland in zijn geheel verklaart is nog maar de vraag."
Zo wordt het risico volgens Louwers, eveneens expert namens de gynaecologische beroepsvereniging, ook bepaald door het aantal sekspartners. Deze kanker wordt immers veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV), een virus dat je vrijwel alleen kunt oplopen bij seksueel contact. "In de grote steden waar veel studenten wonen is er vrijer seksueel verkeer dan in andere delen van het land, dat heeft ook invloed op het krijgen van HPV."
Caroline Kruijdenberg, gynaecoloog in het St Jansdal in Harderwijk, vraagt zich ook af roken een rol speelt. "De meeste mensen krijgen in hun leven HPV. Vaak ruimt het lichaam dat virus zelf weer op. Soms niet en dan kun je kanker krijgen. En een factor die het risico vergroot dat je lichaam HPV niet zelf oplost, is roken."
Zelf opzoeken hoe de situatie in jouw woonplaats is? Dat kan via deze link of in de interactieve kaart hieronder:
Louwers wijst er verder op dat meer vrouwen met een migratieachtergrond in de grote steden wonen. "Zij vinden hun weg minder gemakkelijk in ons zorgsysteem en wellicht is het een groter taboe om een uitstrijkje te halen. Dat is bij andere Nederlandse vrouwen ook nog vaak het geval. Het is dan ook een ongemakkelijk onderzoek, zo met je benen wijd voor een uitstrijkje. Landelijk komt ongeveer 50 procent van de vrouwen bij het bevolkingsonderzoek opdagen. Dat is bedroevend laag."
Er zijn nu zelftesten mogelijk op HPV, maar het totaal aantal testen blijft nagenoeg onveranderd.
De beste manier om baarmoederhalskanker te voorkomen is dan ook vaccinatie. Meisjes kunnen die prik al jaren halen, jongens sinds vorig jaar. De vrouwen die dit jaar 30 worden hebben de mogelijkheid gehad voor deze vaccinatie. Al heeft lang niet iedereen dat gedaan. En de vrouwen die ouder zijn hebben die kans nooit gehad.
Daarom benadrukt Louwers het belang van deelname aan bevolkingsonderzoek. "We hebben nog steeds situaties dat vrouwen hun baarmoeder moeten laten verwijderen terwijl dat voorkomen had kunnen worden als ze of een vaccinatie of uitstrijkje hadden gehaald."
Aanknopingspunten voor onderzoek
Naast veel informatie, zoals bij baarmoederhalskanker, levert de nieuwe atlas ook vragen op. Zo ook over twee soorten huidkanker: de melanoom en plaveiselcelcarcinoom. Beide kankersoorten ontstaan door blootstelling aan uv-straling op de huid, maar zijn toch verschillend. Een melanoom ontstaat vaak doordat iemand op jonge leeftijd is verbrand, bij plaveiselcelcarcinoom gaat het om een 'opstapeling' van zonlicht.
Uit de nieuw berekende gegevens blijkt dat melanomen veel voorkomen in het noorden van Noord-Holland, en weinig aan de Zeeuwse kust. Bij het andere type huidkanker is dat beeld precies omgekeerd: die variant van de ziekte komt relatief veel voor in de meer zuidelijke kustgebieden. "We kunnen niet goed verklaren waarom dat is", zegt Lemmens.
"Mogelijk ligt het aan de genetische samenstelling van de mensen die in een gebied wonen, waardoor hun huidtypen op elkaar lijken", oppert de hoogleraar. "'We weten immers in het algemeen dat als mensen niet gestudeerd hebben, veel van hen hun hele leven in een bepaalde regio blijven wonen."
In de afgelopen tien jaar werden beide soorten huidkanker bijna 17.000 keer per jaar vastgesteld. Daarbij werd plaveiselcelcarcinoom vaker (10.583 keer) vastgesteld dan melanoom (6116 keer)
Sociaal-economische omgeving
Omgeving telt wanneer het gaat om de vraag hoeveel risico iemand loopt een bepaalde vorm van kanker te krijgen. Bij huidkanker is de natuur in de vorm van de zon een belangrijke omgevingsfactor. Bij longkanker, een van de dodelijkste én meest voorkomende vormen van kanker, is de sociaal-economische economische omgeving vaak bepalend.
