Nederland laat relatief veel asielzoekers toe, maar de cijfers zeggen niet alles
Sjoerd Mouissie
Datajournalist
Ellen Kamphorst
redacteur Binnenland
Sjoerd Mouissie
Datajournalist
Ellen Kamphorst
redacteur Binnenland
Asielzoekers die vorig jaar in Nederland asiel aanvroegen, hoorden meestal dat ze mochten blijven. Van de 16.525 asielzoekers kreeg 73 procent een positief bericht. Nederland heeft daarmee een van de hoogste percentages van Europa, zo is te vinden bij het Europees bureau voor statistiek Eurostat. Gemiddeld in Europa ging het om 38,5 procent.
Maar de cijfers vertellen niet het hele verhaal. Uit de openbare informatie blijkt dat er enkele verklaringen zijn voor dit grote verschil in 'inwilligingspercentage', het percentage asielzoekers dat een verblijfsvergunning krijgt. Ook laat staatssecretaris Van der Burg van Asiel onderzoek doen naar het hoge percentage in Nederland.
In 2022 zijn er volgens de UNCHR voor het eerst meer dan 100 miljoen mensen wereldwijd op de vlucht. Het grootste deel wordt opgevangen in de regio, maar er wordt ook meer asiel aangevraagd in Europa. Meer oorlog betekent meer asielzoekers en ook meer inwilligingen.
Het aantal Syriërs, Palestijnen en Jemenieten dat asiel aanvraagt, is fors gegroeid. Onderstaande grafiek laat goed zien dat zij in heel Europa ook vaker een positieve beslissing krijgen op hun asielverzoek. In 2014 begint de crisis in Venezuela, sindsdien maken Venezolanen veel meer kans op een verblijfsvergunning als ze in een van de EU-lidstaten asiel aanvragen.
Door het hogere aantal conflicten in de wereld, zijn er de afgelopen tien jaar meer nationaliteiten die voor bescherming in aanmerking komen dan voor 2011, toen de Syrische burgeroorlog uitbrak:
Oorzaak 1: wie is er aan de beurt?
Wie niet beter weet, denkt dat mensen die als eersten aankomen, ook als eersten aan de beurt zijn bij de IND. Maar zo werkt het in Nederland niet.
De dienst werkt met een 'sporenbeleid'. Asielzoekers die uit een veilig land komen, bijvoorbeeld Marokko, gaan sneller door de procedure dan asielzoekers uit een land dat niet op die lijst staat. Momenteel wordt 93 procent van de beslissingen over mensen uit veilige landen binnen tien weken genomen. Asielzoekers uit andere landen wachten veel langer.
In 2021 kregen relatief veel asielzoekers een vergunning omdat het aandeel kansrijke nationaliteiten dat werd behandeld door de IND, groter was dan in voorgaande jaren. In 2020 en 2021 kampte de dienst met grote achterstanden. In die jaren heeft een 'taskforce' de dossiers van een grote groep kansrijke asielzoekers behandeld. In jaren met een lager inwilligingspercentage (2018, 2019) was het aandeel kansarme asielzoekers juist groter.
In onderstaande grafiek is te zien dat hoe groter het aandeel kansrijke asielzoekers is, hoe groter het aantal verblijfsvergunningen.
Oorzaak 2: de vluchtelingenstroom per land verschilt enorm
Sommige asielzoekers hebben een sterke voorkeur voor een bepaald land in Europa. Soms omdat er al familie woont, soms vanwege positieve associaties zoals met de taal of de acceptatie van lhbti'ers.
Zo heeft het Verenigd Koninkrijk relatief veel Afghanen in de procedure, gaan Algerijnen naar Frankrijk en Burundezen naar België. Nederland trekt relatief veel kansrijke asielzoekers: Syriërs, Afghanen en Turken.
In 2014 vroeg de Tweede Kamer zich ook af waarom het inwilligingspercentage in Nederland hoger is dan in de rest van Europa. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), het kennisinstituut voor het ministerie van Justitie en Veiligheid, heeft toen gekeken hoe hoog het inwilligingspercentage in Nederland zou zijn als hier de gemiddelde Europese asielstroom asiel zou aanvragen. Conclusie: in dat geval zou het aantal goedgekeurde asielaanvragen hier veel lager liggen.
In deze grafieken staat welk percentage asielzoekers direct werd toegelaten in diverse Europese landen:
Oorzaak 3: procedurele zorgvuldigheid
De data die wij hebben vergeleken zijn de asielaanvragen in eerste aanleg. Dat wil zeggen: de beslissing op het asielverzoek, zonder de bezwaarprocedure. Uit onderzoek blijkt dat de procedures in Europa enorm verschillen. Landen als Nederland, met een zorgvuldige procedure en waar asielzoekers recht hebben op een advocaat, hebben een hoger inwilligingspercentage in eerste aanleg.
Andere landen hebben een lager inwilligingspercentage in eerste aanleg, maar beslissen na een bezwaarprocedure of tussenkomst van de rechter in hoger beroep vaker alsnog dat de asielzoeker mag blijven. In heel Europa gaat het ongeveer om 26 procent van de asielzoekers die na zo'n bezwaar of rechtszaak alsnog een verblijfsvergunning krijgen. In Nederland om 14 procent.
In deze grafiek is te zien hoeveel asielzoekers direct werden toegelaten, en hoeveel na bezwaarprocedures of rechtszaken:
Oorzaak 4: wijzigingen in 2021
De stroom aan asielzoekers verandert elk jaar, maar ook het beleid verandert. Bijvoorbeeld omdat het voor een bepaalde groep (on)veilig wordt. Zo is het inwilligingspercentage in 2020 en 2021 hoger voor landen waarvoor het asielbeleid door het ministerie is gewijzigd. Hierbij gaat het volgens dit rapport van de IND bijvoorbeeld om Gülenisten uit Turkije, lhbti'ers uit Rusland en voor jezidi's uit Centraal-Irak. Ook voor Nigeria werd het beleid gewijzigd.
Daarnaast past de IND sinds maart 2021 "het voordeel van de twijfel toe", met name in zaken van bekeerlingen en lhbti'ers. Het is bij sommigen in die groepen soms zo moeilijk te controleren of de asielzoeker de waarheid spreekt, dat ze ook bij twijfel mogen blijven.