Gesink begint aan zeventiende wielerseizoen: 'Gevoel dat er nog wel wat te halen is'
Het is wel even zoeken naar papa in de chaos bij de Utrechtse jaarbeurs. Daar, tussen de rode container van de dopingcontrole en de ruggen van al die fotografen moet hij ergens zijn. "Toe maar", zegt moeder Daisy.
Opeens opent de kring zich en zien we een lange, slanke wielrenner in geelzwart lycra, korte blonde stekels en blosjes op de wangen. Anne en Bram weten niet hoe snel ze in de armen van Robert Gesink moeten springen. Papa Gesink straalt.
Acht jaar eerder was Gesink op weg naar een toptienklassering in de Vuelta, zijn vierde al na 2008, 2009 en 2012, toen hij na de 17de etappe halsoverkop naar huis vloog. Er waren complicaties met de zwangerschap van Daisy. Voor Gesink was het geen moeilijke keuze.
Een paar maanden later stond hij met Bram in zijn handen, apetrots. En nu slaat diezelfde Bram met zijn zus de armen om zijn vader, apetrots.
'Ik kan met pensioen...nee hoor'
Vlak daarvoor heeft hij met Jumbo-Visma de concurrentie vermorzeld in de eerste etappe van de Vuelta van 2022, een ploegentijdrit door Utrecht. Zoals afgesproken vooraf mocht Gesink als eerste de streep passeren. De eerste rode leiderstrui is voor hem.
"Het is tekenend dat ze me dit gunnen", zei Gesink. "Ik heb veel gegeven voor deze ploeg. Fantastisch om op deze manier een bedankje te krijgen. Ik kan met pensioen... Nee hoor, ik ga nog een jaar door."
Jarenlang gold Robert Gesink als de grote hoop op Nederlands succes in een grote ronde. Amper twintig liet Gesink waarden zien in training, waar de ploegleiders bij Rabobank steil van achterover sloegen.
In zijn eerste Vuelta werd hij in 2008 meteen zevende in het eindklassement. In 2009 werd hij zesde in de Ronde van Spanje. En in 2010 eindigde hij als vijfde in de Tour de France, een evenaring van de beste klassering van Michael Boogerd in de door dopingschandalen uitgedunde Tour van 1998.
Niets leek zijn opmars te kunnen stuiten, behalve pech (en daar heeft Gesink zijn portie wel van gehad) én zichzelf. "Altijd die schijnwerpers, de stress die dat met zich meebracht", vertelt de 36-jarige Gesink aan de vooravond van een nieuw seizoen aan verslaggever Gio Lippens. "Dat heeft me ook wel veel plezier gekost."
Luister hieronder naar de radioreportage die Gio Lippens maakte met Robert Gesink en Richard Plugge:
"Hij was de leider, de grote man, de gedoodverfde favoriet voor een podiumplek in de Tour de France", weet teambaas Richard Plugge. "Maar hij was ook iemand, die mensen uitnodigde thuis. Die mensen meenam in het vak en het verhaal van onze ploeg. Die mensen erbij betrok."
Gesink: "Ik vind dat ook mooi om te doen. Ik ben altijd een teamplayer geweest en dan is het ook natuurlijk om ook aan anderen te denken. In mijn beste jaren ben ik voor een kopman misschien ook wel te sociaal geweest. Als topsporter heb je bepaalde karaktereigenschappen nodig om het te halen daarboven. Winnaarsmentaliteit. Over lijken kunnen gaan. Dat levert niet de beste teamplayers op. En dan is het aan de teamplayers om er weer een geheel van te maken. Ik vind dat een mooie rol."
Gesink geniet van rol als helper
Sinds een jaar of vijf heeft Gesink een andere rol in het team. Die van meesterknecht en cultuurbewaker. Hij schreef zelfs mee aan de kernwaarden van Jumbo-Visma, regels die nog altijd aan de binnenkant van de wielershirts gedrukt zijn.
Die nieuwe rol had alles te maken met de doorbraak van talenten als Primoz Roglic en later Jonas Vingegaard. "De ploeg vroeg mij om mannen als Primoz wegwijs te maken, te helpen en te ondersteunen. En dat is ook een heel mooi traject. Het heeft voor mij heel veel plezier terug in het fietsen gebracht. Ik geniet nu stukken meer van de sport dan ik voorheen wel eens genoten heb."