De atlas toont bij longkanker scherpe grenzen tussen arme en welgestelde wijken. Soms slechts gescheiden door water of een spoorweg zijn de verschillen in een oogopslag te zien.
Neem bijvoorbeeld de Amersfoortse volksbuurt het Soesterkwartier. De afgelopen tien jaar kwam longkanker daar 60 procent meer voor dan het landelijke gemiddelde. De rijke buurt aan de andere kant van het spoor, de Amersfoortse Berg, zit 21 procent onder het landelijke gemiddelde. Een enorm verschil.
"Het is heel belangrijk dat we niet met het vingertje gaan wijzen naar mensen die in zo'n wijk wonen en roken", benadrukt Lemmens. "Er is hier meer aan de hand dan een individuele keuze om te gaan roken. Omgevingsfactoren spelen dus een belangrijke rol. Als mensen in bepaalde wijken wonen hebben ze minder kans op een goede opleiding, minder kans op een goedbetaalde baan, lastige woonomstandigheden en daardoor is er meer kans op stress. In een omgeving waar roken normaal is, is het ook moeilijker om te stoppen met deze verslaving. Ze grijpen naar een sigaret om te ontspannen en leven als gevolg daarvan minder gezond."
Lemmens stelt dat beleidsmakers het voortouw moeten nemen om zo'n ongezonde leefomgeving aan te pakken. Uit onderzoek van het Amsterdam UMC blijkt dat er disproportioneel veel tabaksverkooppunten zijn in armere wijken van middelgrote steden. Veel van die tabakszaken liggen op loopafstand van scholen, wat het risico op roken vanaf jonge leeftijd vergroot.
"Dit zijn omgevingsfactoren die alleen overheden kunnen aanpakken", aldus Lemmens. "Net zoals het verhogen van accijnzen op tabak, alcohol en suikerhoudende producten is voorbehouden aan de overheid. Het is een generieke maatregel, maar we weten uit studies dat het erg helpt om het roken juist ook in armere groepen te verminderen."
Zonder blootstelling geen kanker
De casus van asbestkanker (mesothelioom) toont eveneens helder dat de omgeving waarin mensen werken en wonen voor een belangrijk deel het risico op ziek worden bepaalt. Zo laat de atlas zien dat mesothelioom eigenlijk alleen voorkomt in gebieden waar vroeger veel industrie was waar met asbest werd gewerkt. Denk aan scheepswerven.
Het inzicht dat een ongezonde omgeving het risico op kanker significant vergroot, wordt nog scherper als alleen naar vrouwen met mesothelioom wordt gekeken.
"Landelijk zie je dat vooral mannen deze ziekte hebben opgelopen, want zij waren degenen die met asbest werkten. Vrouwen bleven er dus van gevrijwaard", vertelt Lemmens. "Maar niet in Twente, waar in Goor een grote asbestfabriek stond. De mannen namen allerlei halffabricaten met asbest mee naar huis, bijvoorbeeld om een schuurtje te bouwen. Toen zijn hun vrouwen ook blootgesteld aan asbest. Daarom zie je dat het mesothelioom onder vrouwen bijna alleen in Twente voorkomt."
Naar verwachting zal kanker gerelateerd aan mesothelioom steeds minder voorkomen in Nederland. Met het verbod op asbest verdwijnt immers blootstelling. "Weer een voorbeeld hoe bepalend ingrijpen van een overheid kan zijn."
Maar in Twente zal het volgens Lemmens nog een paar generaties zichtbaar blijven. "Ook de kinderen van de arbeiders zijn blootgesteld: de werkkleding met asbest werd in huis gewassen. En het kan decennia duren voordat men ziek wordt."
Kim Pot deed in 2020 mee aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Het onderzoek redde haar leven, vertelt ze: