Kwakkelende Verbij reed dit jaar pas 1.530 meter: 'Ik baal van mijn gezondheid'
Een operatie aan een blindedarmontsteking, gevolgd door een liesblessure tijdens de opening van het seizoen. En dan werd hij vorige week voor de tweede wereldbeker in Calgary ook nog eens wakker met "een dikke strot".
Kai Verbij zegt het maar zoals het is: hij baalt van zijn gezondheid.
De laatste jaren wordt hij zo vaak getroffen door gezondheidsproblemen en blessures dat Verbij, toen die keelpijn de kop opstak, dacht: dit is weer zo'n typisch Kai-momentje.
"Sinds corona ben ik steeds de lul. Je denkt: ik heb alles wel een keer opgelopen, het zal toch een keer goed zijn? En dan loop je weer wat op."
Leuke televisie
Vanaf dinsdag hoopt Verbij in Thialf mee te doen in de strijd om de Nederlandse sprinttitel. Verwachtingen uitspreken is moeilijk. Hij voelde zich vlak voor de Kerstdagen nog altijd niet topfit. "Een virusje gaat niet zomaar weg. Het schaatsen gaat weer goed en ik voel me sterker, maar heb er nog wel wat last van."
In tegenstelling tot eerdere seizoenen zijn alle startbewijzen voor het EK op de sprint te verdienen op het Nederlands kampioenschap. "Dat betekent in elk geval leuke televisie. Het is voor het eerst in lange tijd dat iedereen meedoet. Er zijn wel vier, vijf namen die kunnen strijden om de winst met ook nog een paar goede outsiders."
Of de wereldkampioen sprint van 2017 zelf tot een van beide categorieën behoort? "Ik weet echt niet wat ik kan doen. Met twee goede dagen kan ik een mooie vierkamp rijden, maar je weet niet of het goed genoeg gaat zijn."
Begrijp hem niet verkeerd, moedeloos is Verbij geenszins. "Ik lig er niet wakker van en voel me alweer beter. Ik denk dat het iets is wat in de topsport kan gebeuren. We zoeken altijd wel een beetje de grens op van wat we aankunnen."
Drie passen
Een prettige voorbereiding op de Nederlandse titelstrijd is het natuurlijk niet. Verbij heeft dit seizoen in officiële wedstrijden nog maar 1.530 meter gereden - naar boven afgerond.
Met name dankzij een 500 meter (negende in B-groep) en een 1.000 meter (zevende in A-groep) in Calgary door een aanwijsplaats die hij kreeg van schaatsbond KNSB voor het eerste WB-weekeinde in Canada.
Die om en nabij dertig meter legde hij af tijdens het kwalificatietoernooi voor de wereldbekers. Op de 500 meter greep Verbij kort na de start al naar zijn lies. Hij kwam direct omhoog, staakte de strijd en liet de rest van het weekeinde aan zich voorbij gaan.
"Tijdens het inrijden voelde ik 'm al, maar ik dacht: ik ga het gewoon proberen. Jac (Orie, zijn trainer, red.) zei: niet doen. Ik dacht dat het wel kon. Na de eerste drie passen schoot het erin."
"Op het OKT voor de Spelen van Pyeongchang in 2018 reed ik door, anders ging ik niet naar de Spelen. Nu dacht ik: het zijn maar wereldbekers. Ik ben blij dat ik stopte, want in 2018 was het uiteindelijk een gigantische scheur omdat ik door was gereden. Het viel mee, de pijn was na twee weken weg."
Opluchting
De zomer was al niet veel zorgelozer verlopen. Verbij werd in juli geopereerd aan een blindedarmontsteking. "In de twee jaar daarvoor had ik al om de twee, drie maanden buikklachten."
"Ik was heel vaak ziek. Misschien heeft mijn immuunsysteem wel een tikje gekregen. Ik liep steeds wat trainingsarbeid mis, maar wist nooit wat het was."
Uit onderzoek bleek dat Verbij al meerdere keren een blindedarmontsteking had gehad. "Dat-ie eruit is, was een opluchting, maar mijn lichaam moet er nog steeds van herstellen."
Ik ben geen robot. Daar kun je alles aan vervangen en dan functioneert het meteen weer.
"Ik dacht: binnen een week train ik wel weer. Maar mijn hartslagwaardes waren heel slecht. Ik heb veel alleen getraind. Pas na zes weken werden die waardes weer normaal en deed ik weer met de groep mee. Mijn lichaam heeft langer nodig om te herstellen."
"Het is een beetje pech", vat hij zijn medische situatie samen. "Het was eerst nooit een ding voor mij en nu wel. Ik hoop dat mijn lichaam iets leert van die virusjes en een betere weerstand krijgt."
"Ik ben ook geen robot. Daar kun je aan alles vervangen en dan functioneert het meteen weer. Bij mensen duurt dat wat langer."