Superpijnlijk. Zeker als je dan ziet dat het ze ook nog lukt om die Tour te winnen.
Of Gesink ooit een serieuze gooi had kunnen doen naar een Tourzege als hij de ploeg van nu om zich heen had gehad, zullen we nooit weten. Zeker is wel dat hij de afgelopen jaren met het nodige beuk- en sloopwerk aan het begin van een steile klim een flink steentje heeft bijgedragen aan het succes van zijn kopmannen.
Maar juist in het jaar dat zijn ploeg met Vingegaard eindelijk de Tourzege mocht bejubelen, was hij er niet bij. In de sterrenformatie van Jumbo-Visma voor de Tour was geen plekje over voor de meesterknecht.
Plugge: "Aan de ene kant is dat heel lastig. Maar aan de andere kant is dat ook deel van onze cultuur, die Robert heeft meehelpen schrijven. Het gaat om het onderwerp: in dit geval deelname aan de Tour of niet. Het gaat niet over jou als persoon. Dan is het een normaal gesprek, waarin je dit heel goed kunt uitleggen. Dat daar vervolgens emoties bij komen kijken, dat is logisch."
Zo zakelijk als de ploegbaas het doet voorkomen, is het natuurlijk niet. "Superpijnlijk", schiet Gesink meteen te binnen. "Zeker als je dan ziet dat het ze ook nog lukt om die Tour te winnen. Ik heb er altijd vertrouwen in gehad dat het een keer zou lukken. Natuurlijk is het superjammer. Maar ik ben ook trots dat ik nog veel plezier heb beleefd aan dit seizoen. Wat wel aangeeft dat er nog heel veel liefde voor de sport zit. Ook in mijn 17de jaar als beroepsrenner."
Met volle overtuiging naar Vuelta
Met volle overtuiging stortte hij zich op de Vuelta, die de eerste dagen volledig door zijn ploeg gedomineerd werd. Nadat de rode leiderstrui van schouder naar schouder was gewisseld binnen de ploeg, ging de focus op een vierde eindzege op rij voor Roglic.
Maar Roglic kwam tekort tegen de ontketende Remco Evenepoel, althans in de eerste anderhalve week. Van opgeven was geen sprake en na de tweede rustdag ging de Sloveen brutaal in de aanval in de laatste kilometers. Wat het begin moest worden van een sensationele remontada, eindigde geschaafd en gebroken op het asfalt.
Voor Gesink bleef niets anders over dan zelf in de aanval gaan. Zoals in 2016, toen hij misschien wel zijn mooiste overwinning boekte. In de koninginnenrit van de Vuelta van 2016 zegevierde hij toen bovenop de Aubisque.
Nog altijd is het zijn enige ritzege in een grote ronde. En zijn laatste. Voorlopig.
Trots om te knokken
In de afgelopen Vuelta lukte het bijna weer. In de achttiende etappe leek Gesink op weg naar de zege. "Dat was eigenlijk een heel trots moment voor mij. Het was natuurlijk ellende ten top toen Primoz eruit viel en daarmee ook het grote doel wegviel. Om dan twee dagen later er zelf te staan en de moraal, de power en de verbetenheid te hebben om door te knokken en nog bijna die rit te winnen, dat was ook iets om heel erg trots op te zijn."
Vlak onder de top werd Gesink voorbijgereden door Evenepoel en Enric Mas. "Het was eeuwig jammer dat het niet lukte. Maar het geeft me ook het gevoel dat er misschien nog wel wat meer te halen valt voor mij in de komende jaren."
Ploegleider is vak geworden
Komend jaar staat in principe de Giro op zijn programma, als meesterknecht van Roglic. Maar ook bij Gesink gaan de jaren een keer tellen, onverbiddelijk. Zijn carrière als wielrenner zit al in de diepe herfst, dat weet hij zelf ook wel. En daarna? "Het zal wel iets met fietsen worden", grapt Gesink. "Het lijkt me ook het beste om een beetje te blijven fietsen. Anders ga ik van al die energie die ik over houd nog rare dingen doen."
"Nee, ik denk niet dat je mij als ploegleider terug gaat zien. Dan zou ik weer heel veel dagen van huis zijn. En je zult je meer in coaching moeten verdiepen, in renners en persoonlijkheden. Ik denk dat dat tegenwoordig letterlijk een vak geworden is, waar je een opleiding voor nodig hebt. Dus ik zal niet meteen die switch maken."