Belgische pionier kan 16 jaar na verlamming eindelijk fulltime bezig zijn met darts
Heel België leeft mee met 'The Dream Maker' Dimitri Van den Bergh. De Vlaming, die al geschiedenis heeft geschreven, staat klaar voor een volgend hoofdstuk. Hij strijdt vanavond met Michael van Gerwen om een finaleplaats op het WK darts.
"Wat er nu in België gebeurt, is vergelijkbaar met Nederland in de periode dat Raymond van Barneveld voor het eerst het WK won, eind jaren negentig."
Aan het woord is Erik Clarys, de Belgische dartspionier van weleer. Waar 'Barney' in Nederland de sport op de kaart zette, deed Clarys dat in België.
Eigenaardige 'Sheriff'
Voor de nostalgische dartsliefhebbers is de naam Clarys sowieso een die niet snel vergeten wordt. 'The Sheriff' brak in 1995 internationaal door met winst van de World Masters, destijds een groot toernooi.
Hij eiste tussen 1997 en 2003 alle nationale titels op en haalde in 2003 de kwartfinales van Lakeside, het BDO-WK, waarin 'Barney' met 5-1 te sterk bleek.
Clarys stond bekend als een rekenwonder. Hij koos zijn eigen pad. Verraste de tv-camera's door finishes op een andere manier dan de gebruikelijke uit te gooien.
Eigenaardig, maar doeltreffend. Opkomend op de klanken van de filmmuziek van 'The Good, the Bad and the Ugly'.
Hij is met zijn 54 jaar een jaar jonger dan Van Barneveld, maar zijn laatste profduel speelde de man uit Antwerpen al zestien jaar geleden.
Na een ongelukkige val kan hij nooit meer gooien. Inmiddels is hij als commentator en analist bij VTM weer dagelijks bezig met zijn sport.
Meneer Clarys, hoe is de gekte in België?
"Het is echt wel aan het boomen. VTM zendt het WK nu voor het derde jaar uit en het wordt goed bekeken. En er zijn veel nieuwe fans die de weg naar de sport hebben gevonden. Ik geef ook veel workshops en ik denk dat tachtig, negentig procent van de deelnemers 'coronadarters' zijn, die pas een jaar bezig zijn."
"Vroeger moest je naar de kroeg voor een wedstrijd, nu kun je gewoon thuis gooien en online tegen anderen spelen. In coronatijd hebben veel mensen in België een bord aangeschaft."
Hoe merkt u dat het populairder wordt?
"Ik heb mijn eigen job opgegeven. Ik heb tijdens heel mijn eigen carrière gewerkt in een magazijn, ben nooit voltijd darter geweest. Maar nu kan ik mijn werk bij VTM niet meer combineren met mijn werk in het magazijn, waar ik altijd om zes uur begon. 23 december was mijn laatste werkdag."
"Naast de uitzendingen ben ik ook veel bezig met talent te scouten. Ik ga hier toernooien af om hopelijk de nieuwe Dimitri Van den Bergh of Kim Huybrechts te vinden. In een paar jaar is het aantal darters in België verviervoudigd. Een simpel rekensommetje leert dat als je meer mensen hebt die de sport beoefenen, je ook meer talent hebt."
Hoe is het voor u, als dartspionier, om deze hype mee te maken?
"Een beetje dubbel. Als ik zie wat er nu kan worden verdiend, dan vind ik het jammer dat ik nu niet meer speel. Aan de andere kant krijg ik nu veel meer erkenning dan toen. Dat vind ik wel leuk, de aandacht voor de persoon Clarys, zestien jaar na mijn loopbaan."
Maar u had het liefst zelf nog gespeeld?
"Tuurlijk. Als ik moet kiezen tussen het zijn van analist of profdarter, dan kies ik voor dat laatste. Maar het is niet anders, want ik kan niet meer darten."
U heeft een ongeluk gehad. Wat is daar precies gebeurd?
"Dat was tijdens mijn werk in het magazijn. De ladder was weggeschoven en ik viel van een meter of drie ongelukkig op mijn rechterkant. Ik liep daarbij een gecompliceerde breuk op. In de eerste 23 maanden na de val ben ik twaalf keer geopereerd, in de hoop weer te kunnen trainen, maar het werd telkens slechter."
Ik heb mijn kinderen niet zien opgroeien en daar heb ik enorm veel spijt van.
"Ik krijg totaal geen beweging meer in mijn rechterarm. Ik heb het nog wel even geprobeerd met links, maar dat bleek geen optie. Dan stort je wereld wel in. Darts was 22 jaar lang mijn leven. Je denkt dat er buiten de sport niets bestaat."
Maar dat bleek wel zo te zijn?
"Jazeker, maar dat heb ik pas na mijn val ingezien. Vroeger moest alles wijken voor darts. Als prof verlies je soms uit het oog hoe belangrijk familie is. Ik heb mijn kinderen niet zien opgroeien en daar heb ik enorm veel spijt van. Dat neem ik de rest van mijn leven mee."
"Nu weet ik hoe belangrijk een sociaal leven is. Er zijn veel meer leuke dingen in de wereld die de moeite waard zijn om voor te leven."
Mocht u nooit gevallen zijn, had u misschien nu wel op het WK gestaan...
"En dat blijft toch wel een beetje pijn doen als ik naar het WK kijk. Al slijt het wel een beetje. Dan zie ik spelers met een gemiddelde van rond de negentig. Dat gooide ik zestien jaar geleden blindelings."
"Maar goed: ik had ook op mijn hoofd kunnen vallen en dan had ik een nog veel groter probleem gehad."
Maar qua niveau had u dus meegekund?
"Het niveau is niet veel hoger dan twintig jaar geleden. Er zijn alleen meer spelers die een hoog niveau aankunnen. Toen waren er een handvol mensen die honderd gemiddeld konden gooien, nu zijn het er wel twintig. De top is veel breder."
U zei al: nu bent u voor het eerst voltijd bezig met darts. Is daarmee voor u de cirkel rond?
"Nog niet helemaal. Die cirkel is pas rond als ik over een paar jaar op het WK-podium sta met Belgisch talent dat ikzelf gevonden heb en mede door mijn toedoen het hoogste niveau weet te halen."